SUPPLY CHAIN MANAGEMENT
Samenvatting Project 9 BMKB 1,2,4,5,6,7,10,11,12
,H1 De weg naar supply chain management
Supply chain: keten van leveranciers.
• Korte supply chain: onderneming, leverancier, en klant
• Uitgebreide supply chain: korte supply chain met ook leveranciers van leveranciers en
klanten van klanten
• Ultieme supply chain: alle betrokken organisaties upstream en downstream.
Value chain: in de supply chain wordt door alle betrokken partijen waarde toegevoegd. Aan het
einde van iedere stap beloont iedere klant de toegevoegde waarde met extra vergoedingen voor
kosten en winstmarge.
Demand chain: soms wordt een supply chain ook wel een demand chain genoemd, omdat een
supply chain om het bevredigen van de behoeften van de klant draait. Subtiele verschillen:
• Een demand chain is pull-gestuurd. >gebaseerd op marketingvisie
• Een supply chain is push-gestuurd.> gebaseerd op productvisie
Een combinatie van een demand en supply chain: een supply chain network is de beste
representatie van de praktijk. Hoekstra en Romme baseren hun representatie van een supply chain
network op de logistieke grondvormen:
• Pijplijnen (één proces)
• Keten (onderbroken
proces)
• Shared resource (twee
processen met
gemeenschappelijke deler)
• Convergentie (meerdere
processen die
samenvoegen tot één)
• Divergentie (één proces dat
opsplitst in meerdere)
• Network (zowel convergentie als divergentie)
Een supply network maakt ook vaak gebruik van horizontale samenwerking..dit is dus samenwerking
tussen concurrenten onderling.
OEMs (Original Equipment Manufacturers) worden ook wel onderverdeeld in:
• Tier 1 (first tier) suppliers, directe leveranciers van eindproducten>Audi
• Tier 2 (second tier) suppliers, leveranciers van tier 1 producten>Inalfa Roof Systems
• Tier 3 suppliers, leveranciers van tier 2 producten, bijv. grondstoffen.>Tata Steel
Offshoring is het uitbesteden van productie naar lagelonenlanden. Het tegenovergestelde heet ook
wel backshoring: het terughalen van productie vanwege de kwaliteit of leverbetrouwbaarheid.
Een groothandelaar wordt ook wel grossier genoemd. Ze zijn een tussenschakel tussen fabrikanten
en bedrijven. In het Engels heten ze ook wel distributors of wholesalers. Verwar het echter niet met
, het Nederlandse distribuant, omdat dat een bredere betekenis heeft. Een groothandelaar heeft de
volgende functies:
• Overbruggen van hoeveelheidsverschillen tussen fabrikant en detailhandelaar.
• Overbruggen van tijdsverschillen (tijdelijk opslaan producten)
• Overbruggen van plaatsverschillen.
• Overbruggen van hoedanigheidsverschillen (het uitstellen van een bepaalde bewerking,
zoals verpakken, tot aan de groothandelaar. Ook wel value-added logistics (VAL) genoemd,
en wordt veel gedaan omdat de concurrentie soms erg groot is bij groothandels en zij dit dus
als extraatje aan willen bieden).
Ketenomkering: activiteiten worden niet door het aanbod bepaald, maar door de vraag. Er word pas
geproduceerd als er vraag is. Een groot nadeel hiervan is het dunner worden van goederenstromen.
Per goederentransport wordt minder vervoerd. Dit kan tegengegaan worden op drie manieren:
• Inschakelen groothandel
• Samenwerking tussen producten (manufacturing consolidation center)
• Samenwerking tussen afnemers
Naast groothandelaren heb je ook detaillisten, deze zijn de voorlaatste schakel in de keten (voor de
consument zelf). Ook bij detaillisten heerst vaak hevige concurrentie waardoor er flink gesaneerd
moet worden.
Tot slot heb je ook logistiek dienstverleners, deze worden vaak aangeduid als 3rd, 4th of zelfs 5th
party logistic providers en dienen vaak als vervoerder van goederen. Deze spelen samen met
bijvoorbeeld luchthavenbedrijven, mainports (havens en andere knooppuntgebieden zoals de
Brainport) een grote rol in het logistieke landschap. Grote verschuivingen in het logistieke landschap
komen ook voort uit de ontwikkelingen in de BRIC-landen (Brazilie, Rusland, India en China), omdat
deze in rap tempo welvaart naar zich toe trekken.
Er zijn een aantal nieuwe ontwikkeling die grote invloed hebben op het logistieke landschap:
• Massa-individualisering
• Megacities (versterkte verstedelijking, dus nieuwe infrastructuur)
• 3D printing
• Cloud computing
• Pick-up points & track-and-trace codes
H2 Supply chain management
Bedrijfskunde (integratie van verschillende gebieden binnen één organisatie) is minder breed dan
supply chain management (integratie van de verschillende gebieden in een keten), in de zin dat SCM
meer organisaties bestrijkt. SCM is echter breder dan alleen logistiek, omdat het ook delen van bijv.
marketing omvat. SCM is echter niet het fuseren/overnemen van ondernemingen, dit is het terrein
van de voorwaartse en achterwaartse integratie.
Upstream relations: relaties met leveranciers. Het is het tegenovergestelde van downstream
relations (relaties met klanten). Upstream wordt gerelateerd aan een inkoopvisie, downstream aan
een marketingvisie.
Om goed aan SCM te kunnen doen, moeten er een aantal voorwaarden zijn waaraan voldaan moet
zijn: