Samenvatting bemoeizorg, eenvoudige tips voor moeilijke zorg Tielens & Verster
Hoofdstuk 1 – Inleiding in de bemoeizorg
Het accent v.d. zorg voor mensen met psychische problemen is v. klinisch verschoven naar ambulant.
Passieve zorg heeft plaatsgemaakt voor actieve zorg. De toename v.d. complexiteit v.h. moderne
leven, met name in de grote steden, maakt dat de zorg veel actiever en assertiever moet worden.
Ook de eisen v.d. maatschappij zijn hoger geworden. Dit heeft geresulteerd in gespecialiseerde zorg
voor mensen die daar niet om vragen: bemoeizorg.
Iedere werker in de chronische zorg moet bemoeizorg optimaal beheersen. Het is een houding en een
vaardigheid die je moet beheersen wanneer je werkt met chronisch psychiatrische cliënten. Een
houding omdat je bij iedereen bereidt moet zijn om op een andere houding over te schakelen. Een
vaardigheid omdat het tact, timing en kunde v. je handelen vereist.
Eén v.d. belangrijkste uitgangspunten v. Tielens & Verster is zorg voor de meest kwetsbare groep kan
alleen maar goed zijn wanneer psychiatrische hulpverlening geheel geïntegreerd is in de
maatschappelijke zorg.
Bemoeizorg is een vorm v. zorg voor mensen die hulp nodig hebben, maar die hulp niet accepteren.
Dit is het geval wanneer iemand ‘ziek’ is, maar zelf niet vindt dat hij ziek is. Deze persoon is
oordeelsonbekwaam wat betreft zijn ziekte. Dit is het onvermogen om iets v. jezelf te kunnen
beoordelen waardoor je in de problemen komt (of blijft). Oordeelsonbekwaamheid is meestal
tijdelijk, en vaak ten aanzien v.e. specifiek gebied in iemands leven.
Bemoeizorg is dus voor oordeelsonbekwamen. Het gaat vooral om mensen met psychotische
stoornissen, verstandelijke handicaps, allerlei verslavingen, delinquentie of combinaties. Vaak speelt
een andere culturele achtergrond ook nog een rol.
Opgemerkt moet worden dat allerlei onlogische eisen stellen aan cliënten (op tijd komen, je best
doen) en allerlei bureaucratische trekken v. hulpverleningsinstituten (eindeloze intakes, van het kastje
naar de muur) er ook wel voor gezorgd heeft dat mensen niet snel een hulpverlener inschakelen.
Het is noodzakelijk dat alle hulpverlenende instanties die met mensen met chronische psychiatrische
stoornis te maken hebben ook v.d. beginselen op de hoogte zijn en zodoende mee kunnen denken.
Bemoeizorg is een aparte manier v. behandelen. Die behandeling houdt in dat je iemand verleidt om
zorg te aanvaarden. Zodra hij ook maar iets wil, spring je daarop in. Op elk geschikt moment probeer
je de patiënten een stap verder te helpen. Met alle mogelijke middelen: verleiding, motiverende
gespreksvoering, psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie, overwegingsgroepen etc.
In de bemoeizorg behandel je parallel, niet serieel. Met andere woorden: je doet een aantal
interventies tegelijkertijd, in plaats van achter elkaar. Je begint bijv. op hetzelfde moment met
schuldsanering en met zoeken v.e. woning.
Goede bemoeizorg staat of valt met bereikbaarheid. Zowel voor de patiënt als de mensen die voor
hem zorgen of met hem te maken hebben. Daarbij gaat het om de volgende soorten:
- Letterlijke bereikbaarheid: bereikbaarheid van de telefoon, afspraken voor bellen en opzoeken
nakomen, bereikbaarheid in uren, heldere structuur en open ontvangst, goede overdracht aan
crisisdienst bij het weekend om mogelijke opname wanneer jij niet bereikbaar bent te voorkomen.
- Figuurlijke bereikbaarheid: er alles aan doen om de drempel om problemen te bespreken zo laag
mogelijk houden. Niet oordelen over het verhaal v.d. cliënt.
- Regelmatige aanwezigheid: regelmatig op de plek waar patiënten verblijven – ook wel presentie
, genoemd – is een v.d. beste manieren om echt vertrouwen te winnen. Vertrouwen krijg je vooral
door daden niet door woorden.
Bij bemoeizorg ben je een duizendpoot te werk.
Voor mensen die geen of een lichte psychiatrische stoornis hebben of mensen met een misbruikende
of te afhankelijke persoonlijkheidsstoornis kan bemoeizorg schadelijk werken. Mensen die geen of
een lichte psychiatrische stoornis kunnen door bemoeizorg worden bevestigd dat ze dingen niet
kunnen die ze juist zelf moeten leren oppakken.
Als de bemoeizorgaanpak aangeslagen is, moet je altijd kijken of deze intensieve zorg nodig blijft. Je
moet iemand immers niet langer afhankelijk v. hulp houden dan nodig is. Binnen een regulier team en
een FACT-team is dat eenvoudig. De patiënt blijft (een deel) v. zijn vertrouwde hulpverleners zien.
Indien iemand bij een ACT-team zorg krijgt, dan kan dit een overdracht aan een regulier team
betekenen.
Bij overdracht is een warme overdracht belangrijk: het contact van het ene team loopt een tijdje
door, terwijl het andere team het contact opbouwt. Vergeet daarbij ook de andere betrokkene niet.
Hoofdstuk 2.6 – Lastige openingssituaties
Wanneer iemand schreeuwt en allerlei onverstaanbare zaken roept, maakt dit duidelijk dat je op
afstand moet blijven. Probeer dan niet te pushen. Zeg waar je van bent en dat je wel op een
geschikter moment langs wilt komen. Vooraf heb je wel bekeken of je echt nu iets moet doen.
Wanneer de nood hoog is, wordt de toon directief en grijp je mogelijk in met dwang.
We bepalen vanuit ingewonnen informatie al vooraf onze strategie. De rationale van je komst. Je
moet de rationale in een paar woorden kunnen uitleggen. Vb. “Ik heet Wim van de Berg,
verpleegkundig van team X en de wijkagent (of andere instantie) vroeg ons of we bij u langs wilde
gaan.” Het kan handig zijn om deze zin van te voren in te studeren.
Wees altijd eerlijk en oprecht en maak geen opmerkingen die later vals blijken, of die je niet na kunt
komen.
Zakelijk zijn helpt goed tegen boosheid. Wel is een klein beetje begrip tonen ook belangrijk. Kom wel
snel tot zaken, met enig begrip. Verder is uitleg erg belangrijk bij boosheid. Zorg verder wanneer
iemand boos is goed voor je eigen veiligheid en probeer de achtergrond v.d. boosheid in te schatten
(psychose, paniek etc.). Treed iemand zo duidelijk en direct mogelijk tegemoet. Niet met een trillende
stem, wees duidelijk op zo veel mogelijk fronten en begripvol waar mogelijk.