Week 1
The developmental niche: A conceptualization at the interface of child and
culture. Super, C. M. & Harkness, S.
Onderzoek naar de ontwikkeling van de mens is gevormd door 2 contrasterende beelden:
1. Een individu alleen in een gecontroleerde omgeving en het vaststellen van zijn gedrag
2. Iemand in de aanwezigheid van zijn vrienden die uniek gedrag vertoont
Antropologische perspectieven op de ontwikkeling van de mens
- Hoe leiden verschillende culturen tot het vormen van een individu
- De leer omgeving socialisatie leidt tot een variatie aan volwassen psychologische
functies
- Een cultuur wordt gevormd door blootgesteld te worden aan een cultuur
Kritiek: cultuur heeft niets te maken met persoonlijkheid, de uitleg voor gedrag in een
groep hoeft niet overeen te komen met een individu
John’s Whiting’s model for psycho-cultural research’ stelt dat:
1. Kenmerken in de geschiedenis van elke samenleving en in de natuurlijke omgeving
waarin deze zich bevindt, hoe deze kenmerken beïnvloeden op een bepaalde manier
2. De gebruikelijke methoden waarmee zuigelingen en kinderen worden opgevangen in
die samenleving die
3. Langdurige psychologische en fysiologische effecten op de leden van de samenleving
die worden gemanifesteerd in
4. De culturele projectieve-expressieve systemen van de samenleving en de
lichaamsbouw van haar leden
Drie verklaringen om de reikwijdte van de theoretische heroriëntatie aan te geven:
1. Er is te weinig onderzoek in betrekking tot de ontwikkeling in een natuurlijke
omgeving, het is niet ethisch en niet praktisch om essentiële aspecten van de
menselijke ontwikkeling te manipuleren
2. Niet alleen kijken naar rare situaties, methodes en omgeving uitbreiden bij onderzoek
(Bronfenbrenner)
3. Nieuw onderzoek dat niet alleen over het kind gaat, maar ook over diversiteit, er komt
filosofie, demografie en geschiedenis bij kijken (Kessen)
Er is veel kritiek over de modellen en het onderzoek
De ontwikkelingsniche is een theoretisch kader voor het bestuderen van culturele regulering
van de micro-omgeving van het kind, en het probeert deze omgeving te beschrijven vanuit het
standpunt van het kind om ontwikkelingsprocessen te begrijpen en cultuur te verwerven.
De ontwikkelingsniche heeft 3 componenten die samenwerken in een groter systeem:
- Fysieke en sociale settingen waarin het kind leeft
- Gewoonten op het gebied van kinderverzorging en opvoeding van kinderen
- De psychologie van de verzorgers
Mutual adaption: het organisme en de niche passen zich aan elkaar aan
Niches in ontwikkeling:
, - Niet lang constant
- Hangt af van groeiende individu, maar de kwaliteit en timing hangt af van de cultuur
Twee contrasten van menselijke ontwikkeling
- Psychologisch: proces van groei en het ontwikkelen van capaciteiten
- Antropologisch: het proces van leren en denken en van gedragsvermogen die bij de
cultuur past creëren.
Samenvatting:
Developmental niche child + culture (interactief)
Psychologie + antropologie
Week 1
, The importance of understanding children’s lived experience – Rogoff, Dahl,
Callan
Meer focussen op het beschrijven van de culturele paradigma's van de geleefde ervaring van
kinderen - de participatie van kinderen in de omgeving van hun leven om de ontwikkeling
van kinderen beter te kunnen begrijpen
Begrijpen van ervaringen van kinderen in hun dagelijks leven, kinderen als deelnemers van
culturele gemeenschappen er is een koerscorrectie nodig. Nu vertegenwoordigd de
manier van leven van kinderen uit de middenklasse de manier waarop een kindertijd verloopt.
Geldt niet voor iedereen, meer onderzoek nodig naar dagelijks leven
Observatieonderzoek bij andere culturen: bleek dat moeder en kinderen erop uit waren om
dingen voor elkaar te krijgen dmv woorden en andere soorten communicatie.
Taal werd beheerst voor het gebruik waarvoor het kon worden gebruikt'.
Alle theorieën over hoe kinderen zich ontwikkelen, bevatten aannames, hypothesen en
implicaties over het dagelijks leven van kinderen hieruit komt een ‘normaal’ andere
benaderingen moeten onderzocht worden.
Onderzoeksvraag: hoe leren kinderen navigeren door de gebruiken die gebruikelijk zijn in de
verschillende omgevingen van hun leven?
Kindern participeren in een gemeenschap vormt ze tot wie ze zijn
In de participatietheorie worden individu en context of cultuur niet als afzonderlijke dingen
gezien; in plaats daarvan worden ze beschouwd als wederzijds vormende aspecten van het
levensproces.
In plaats van ontwikkeling te behandelen als een proces van internalisering, betoogt
Rogoff (1997, 2003) dat we de ontwikkeling van kinderen beter kunnen zien als een
groeiproces in manieren om deel te nemen aan de inspanningen van hun gemeenschappen, in
een proces van transformatie van participatie. Zowel de gemeenschapsvariaties als de
overeenkomsten zijn culturele manieren van leven.
Onderzoek naar ontwikkelingspsychologie: Twee richtingen:
1. Richting gericht op het begrijpen van de ontwikkeling van kinderen in de context van
hun leven. Dit omvatte een toegenomen belangstelling voor het opnemen van leren op
school en informeel leren in de studie van cognitie, bijvoorbeeld door
geheugenontwikkeling te onderzoeken in contexten.
2. Verdeelde wat als algemene vermogens werd beschouwd (zoals conceptontwikkeling
of geheugen) in meer specifieke domeinen, zoals biologische, wiskundige, fysische en
sociale conceptuele ontwikkeling, en proactief, autobiografisch en verhalend
geheugen.
Hierdoor al minder aannames, maar cultuur wordt nog vaak simpelweg behandeld als een
‘invloed’ die de interne, algemene ‘verwerving’ van contextvrije vaardigheden en kennis kan
versterken of vertragen moet meer focussen kinderen in de omgeving.
In reactie hierop heeft Rogoff (2003) gepleit voor de noodzaak van een wederzijds
constituerende benadering om cultuur te begrijpen - als de manier van leven van
gemeenschappen waarin individuen zich bezighouden en die individuen bijdragen aan
het behoud en de wijziging. Wil het generaliseren tegen gaan.
, Beter onderzoek doen: Laboratorium- en experimentele studies hebben hun plaats, maar ze
leveren geen bewijs over het dagelijkse leven van kinderen in situaties die niet door
onderzoekers worden gecontroleerd. Voor zover onderzoekers beweringen willen doen die
hun werk uitbreiden naar het dagelijks leven van kinderen - en de meeste
ontwikkelingsonderzoekers doen dat - hebben ze direct bewijs nodig over het dagelijks leven
van kinderen.
Net als in andere wetenschappen, zijn de algemene principes van de
ontwikkelingspsychologie onvermijdelijk contextueel gefundeerd - ze beschrijven mensen-in-
activiteiten/omstandigheden, niet mensen die los staan van contexten.
In plaats van aan te nemen dat contextvrije interne constructies de basis vormen van het leren
en ontwikkelen van kinderen, stelt het participatieperspectief dat kinderen leren en zich
ontwikkelen in de voortdurende inspanningen van hun families, school en leeftijdsgenoten, en
gemeenschappen (Rogoff, 1998).
Vaardigheid in het navigeren tussen omgevingen is vooral duidelijk en cruciaal voor
kinderen van wie de thuispraktijken verschillen van de praktijken die gebruikelijk zijn
op scholen, zoals kinderen uit gemeenschappen waar geen onderwijs is geweest.
Conclusie: Ontwikkelingspsychologie heeft dus meer onderzoek nodig naar de culturele
ecologieën waarin kinderen zich ontwikkelen. De studie van het dagelijks leven van kinderen
richt onze aandacht inherent op de participatie van kinderen in de culturele, sociale en
historische werelden die zij bewonen en doorkruisen. Tegelijkertijd draagt de studie van de
culturele, sociale en historische wereld van kinderen bij tot het begrijpen van de
basisprocessen van menselijke ontwikkeling als processen van deelname aan het leven.
Meer onderzoek naar omgeving, waardoor minder generalisering nodig is, persoon en
cultuur als een geheel i.p.v. los van elkaar bestuderen.
Week 1