ORTHOPEDAGOGIEK HOOFDSTUK 1+2+7 (+4 Becker)
Inleiding orthopedagogiek
- Opvoedingswetenschap: theorieën en methoden (pedagogiek)
- Opvoedingsleer: richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden
- Opvoedkunde: richt zich op de vaardigheden van de opvoeder (pedagogie)
Opvoeden: alle omgang tussen ouder en kind waarbij de ouder gericht een relatie met het kind
aangaat. In deze omgang biedt de ouder het liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht,
grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing komen en
over het nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om
richting te geven aan zijn verdere leven (Becker)
Opvoeden: een bepaalde vorm van omgang tussen volwassenen en jeugdigen die erop gericht is
steun en richting te geven aan het proces van volwassenwording (Malschaert)
Opvoedingsopgave: alle gedragingen van de opvoeder die het mogelijk maken het kind optimaal te
laten ontwikkelen
- Iedere opvoeder (ouder) staat voor een opvoedingsopgave
- Ontwikkelingsfasen/-taken
Opvoedingsproblemen: de ontwikkeling van het kind komt in het geding
Hulp bieden bij de opvoedingsopgave
Gedeeltelijk, tijdelijk of permanent overnemen van de opvoeding
Orthopedagogische vraagstelling – vraag die het kind of de ouder heef
Orthopedagogiek: het terrein van de orthopedagogiek is de problematische leer- en
opvoedingssituatie van kinderen en jeugdigen orthopedagoog – verstoord opvoedproces
- Pedagoog: bezig zijn met de opvoeding van kinderen
- Orthopedagoog: handelen gericht op een bijzondere wijze van opvoeden ten gevolge van de
bijzondere problematiek
Richt zich op:
- Zintuigelijke functioneringsproblemen (blind/doof) NIET VOOR DE TOETS!
- Motorische functioneringsproblemen (lichamelijke beperking) NIET VOOR DE TOETS!
- Cognitieve functioneringsproblemen (LVB, verstandelijke beperking, leerproblemen)
- Emotionele functioneringsproblemen (bv. ADHD, autisme, gedragsstoornissen)
- Meervoudige functioneringsproblemen
POS: problematische opvoedingssituaties (door omgeving)
De cultuur en tijd waarin men opgroeit, bepalen in grote mate de wijze waarop opvoeding
plaatsvindt. Er bestaan grote verschillen in de vormen van opvoeden. Iedere tijd en samenleving
heef zijn eigen ideeën, opvattingen en idealen.
De ontwikkeling van een kind is enerzijds afhankelijk van de mogelijkheden en beperkingen die het
heef meegekregen en anderzijds van hetgeen het milieu hem in zijn groei naar volwassenheid te
bieden heef.
Hulpwetenschappen
Psychiatrie, psychologie, sociologie, filosofie
, Multidisciplinair team: (kinder)psychiater, (ontwikkelings)psycholoog, arts, fysiotherapeut, logopedist,
maatschappelijk werker
o Stoornis – functies en structuren (micro)
o Beperking – activiteiten (meso)
o Handicap – participatie in de samenleving (macro)
Professionele opvoeders (- groepsopvoeder)
Werken vanuit de (ortho-ped)-agogiek: de leer van het praktisch handelen
Gericht op verandering door sturing, begeleiding, hulpverlening
Werken binnen een methodisch kader: bewust, doelgericht, systematisch, procesmatig
Werkzaamheden groepsopvoeder:
- Opvoedend/begeleidend: bevorderen van sociabiliteit = nastreven groepsintegratie
- Verzorgend: lichamelijke verzorging van de kinderen
- Huishoudelijk: huishoudelijke werkzaamheden
- Organisatorisch: bespreken, plannen, programmeren, onderhouden contacten
- Administratief: verslaglegging/rapportage
Groepsopvoeding bestaat uit de persoon, de groep waarin de persoon wordt opgevoed en begeleid
en de organiseren; de instelling of woonvorm waarin de groepsopvoeding plaatsvindt.
- Groepsdynamica: de leer van de dynamiek van de krachten die in een groep werkzaam
kunnen zijn, welke bewegingen erin plaatsvinden en welke invloeden dit kan veroorzaken op
de groep in het algemeen en op het individu als lid van de groep
- Leefgroep: een aantal personen die samenwonen en samenleven en daarom in
groepsverband worden opgevoed of begeleid – samengestelde groep
- Groepssamenstelling: gekeken wordt naar leefijd, niveau, geslacht en aard van de beperking
- Groepsstructuur: de relaties tussen de leden van de groep en de posities die ze ten opzichte
van elkaar innemen – dynamisch
Pedagogische opvoedingsdoelen
Doel van opvoeders van kinderen met een beperking: het kind te helpen zich optimaal te ontwikkelen
en te ontplooien, te streven naar een voor hem bereikbare mate van lichamelijke en geestelijke
volgroeidheid ouders zullen hun toekomstbeeld en hun doelen moeten bijstellen, zij zullen hun
kinderen creatiever en intenser hulp moeten bieden
Bijzondere opvoeding
Opvoedingsmiddel Opvoedingsfactor
Bewust en doelgericht Niet-bewuste keuze van de opvoeder
Handelingen, activiteiten en situaties om Het zijn stimulerende situaties die het kind
opvoedingsdoelen te bereiken (belonen, straffen, aanzetten tot acties (intimitatie!)
stimuleren, uitleggen, voordoen)
Binnen de orthopedagogiek maakt men veel gebruik van specifieke opvoedingsmiddelen (regelmaat,
gewoontevorming, goedkeuring/belonen, voorbeeld geven/zijn
Pedagogisch klimaat: de sfeer van de opvoeding in de leefomgeving van het kind
- Thuis voelen, veilig en geborgen, (wederzijds) respect, vertrouwen, vrijheid en duidelijke
grenzen, passend bij mogelijkheden en onmogelijkheden van het kind