100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting compendium vermogensrecht Erasmus jaar 1 €7,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting compendium vermogensrecht Erasmus jaar 1

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van alle voorgeschreven stof uit het compendium vermogensrecht Erasmus jaar 1

Voorbeeld 4 van de 48  pagina's

  • Nee
  • -
  • 6 oktober 2023
  • 48
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (109)
avatar-seller
super1es
Samenvatting vermogensrecht
Inhoudsopgave
HOCO 1.......................................................................................................................................................... 1

Hoofdstuk 8 – verbintenissen uit andere bron dan OD of overeenkomst.........................................................3

Hoofdstukken compendium HOCO 1.............................................................................................................. 4

Vermogensrechtelijke leerstukken aan de hand van Romeinsrechtelijke teksten uitgelegd.............................9

Artikel H.J. Snijders...................................................................................................................................... 11

Probleem 1 – hoofdstuk 2.1-2.4 vermogensrecht.......................................................................................... 11

Compendium vermogensrecht..................................................................................................................... 14

Probleem 2.................................................................................................................................................. 19

HOCO 2........................................................................................................................................................ 21

Probleem 3.................................................................................................................................................. 23

Probleem 4.................................................................................................................................................. 28

HOCO 3........................................................................................................................................................ 36

Probleem 5.................................................................................................................................................. 39

Probleem 6.................................................................................................................................................. 43




HOCO 1
§ Goed, zaak, registergoed


1

,Het burgerlijk recht omvat twee onderdelen: personen- en familierecht en vermogensrecht.

Vermogensrecht: (in objectieve zin) wordt gevormd door de regels die betrekking hebben op de
(subjectieve) vermogensrechten.
o Objectief recht: geheel aan procesregels. ‘Rule of law’. Geldt voor iedereen in de
samenleving. B.v. een strafbaar feit zoals iemand in elkaar slaan.
o Subjectief recht: inhoudelijk en geldt voor burgers onderling. ‘Human rights’. (Specifiek
individu).

Vermogensrechten art. 3:6 BW:
 Rechten die overdraagbaar zijn.
 Het recht strekt tot stoffelijk voordeel voor rechthebbende (gebruik van iets).
 Verkregen in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. (Bijvoorbeeld
salaris krijgen voor het werk wat je hebt verricht).

Goederen: alle zaken en vermogensrechten art. 3:1 BW.
Zaken: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten art. 3:2 BW. Iedere zaak is dus
een goed, maar niet ieder goed is een zaak. Een vermogensrecht is een goed, maar geen zaak.

Registergoed: goederen waarvoor overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde
openbare registers noodzakelijk is art 3:10 BW.
Alle onroerende zaken zijn registergoederen art. 3:89 BW.
 Sommige roerende zaken zijn registergoederen b.v. schepen. Tevens zijn sommige
vermogensrechten ook registergoederen b.v. erfdienstbaarheid art. 5:70 BW, erfpachtrecht
art. 5:85 BW en opstalrecht art. 5:101 BW.

§ Eigendom en vorderingsrecht
Eigendom en vorderingsrecht zijn de grondvormen van het vermogensrecht. Een vorderingsrecht is
relatief, want het is een rechtsbetrekking tussen twee bepaalde personen, de schuldeiser en
de schuldenaar.
Eigendom is een absoluut recht, want het kan worden gehandhaafd jegens iedereen.

Het absolute karakter heeft twee aspecten:
1. Exclusiviteit: het recht is jouw eigendom en je kunt er mee doen wat je wilt.
2. Gevolg (droit de suite): het eigendomsrecht blijft op de zaak rusten, ook al raakt zij in
andere handen door b.v. diefstal ervan. Art. 5:2 BW revindicatie, de eigenaar van een zaak is
bevoegd haar van een ieder die haar zonder recht houdt op te eisen (eigendomsvordering).

§ Zakelijke en persoonlijke rechten
 Een zakelijk recht is een recht op een zaak (een stoffelijk object art. 3:2 BW).
 Een persoonlijk recht is een aanspraak jegens een bepaalde persoon.
 Eigendom is een zakelijk recht art. 5:1 BW.
 Een vorderingsrecht is een persoonlijk recht.

