Epidemiologie
College 1
Wat is epidemiologie?
o Wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de verspreiding van ziekten
binnen en tussen populaties
o Epidémios: onder het volk voorkomend (‘epi’ = op; ‘demos’ = volk)
Er zijn veel verschillende factoren die een rol kunnen spelen in epidemiologische
onderzoeken
Deelgebieden epidemiologie:
o Beschrijvende/descriptieve epidemiologie: vóórkomen van de ziekte
Analytische epidemiologie: zoekt naar verbanden en verklaringen tussen
vóórkomen van ziekte en bepaalde factoren
Epidemiologisch gezondheidszorgonderzoek: onderzoek naar invloed van
voorzieningen of verrichtingen in gezondheidszorg op het vóórkomen van
ziekte.
o Etiologische, prognostische of diagnostische epidemiologie
o Algemene epidemiologie (‘public health epidemiology’): bestudering van
ziekteproces tot de ziekte klinisch manifest wordt (etiologische factoren).
Klinische epidemiologie (‘clinical epidemiology’): bestudering van ziekteproces
nadat de ziekte klinisch manifest geworden is in relatie tot diagnostische en
prognostische factoren (het klinisch beloop).
o Determinant georiënteerd: voedingsepidemiologie, milieu-epidemiologie etc.
Ziekte georiënteerd: kanker-epidemiologie, infectieziekten-epidemiologie etc.
o Theoretische epidemiologie: ontwikkeling en verfijning van concepten,
methoden en principes die de grondslag vormen van epidemiologisch
onderzoek
Toegepaste epidemiologie: toepassing van deze concepten, methoden en
principes in de afzonderlijke deelgebieden van gezondheidswetenschappen
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen voor een ziekte
Soorten vragen in epidemiologisch onderzoek
o Handelingsvragen: ontwerpen van een praktische oplossing
o Feitenkennisvragen: vinden van ‘ware’ antwoorden (feiten)
M.b.v. wetenschappelijk onderzoek
o Normatieve vragen: heeft te maken met een waarde oordeel/normen
o Existentiële vragen: gaan over de betekenis van het leven en over het bestaan
Wetenschappelijk onderzoek:
o Wat is het probleem / wat is de vraag?
o Zoeken en lezen van informatie
o Keuze maken voor het type onderzoek: welke methode ga ik gebruiken om
antwoord te krijgen op mijn feitenkennisvraag
o Keuze voor onderzoekseenheden: op welke populatie ga je je richten, over
wie wil je een uitspraak doen
, o Keuze voor methoden om gegevens te maken: welke variabele wil ik meten,
hoe ga ik dit meten, heb ik hier de geschikte materialen voor beschikbaar etc.
o Analyse van gegevens
o Interpretatie, reflectie en kritische beschouwing: wat betekenen de resultaten
voor de praktijk / voor verder onderzoek
o Rapporteren van onderzoek: vanaf introductie tot interpretatie van resultaten
Beschrijving en interpretatie van ziekte en gezondheid
o Frequentiematen
o Samengestelde gezondheidsmaten
o Risicomaten
o Associatiematen
o Maten voor diagnostiek
Historie oorzaken van ziekten: vanuit het verleden zijn verschillende oorzaken
opgeschreven
o Bovennatuurlijke krachten, voeding, leefstijl, atmosfeer, etc.
