EM Hoofdstuk 1 Markets and organizations
Basisconcepten over markten:
Stap 1: Division of labour (Adam Smith): het splitsen van taken die uit meerdere delen bestaan
en deze delen apart uitvoeren (arbeidsdeling). Het idee hierachter is dat iedereen op een
efficiëntere manier kan werken, maar de taken moeten wel op elkaar afgestemd worden.
Stap 2: Arbeidsdeling leidt tot specialisatie, hierdoor neemt de productiviteit in zijn geheel
toe. Specialisatie zorgt er ook voor dat er samenwerking nodig is om een zo goed mogelijk
product te kunnen realiseren. Nadeel kan zijn dat er verveling en demotivatie ontstaat bij
individuen. Dit leidt er ook toe dat een individu niet in al zijn of haar behoeften kan voorzien.
Stap 3: Als gevolg van deze arbeidsdeling en specialisatie ontstaat er ruil en handel. Hierdoor
ontstaat de behoefte aan coördinatie. Acties moeten gecoördineerd worden met die van
iemand anders.
o Prijs als coördinatiemiddel: er is geen contact nodig tussen koper en verkoper, de prijs
is een sufficient statistic (bv. de aandelenmarkt) via markten (vraag, aanbod,
prijsmechanisme, etc.). Dit kan echter kostbaar zijn.0
o Autoriteit als coördinatiemiddel binnen organisaties (markt is niet voldoende om
transacties te laten plaatsvinden.
Informatie is het cruciale concept, dat bepaald hoe coördinatie plaatsvindt.
o Bij een markt wordt er vanuit gegaan dat de prijs alle informatie geeft die nodig is om
een transactie te laten plaatsvinden.
o Bij een bedrijf bevat de prijs niet alle informatie om een transactie te laten
plaatsvinden.
De omgeving creëert de voorwaarden om organisaties en markten op te zetten, bepaald hoe het
deze zich vormen en bepaald welke organisaties en markten succesvol zijn en welke niet.
(Institutioneel).
Dit neoklassieke denken werd ondersteund door Milton Friedmann. Hij vond de vrije markt goed voor
iedereen. De economie kan vormgegeven worden door wiskundige modellen, het lijkt op
wetenschappen zoals natuurkunde. Er zijn wetmatigheden en daar moeten we onze samenleving op
baseren. Hij ging ervan uit dat deze modellen kloppen en dat ze goed zijn voor iedereen. Achter het
neoklassieke denken gaat schuil dat efficiëntie altijd belangrijk is, terwijl andere dingen die niet te
meten zijn vergeten worden.
EM Hoofdstuk 2 Markets
Markten volgens neoklassieke economie:
Perfecte competitie:
o Groot aantal kleine verkopers en kopers
o Vrije toetreding en uittreding van bedrijven
o Homogeen aanbod van producten in de ogen van consumenten
o Gratis en perfecte informatie
o Geen externaliteiten (geen effecten die niet worden meegenomen in de prijs)
Andere assumpties neoklassieke economie;
o Consument: rationeel en nutsmaximalisatie (nut vergaren)
De budgetlijn snijdt dan de nutslijn van de consumenten.
o Markten functioneren in isolatie, onafhankelijk van de omgeving
o Bedrijven zijn holistisch en enige doel is winstmaximalisatie (bedrijven hebben maar
een algemeen doel)
Marginale opbrengsten zijn gelijk aan marginale kosten, hier raakt de curve de
budgetcurve van het bedrijf.
,Markten volgens klassieke economen:
Prijzen geven voldoende informatie
Pareto-efficient: niemand kan erop vooruit gaan, zonder dat iemand in de groep erop achteruit
gaat
Bedrijven zijn black boxes met productfuncties.
De vraag is of iedere aanname klopt, of dat hier vraagtekens bij te plaatsen zijn met betrekking tot
realiteit.
Paradox of profits (winstparadox): geen bedrijf kan winst maken bovenop de normale winst,
want dat zou leiden tot toetreding, waardoor het aanbod stijgt, prijzen dalen en de winsten
weggaan. Ieder bedrijf probeert een economic profit te behalen, maar geen een bedrijf kan dit
op de lange termijn. Pareto-efficiënt. Er zijn echter genoeg bedrijven die veel winst maken,
er valt dus te twijfelen aan vrije toe- en uittreding en de homogeniteit van bedrijven.
De aandelenmarkt wordt ook wel gezien als de perfecte markt. Een aandeel is een effect dat
een deel van het kapitaal van de onderneming vertegenwoordigt, een gewoon aandeel geeft
recht op dividend en stemrecht. Efficient market hypothesis: prijs bevat alle relevante
informatie. Meer winst maken kan alleen door meer risico’s te nemen. Maar het blijkt dat ook
deze markt niet zo rationeel is als men denkt, dus geen perfecte markt. Andere factoren dan
prijs spelen ook een rol: januari effect, maandag effect, vakantie effect, Trump/Brexit. Door
deze effecten wordt een bedrijf niet ineens minder waard.
Mensen zijn niet per se rationeel, maar men vertrouwt op herkenbare gebeurtenissen, als men
iets herkent moet het wel extra belangrijk zijn. Gambler’s fallacy: geloof dat als iets vaker dan
gemiddeld gebeurt het daarna minder vaak moet gebeuren. Dit is niet rationeel.
Organisaties werken niet in isolatie. Economische, sociale en politieke druk heeft invloed op
hoe een markt functioneert. Instituties: formele en informele regels van het spel hebben
invloed net zoals de cultuur die er heerst.
Wat als de markt niet perfect werkt?
Overheidsingrijpen (collectieve goederen)
Transacties binnen bedrijven
Waarom bestaan er organisaties?
Theory of the firm – Coase
o Kosten van het prijsmechanisme: bijvoorbeeld tijd om relevante prijs te vinden.
o Contract opstellen kosten.
o Niet alles kan soms in het contract worden vastgelegd.
o Dus bedrijf is eigenlijk een manier om een lange termijn contract op te stellen als een
korte termijn contract inefficiënt is.
o Trade-off tussen bedrijf en markt bv. oude Sovjet-Unie.
Op de korte termijn kan een bedrijf alleen beslissen hoeveel arbeid te gebruiken. Als L (arbeid) is
vastgesteld, staat Q (productie) ook vast en heeft het bedrijf geen vrijheid meer. Dus op de korte
termijn kan een bedrijf alleen bepalen hoeveel het produceert, niet hoe. Het beslist hoeveel het
produceert door L te kiezen, zodat de marginale productiviteit van arbeid gelijk is aan w/p (kosten van
een uur arbeid / prijs product).
Op de lange termijn kan een bedrijf kiezen hoeveel het produceert en hoe het produceert. Het moet dan
K (kapitaal) en L onafhankelijk van elkaar kiezen. K moet dan gelijk zijn aan c/p (kosten van eenheid
kapitaal /prijs en L moet gelijk zijn aan w/p.
EM Hoofdstuk 3 Organizations
, Vijf coördinatiemechanismen en configuraties:
Mutual adjustment: coördinatie vindt plaats door informele communicatie Innovative
organization (adhoractie).
Directe supervisie: coördinatie vindt plaats door direct toezicht van een leidinggevende
Entrepreneurial organization (simple structure).
Standaardisatie van werkprocessen: coördinatie door planning en controle van processen, door
de technostructure Machine organization.
Standaardisatie van resultaten: coördinatie door het stellen van doelen voor verschillende
afdelingen Diversified organization
Standaardisatie van vaardigheden: door middel van kennis en training van de operating core
Professional organization.
Standaardisatie van normen: coördinatie doordat iedereen hetzelfde gelooft Missionary
organization.
EM Hoofdstuk 4 Information
Als er sprake is van perfect competition is iedere vrager en aanbieder een prijs-taker, ze kunnen geen
invloed uitoefenen op de marktprijs. Alleen in zulke omstandigheden kunnen prijzen alle
noodzakelijke informatie geven aan alle partijen. De aanname is dat er dan sprake is van homogene
goederen. Er zijn complete contracten, informatie over toekomstige ontwikkelingen en complete
informatie over de transactie. Er bestaat informatiesymmetrie, alle partijen beschikken allemaal over
dezelfde informatie. Maar wat als informatie niet vrij toegankelijk, compleet en symmetrisch is?
Informatieasymmetrie: de beschikbare informatie is niet gelijk verdeeld over de partijen. Beide
partijen hebben verschillende informatie, niet alle partijen zijn overal van op de hoogte.
Fundamental paradox of information: de waarde van informatie kan alleen worden bepaald
door deze te onthullen, maar hierdoor wordt de waarde vernietigd.
Informatieasymmetrie leidt tot adverse selection, waarbij alleen de slechte risico’s zich willen
verzekeren bij een bepaalde prijs.
o De ene partij heeft meer informatie dan de andere voordat het contract wordt
afgesloten (=ex ante information problem).
Oplossingen om adverse selection tegen te gaan:
o Observatie verbeteren
o Signaleren
o Risico pooling
o Risico herdistributie
o Risico segmentatie
Een ander gevolg is moral hazard (moreel wangedrag), hierbij gaat men zich bewust slechter
gedragen, wanneer hij weet dat hij verzekerd is. Dit ontstaat nadat het contract is afgesloten (ex post
informatie probleem).
Oplossing moral hazard: