Samenvatting Elektronisch contractenrecht
Hoofdstuk 1
Elektronisch contractenrecht = elektronisch contracteren = e-commerce
E-commerce = transacties omtrent de diensten of producten zich afspelen met methoden
die specifieke ontworpen zijn voor het ontvangen of plaatsen van orders.
Drie typerende voorbeelden voor het Elektronisch contractenrecht:
1. Webwinkel Sluiten contract gedeeltelijk elektronisch plaatsvindt. Consument is
natuurlijk persoon op elektronische bestelomgeving.
2. Electronic data interchange (EDI) Geautomatiseerd bestelproces bij supermarkt.
Inkoper kan gebruik maken van elektronisch communicatiesysteem (email) +
bestelprocedure kan worden gestandaardiseerd (EDI). Via informatiesystemen
kunnen gestructureerde berichten worden verstuurd. Voorbeeld hiervan is Edifact,
dit is een mogelijkheid om afspraken vast te stellen binnen de communicatie van
voorkomende aanduidingen. Zo kan menselijke input verkleind worden. Als een
natuurlijk persoon niks meer hoeft te doen voor inkoop is dat een zelf handelend EDI
systeem.
3. Zelf executerend contract de overeenkomst wikkelt zichzelf af. (Voorbeeld
vertraging vliegtuig, later op terug)
Totstandkoming en nakoming
Een overeenkomst kan eenzijdig of volledig geautomatiseerd tot stand komen. De nakoming
kan zowel natuurlijk als elektronisch.
Er is sprake van een zelfexecuterend contract indien in ieder geval de nakoming van een
contract en mogelijk ook de totstandkoming op geheel of gedeeltelijk op geautomatiseerde
wijze plaatsvindt.
e-comerce heeft zowel betrekking op goederen als diensten.
Goederen = art. 3:2 BW, stoffelijke objecten.
Diensten = alle transacties die niet de verkoop van stoffelijke zaak betreffen. (kaartjes
evenement + reis) Energie en water en digitale inhoud bijzondere behandeling.
Vier ontwikkelingen voor potentiële of actuele belang voor het elektronisch contractenrecht:
I. M-commerce = besteller van producten en diensten wordt steeds mobieler
II. Autonome contractsvorming = IT systemen lijken steeds meer op autonome wijze
(contractuele) beslissingen te kunnen nemen
III. Internet der dingen = steeds meer apparaten worden voorzien van min of meer
autonoom opererende IT-systemen, aangesloten op –
IV. Blockchain = bij zelf executerende contracten, uitvoering en administratie van de
contractprocessen plaatsvind via een gedistribueerd grootboek.
I. M-commerce
e-commerce door middel van mobiele telefoon. Maar hoe zit het met:
informatieplicht en is de regelgeving nog wel rechtvaardig?
II. Autonome contractsvorming
1
,Een bestelling kan geautomatiseerd plaatsvinden door middel van intellifent agents, die min
of meer autonoom van de gebruiker transacties kunnen sluiten. Door de ontwikkelingen
binnen Machine learning zullen IT-systemen op basis van datasets steeds preciezere
patronen herkennen om vervolgens hun gedrag hierop af te stemmen.
III. Internet der dingen
Bijvoorbeeld de consument wordt eigenaar van een aan internet connected fiets.
Aangesloten devices kunnen met sensoren veel data genereren, communiceren
en analyseren. Drie mogelijkheden/ potentieel grote consequenties:
1. Art. 3:33 BW vereist menselijke wil voor een rechtshandeling. Een grote
doorvoering van het internet der dingen zal de menselijke invloed steeds
verder verwijderen.
2. Verhouding tussen mens en object. Steeds meer afhankelijkheid van
afnemers tot aanbieders.
3. Consumentenbescherming op een andere manier zal worden bekeken indien
apparaten gaan contracteren.
IV. Blockchain
Bij blockchain bevindt zich die administratie op de aangesloten systemen van alle
deelnemers. Sprake van gedistribueerde administratie bij de deelnemers. Zeer
goede integriteit. Alle transacties ingeschreven in de administratie zijn crypto
grafisch bewerkt. De aangesloten deelnemende systemen herkennen
veranderingen als niet-acceptabel vervalsingen.
Hoofdstuk 2 Regulering
Internationale bronnen
De VN heeft ten behoeve van het internationale handelsverkeer de commissie Uncitral
ingesteld. Deze heeft drie elektronische regelingen vervaardigd:
- Model law on electronic commerce (1966)
- Model law on electronic signatures (2001)
- UN convention on the Use of Elektronic communications in International contracts
(2005) meest relevant neergelegd in CECIC.
Deze hebben geen nationale rechtskracht, maar kunne wel voor wetgeving model staan. Dus
wel gezag.
CECIC
Art. 1 regeling enkel voor internationale contracten van toepassing
Art. 2 toepassing uitgesloten bij huishoudelijke transacties, bancaire diensten en
transacties met waardepapieren
Ar.t 3 partijen kunnen van de regeling afwijken
Art. 4 definities
Art. 8-14 vormvereisten, tijd en plaats verzending en ontvangst van elektronische
communicaties, alsmede geautomatiseerd contracteren.
OESO
Beleidsdocumenten over interneteconomie. Verzameldocument = Consumer policy guidance
on intangible digital content products’
2
,WTO en WIPO
Internationale organisaties die rondom het theme e-commerce juridische relevante
regelingen maken.