Vanaf 17e eeuw is men begonnen met het tellen van ziekte
Epidemie: opmerkelijke toename van het vóórkomen van een ziekte in een bepaalde
tijdsperiode
Pandemie = epidemie op wereldwijde schaal (covid-19)
Endemie = constant hoog frequentieniveau, voor een langere tijd steeds continu
aanwezig geweest onder de populatie
Historie: beschrijving van ziekte:
o 17e eeuw: beschrijven en tellen:
Beschrijving allerlei ziekten (sydenham)
Registratie, o.a. sterftepatronen (petty & graunt)
o 18e eeuw: pokken
Variola virus, luchtwegen, bloed, organen, huid, sepsis, bloedingen,
infecties, dood
1748: 1e vaccinatie in Nederland; inoculatie met variola (variolatie)
Later: koepokvaccinatie (Jenner); inoculatie met vaccinia koepokken
o 19e eeuw:
Ontwikkeling epidemiologische technieken
Toepassing op klinische problemen (Louis)
General register office (Farr)
Volkstelling 1941, classificatiesystemen 5 groepen
Cholera-epidemieën in London (snow)
Florence Nightingale (1820 – 1910)
o Brits verpleegkundige en epidemioloog
o Statistiek, gezondheid en sterfte van militairen en burgers
o Evaluatie van gezondheidsdiensten om voorzieningen te hervormen
o Het pooldiagram: afstand tot het middelpunt bepaalt de waarde
, o Opvatting Nightingale: “gezondheid is niet slechts de afwezigheid van ziekte,
maar de situatie waarin een mens al zijn/haar talenten kan ontplooien” in
WHO
Triadeconcept micro-organismen (Pasteur)
o Determinant
Factor die de gezondheid beïnvloedt
Mede bepalend voor de uitkomst
e
20 eeuw:
o Onderzoek naar kanker, hart- en vaatziekten
o Statistiek, gezondheid en sterfte van burgers
o Van monocausaal naar multicausaal model
Heden:
o Multicausaal model = meerdere oorzaken/determinanten voor een ziekte
o Veel toepassingsgebieden / onderverdelingen
o Veel raakvlakken met andere disciplines
o Ontwikkelingen in epidemiologische methoden o.a.:
Effectiviteit en doelmatigheid
Big data
Digitale technieken
Genonderzoek
Hoe ontstaat wetenschappelijke kennis?
o Wetenschap = geordende kennis van de werkelijkheid
o Opbouwen van een bestand van kennis
o Gebaseerd op waarneming, meting, voorspelling, experiment
o Nieuwe kennis toevoegen door:
Verificatie = resultaten bevestigen
Falsificatie = resultaten weerleggen
Contradictie = resultaten tegenspreken
Elaboratie = resultaten nader specificeren
Empirische cyclus
o Epidemiologisch onderzoek is toetsend onderzoek (hypothesen)
1. Observatie/waarneming: gegevens/aspecten bekijken/groeperen etc.
2. Inductiefase: formuleren van hypothese
3. Deductiefase: uit de hypothese een concrete voorspelling afleiden die
verifieerbaar en toetsend is
4. Toetsende fase: hypothese/voorspelling toetsen m.b.v. een experiment
, 5. Evaluerende fase: is er een verband tussen de hypothese en de theorie; moet er
voor dit verband nieuw onderzoek worden gedaan
Soorten onderzoeksdesign – ladder van ‘evidence’
o SR = systematisch literatuuronderzoek/-overzicht; verschillende RCT’s bij
elkaar; hoogste bewijskracht
o RCT = gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek; experimentele studie;
bepaalde interventie in bijv. programma als in fysiotherapie. Gelijke
populatie, man/vrouw, zelfde leeftijd, toetsen of je met fysiotherapie je bijv.
beter voelt dan zonder
o Cohortonderzoek
o Patiënt-controleonderzoek
o Cross-sectioneel onderzoek
o Patiënten serie
o Mening expert de bewijskracht is niet zo sterk want er is maar 1 mening,
daarom onderaan de ladder.
Hoe meer onderin de ladder, hoe meer subjectief het is want het is
vaak een mening en die is verder nog niet gecontroleerd.
Onderzoeksvraag – PICO
o Vraagstelling bepaalt de onderzoeksopzet
Toevallige waarnemingen
Resultaten van eerder onderzoek
o Onderzoeksvraag opstellen aan de hand van PICO
P = patiënt / populatie / probleem
I = interventie
C = comparator
O = outcome
o Voorbeeld PICO vraagstelling: Wat is het effect van het eten van vlees op het
optreden van darmkanker bij volwassenen?