OPGAVE 1 (35 PUNTEN)
Onderneming Topic NV heft drie investeringsprojecten onderzocht, die in principe voor uitvoering in
aanmerking komen. Deze projecten die we aanduiden met Q1, Q2 en Q3 vergen ieder een investering
van €300.000 en hebben geen invloed op de huidige activiteiten van Topic NV. De onderneming heeft
€600.000 voor nieuwe investeringen beschikbaar, zodat ze slechts twee van de drie
investeringsalternatieven kan realiseren. In ieder geval moet project Q1 worden uitgevoerd. De
treasurer van Topic NV heeft de volgende informatie verzameld.
Gevraagd:
a. Bereken voor ieder project afzonderlijk de verwachte netto contante waarde.
b. Idem de standaarddeviatie van de netto contante waarde
c. Welk alternatief wordt gekozen (Q2 of Q3) als gesteld wordt dat de beslisser geen risicoafkeer
heeft. Motiveer de keuze.
d. Is de correlatiecoëfficient tussen Q2 en Q3 positief of negatief? Verklaar nader. Geen
berekeningen gebruiken.
e. Wat is in het algemeen het verschil tussen een CW en een NCW van een project?
f. Zit de vermogenskostenvoet in de vrije kasstroom verwerkt? Geeft uitleg.
g. Hoe komen we van mutatie liquide middelen het gemakkelijkste bij de vrije kasstromen van
een onderneming?
h. Wat is de taak van een treasurer binnen een onderneming?
OPGAVE 2 (35 PUNTEN)
Een importeur in exclusieve levensmiddelen sluit in de loop van januari een importcontract af voor
900.000 Australische dollars (koers Aus$ op dat moment €0,60) met de Australische onderneming
Jump, voor levering van onbeperkt houdbare kangeroemelk. Levering door Jump en betaling door de
importeur dient eind mei plaats te vinden.
Om valutarisico’s te vermijden bij inkoop uit landen buiten de EU werkt de importeur veelal met
valutaopties.
Gevraagd:
a. Hoe werkt een mogelijke valuta- termijncontract voor de importeur? Leg uit.
b. Indien de verwachting is dat de koers van de Australische dollar gaat stijgen, motiveer dan (in
termen van risico- positie en risicoafdekking) of de importeur, om een eventueel nadeel af te
dekken, zal kiezen voor call-opties.
c. Wat is de intrinsieke waarde van een call-optie?
d. Wat is de tijd en verwachtingswaarde van een call-optie? Laat zien aan de hand van een
voorbeeld.
e. Noem twee elementen die de tijd en verwachtingswaarde van een optie bepalen?
f. Wanneer is een call-optie “in of money”? Leg uit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jouwscriptie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.