Europese Unie
Europese commissie benadrukt dat de verschillen in het overeenkomstenrecht in de
lidstaten belemmerend werken voor grensoverschrijdende elektronische handel. Daarom 2
voorstellen voor richtlijnen, het is echter de vraag of lidstaten hiermee instemmen omdat ze
liever vasthouden aan eigen regelgeving.
o Autonome rechtsorde en interpretatie
Europese unie heeft autonome rechtsorde, eigen systeem en eigen doelen. Arrest Ker optika
= art. 34 VWEU, bemoeilijken voor internetwinkels gezien het vrije verkeer van goederen.
Richtlijnen en verordening van groot belang voor EC. Art. 288 heeft deze secundaire
wetgeving gedefinieerd.
Verordening = meteen deel uitmaakt van de nationale rechtsorde
Richtlijn = eerst omzetten in nationaal recht dan pas geïmplementeerd.
Momenteel richtlijn elektronische handel (2001) en richtlijn consumentenrechter (2011) het
belangrijkste. Richtlijn kan worden vervangen door meer direct werkende verordeningen
belangrijkste voorbeeld is Eidas verordening (heeft richtlijn elektronische handtekening
vervangen).
Europese uitlegmethode = als een wettelijke regel of begrip van een Europese richtlijn of
verordening dan word dit uiteindelijk uitgelegd door HvJ EU d.m.v.. prejudiciële vragen.
Voorbeeld: zaak Easycar. Hof: ja autoverhuur op afstand valt onder diensten voor
vervoer, dus geen herroepingsrecht. Tegenwoordig gekwalificeerd in art. 6:230p sub
e BW, dus alleen rechtshistorisch belang. Hier kan je europese interpretatiemethode
afleiden. R.o. 21.
Vijf uitlegmethoden: Sterkte nadruk op taalkundige betekenis
uitleg naar omgangstaal = omzetting van taal slechts een van de vele (r.o.
23,25,26,27)
contextuele/systematische = reserveringssysteem dus past onder uitgezonderde
diensten
teleologische = dienstverleners moeten worden beschermend tegen deze
consumentenbescherming (zomaar annuleren)
beginselvaste = consumentenbescherming hier niet heel zwaar. Ondernemersbelang
speelt ook een rol, ook al niet uitdrukkelijk naar verwezen.
richtlijnhistorische interpretatie = voorbereidende stukken die houvast geven (in casu
niet zo)
Richtlijnconforme interpretatie
Wanneer implementatie niet of onvolledig heeft plaatsgevonden. Het nationaal recht moet
dan in lijn met de richtlijn worden uitgelegd. Bijvoorbeeld art. 6:234 lid 2 BW en 6:227b lid 2
BW in verband met art. 10 lid 3 richtlijn elektronisch handel (niet correct). Zulke
3
, tekortkomingen moet zoveel mogelijk door middel van RCI worden uitgelegd. Zware plicht
voor de rechter.
o Richtlijn elektronische handel (e-commerce)
Art. 9-11 Richtlijn centraal = vormvereisten, informatieplicht en transactieproces.
Art. 6 type van diensten in de informatiemaatschappij een algemene info plicht geven.
Centraal begrip dienst van de informatiemaatschappij = elke dienst die tegen vergoeding,
langs elektronische weg, bla bla. Verder in H5.
o Richtlijn consumentenrechten
Geldt alleen tussen B2C. Voor interpretatie van deze richtlijn: ‘Guidance document’.
Centraal begrip: overeenkomst op afstand.
Art. 4 volledige harmonisatie realiseert, dus zwaarder
Art. 2 sub 7 overeenkomst op afstand gedefinieerd (art. 6:230g lid 1 sub e)
Belangrijk!! Verschil ‘overeenkomst op afstand’ en ‘dienst van de informatiemaatschappij’
Telefonische consumentenkoop valt niet onder elektronische handel, wel onder koop op
afstand.
B2B valt niet onder consumentenrecht maar wel elektronische handel.
o Andere Europese regelingen
Eidas verordening
Regeling voor verleners van vertrouwensdiensten. Regeling voor
grensoverschrijdende elektronische methoden van identificatie + regulering van
vertrouwensdiensten, zoals de genoemde elektronische handtekening.
Regulering van betaaldienstverlening
Bijvoorbeeld voorgeschreven aan welke beveiligingseisen de dienstverleners moeten
voldoen en hoe het toezicht eruit moet zien. (7:514 BW). Ook
consumentenbescherming bij financiële diensten op afstand.
Overig
Dienstenrichtlijn (mogelijkheid algemene voorwaarden elektronisch ter beschikking
te stellen). Verder uitgebreide regulering van het consumentenrecht (oneerlijke
bedingen, oneerlijk handelspraktijken, financiële diensten op afstand en
consumentenkoop en garanties). Hiernaast zijn er ook sectorspecifieke
regelgevingen.
Nederland
Voorbeeld probleem: mag onder term schriftelijk ook elektronisch worden verstaan? Alleen
als het elektronisch document functioneel equivalent is aan het schriftelijk document.
Wet elektronisch rechtsverkeer de elektronische onderhandse akte mogelijk gemaakt
(156a Rv) + verruimingen voor schriftelijke vormvereisten.
Bepaalde delen uitdagingen, komen zo aan de orde. (zoals wilsvertrouwensleer etc.) Deel
geskipt, p.38.
Zelfregulering
Hoe en zo ja op welke manier partijen van een wettelijke regeling mogen afwijken. Het
primaat van het geldende recht staat voorop. Normen die door private partijen worde
ontwikkeld en gehandhaafd (i.p.v. samen met de overheid).
4