Zakelijke rechten zijn onderworpen aan twee beginselen (persoonlijke rechten niet):
 Individualiseringsprincipe: eigendom van uitsluitend naar soort en hoeveelheid bepaalde
zaken is niet mogelijk. Op welk goed heeft het eigendomsrecht betrekking?
 Eenheidsbeginsel: art. 5:3 BW voor zover de wet niet anders bepaalt, is de eigenaar van
een zaak eigenaar van al haar bestanddelen. De afzonderlijke onderdelen van bijvoorbeeld
een fiets wordt door het recht als één geheel gezien. Wat voor de mens functioneel een
eenheid vormt, wordt door het recht ook gezien als eenheid.
Criteria bestanddelen art. 3:4 BW:
1. Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van
die zaak.
2. Een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij daarvan niet kan worden
afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een der zaken,
wordt bestanddeel van de hoofdzaak.



§ Beperkte rechten
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben art. 5:1 BW.
De eigenaar kan bepaalde bevoegdheden losmaken en verlenen aan een ander art. 3:81 BW, zo
ontstaat een beperkt recht art. 3:8 BW. Beperkte rechten zijn absoluut en minder
omvattend. Het zijn rechten die deel uitmaken van het eigendomsrecht. Je kunt dus bijvoorbeeld



2

,een stukje van jouw eigendom overdragen op een ander. Dit is dus het beperkte recht, niet het
volledige recht.

Beperkte rechten zijn:
1. Vruchtgebruik: het recht om een goed te gebruiken en daarvan de vruchten genieten.
2. Erfdienstbaarheid: recht van erf vestigen op grond ten behoeve van een ander.
3. Erfpacht: zakelijk recht dat erfpachter bevoegdheid geeft de onroerende zaak van een ander
te houden en gebruiken.
4. Opstal: verkrijging eigendomsrecht van gebouw, werk, beplanting dat zich op of boven de
onroerende zaak van een ander bevindt.
5. Appartement: delen van eigendomsrecht zoals erfpacht/opstal. De rechthebbende is
bevoegd om het recht op te splitsen. De rechthebbenden van de appartementsrechten zijn
samen rechthebbenden van het geheel.
6. Hypotheek: registergoederen. Een mogelijkheid tot verhaal voor een schuldeiser.
7. Pand: niet-registergoederen. Gevestigde zekerheid terugbetaling van een geldsom.

Er is een gesloten stelsel van beperkte rechten:
 Gebruiksrechten: geven de beperkt gerechtigde bepaalde bevoegdheden tot gebruik (Zoals
erfpacht, erfdienstbaarheid opstal en vruchtgebruik).
 Zekerheidsrechten: strekken ertoe de rechthebbende meer zekerheid te verlenen bij het
verhaal van zijn vorderingsrecht (pandrecht en het recht van hypotheek).

Een andere onderscheiding houdt verband met het voorwerp van de beperkte rechten.
Boek 5: als het beperkte recht uitsluitend kan worden gevestigd op een zaak (zakelijke rechten
zoals erfpacht en erfdienstbaarheid).
Boek 3: als het beperkte recht niet alleen te vestigen is op een zaak, maar ook op een
vermogensrecht (vermogensrecht in het algemeen).

Een beperkt recht kan worden gevestigd op een zaak en een vermogensrecht. Een beperkt recht is
steeds een absoluut recht maar ook een zakelijk recht. Alleen wanneer het gevestigd is op
een vermogensrecht is het niet tevens een zakelijk recht.




Hoofdstuk 8 – verbintenissen uit andere bron dan OD of
overeenkomst
Rechtmatige daad: een handeling met rechtsgevolgen die niet in strijd is met het recht.
De onrechtmatige daad en overeenkomst zijn de belangrijkste bronnen van verbintenissen, maar er
zijn ook andere. Drie ervan zijn geregeld in Boek 6 Titel 4: zaakwaarneming, onverschuldigde
betaling en ongerechtvaardigde verrijking.

1. Zaakwaarneming art. 6:198 BW


3

, Het zonder overeenkomst behartigen van het belang van een ander terwijl daar een goede reden
voor is. B.v. afwezigheid van de eigenaar en een ander gaat de zaken van de eigenaar waarnemen.
 De zaakwaarnemer dient de belanghebbende op de hoogte te houden en verantwoording af te
leggen over de zaakwaarneming.
 De zaakwaarnemer is verplicht bij de waarneming de nodige zorg te betrachten art. 6:199
lid 1 BW.
 Schendt de zaakwaarnemer de verbintenis, dan is er sprake van een tekortkoming en is hij
verplicht de schade te vergoeden art. 6:74 BW.
 Op de belanghebbende rust de verbintenis de schade te vergoeden die de zaakwaarnemer
heeft geleden art. 6:200 lid 1 BW.
 Een zaakwaarnemer is bevoegd rechtshandelingen te verrichten in naam van de
belanghebbende, voor zover diens belang daartoe naar behoren wordt behartigd art. 6:201
BW.

2. Onverschuldigde betaling art. 6:203 BW
Er is sprake van een onverschuldigde betaling wanneer iemand aan een ander een geldsom of een
goed heeft gegeven zonder dat daar rechtsgrond voor was.

Het begrip ‘betaling’ dient ruim te worden genomen. Het omvat iedere prestatie, niet slechts het
verschaffen van geld.

Art. 6:203 lid 1 BW: maakt het mogelijk om een goed terug te vorderen.
Lid 2: verplicht tot teruggave van een gelijk bedrag.
Lid 3: prestatie van een andere aard die ongedaan gemaakt kan worden.

Ontbinding wederkerige overeenkomsten
Ontbinding art. 6:271 BW: een ontbinding bevrijdt de partijen van de daardoor getroffen
verbintenissen. Voor zover deze reeds zijn nagekomen, blijft de rechtsgrond voor deze nakoming in
stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds door hen
ontvangen prestaties.

Verbintenis tot waardevergoeding art. 6:210 lid 2 BW: sluit de aard van de prestatie uit dat
zij ongedaan wordt gemaakt, dan treedt, voor zover dit redelijk is, vergoeding van de waarde van
de prestatie op het ogenblik van ontvangst daarvoor in de plaats, indien de ontvanger door de
prestatie is verrijkt, indien het aan hem is toe te rekenen dat de prestatie is verricht, of indien hij
erin had toegestemd een tegenprestatie te verrichten.

Nemo auditur suam turpitudinem allegans: niemand vindt in rechte gehoor als hij zich beroept op
zijn eigen onzedelijkheid art. 6:211 BW.

3. Ongerechtvaardigde verrijking art. 6:212 BW
Wanneer iemand verrijkt is ten koste van een ander en die verrijking onrechtvaardig was. Het gaat
om een verbintenis die niet afkomstig is uit een overeenkomst of de wet. Als hier sprake van is
vloeit uit de wet een verbintenis om schade te vergoeden.

Art. 6:212 BW beperkt in drie opzichten de omvang van de verbintenis tot schadevergoeding:
a. De verarmde kan slechts aanspraak maken op de door hem geleden schade, ook al zou de
verrijking van de ander groter zijn.
b. De schadevergoeding is beperkt tot aan het bedrag van de verrijking.
c. Voor een verbintenis tot schadevergoeding is slechts plaats voor zover dit redelijk is. Deze
redelijkheidstoets strekt in de eerste plaats ertoe te voorkomen, dat door de verplichting tot
schadevergoeding de verrijkte een door hem niet gewenst bestedingspatroon wordt
opgedrongen.




Hoofdstukken compendium HOCO 1
§11 – Goederen, zaken en vermogensrechten
Goederen: alle actieve vermogensbestanddelen, worden onderscheiden in:
 Zaken, art. 3:2 BW: de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dieren zijn
geen zaken meer, maar worden voor de wetstoepassing wel aan zaken gelijkgesteld.
 Vermogensrechten, art. 3:6 BW: een recht is een vermogensrecht indien het voldoet aan
ten minste één van de in 3:6 genoemde criteria voldoet:
o Overdraagbaarheid;

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper super1es. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50155 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€7,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd