Psychologie 1
KLINISCHE LESSEN
Week 1: Hoorcollege 1 – Algemene inleiding
DSM-V helpt bij informatieverzameling, als je een stoornis herkent, kan je vragen naar de andere symptomen
à MAAR NIET BLIND OP RICHTEN!
Doel = clinici helpen bij classificeren van psychische stoornissen
- Beschrijvend! Samenvatting van de symptomen – zegt niets over de oorzaak of theorie
- Heeft ook een statistieke kant omdat het gebaseerd is op praktijk gegevens, het zijn symptoomclusters
à Zorgt voor effectieve behandelingen
à Het is een lijst met symptomen en iedere patiënt is verschillend
CLASSIFICATIE VOOR 1 GEZAMELIJKE TAAL
Classificatie betekent verlies van informatie en nuance (= minder verschil)
- Ja/Nee: Gezond/Stoornis
Maar ook standaardisering
- Verbetert betrouwbaarheid en validiteit
En één gezamenlijke taal
- Klinische praktijk: specialisten, prognose, behandelplan, DBC
- Onderzoek en theorievorming
KRITIEK OP CLASSIFICATIESYSTEEM
- Ongevraagd label
- “Afsprakenboek” criteria weinig verband met oorzaak of prognose
- Niet alle klachten ‘te vangen’
- Perverse prikkel: zonder diagnose geen betaling
- Keuzemenu (300 stoornissen), meer diagnosen gesteld dan nodig
- Valse epidemieën door verandering classificatie
o Het lijkt wel alsof iedereen nu ADHD heeft, maar misschien is de criteria wel veranderd
,Psychologie 2
- Eindstadium? Proces?
- Classificatie bij laag begaafden
- Onvoldoende ruimte voor cultuurverschillen
WANNEER STOORNIS VOLGENS DSM-V
Stoornis:
- Syndroom van klinisch significante symptomen op gebied van cognitie, emotieregulatie of het gedrag
- Uiting van een dysfunctie in een psychologisch, biologisch of ontwikkelingsproces
- Significante lijdensdruk
- Beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren
Geen stoornis!
- Een (geaccepteerde) reactie op een veelvoorkomende stressor of verlies
- Sociaal afwijkend gedrag (politiek, religieus of seksueel)
à Klachten of symptomen ≠ stoornis!
SPECIFICEER INDIEN
Met goed of redelijk realiteitsbesef:
- De betrokkene erkent dat de opvattingen die horen bij de obsessieve-compulsieve stoornis, zeker of
waarschijnlijk niet waar zijn.
Met gering realiteitsbesef:
- De betrokkene is van mening dat de opvattingen die horen bij de obsessieve-compulsieve stoornis,
waarschijnlijk waar zijn.
Met ontbrekend realiteitsbesef/waanovertuigingen:
- De betrokkene is er volledig van overtuigd dat de opvattingen die horen bij de obsessieve compulsieve
stoornis, waar zijn.
Tic gerelateerd?
- De betrokkene heeft een actuele tic stoornis of tic stoornis in de voorgeschiedenis.
,Psychologie 3
DSM-V CLASSIFICATIE
De classificatie bevat minimaal 3 elementen
1. Klinische syndromen, persoonlijkheidsproblematiek en medische aandoeningen
2. Psychosociale stressoren – Andere problemen die een reden voor zorgkunnen zijn
3. Niveau van functioneren
Verschil met voorgaande edities:
- Dimensies (gradaties en schalen) in plaats van subtypes. Grenzen van categorieën en
stoornissen zijn minder strikt dan eerder werd aangenomen.
Ruimte voor specificaties
- Op ernst, aard en beloop
CLASSIFICATIE PERSOON EN CONTEXT
- Persoon - Cognitie
- Waarneming - Bewustzijn
- Gevoel en verlangen - Expressie en motoriek
- Zelfbeleving
à Er zit een persoon voor je, geen stoornis. Deze persoon heeft misschien andere doelen dan jij hebt, denk
aan wat de persoon als prioriteit is (wat jij denkt hoeft niet het beste te zijn wat die persoon belangrijk vindt)
à Maar dus ook omgevingsfactoren en fysiek welbevinden!
STRUCTUURDIAGNOSE
Structuurdiagnose leidt tot indicatie en behandelplan en omvat beschrijvende én verklarende diagnostiek
- Nauwkeurige voorgeschiedenis
o Vraag ook aan de patiënt wat zij denken
- Hypothese over ontstaansvoorwaarde en ontstaanswijze
- Samenvatting van predisponerende (= je biologische aanleg, maar ook je jeugd/opvoeding etc.),
luxerende (= een gebeurtenis, vaak stressend, waarna het is ontstaan, vlam in de pan), beschermende
(= wat helpt deze persoon, wat gaat er goed en hoe kunnen we dat beter maken) en instandhoudende
(= factoren waardoor je klachten erger worden. Of in elk geval niet beter)
- Persoonlijkheidsontwikkeling
, Psychologie 4
STRUCTUURDIAGNOSE – VOORBEELD
Laatste maanden geleidelijk ontstaan ernstig depressief syndroom in de vorm van een eenmalige depressieve
stoornis, bij een vrouw van 47 jaar, met een familiaire belasting (= predisponerende factor) voor
depressiviteit, geluxeerd (laatste druppel) door de verlating door haar echtgenoot 6 maanden geleden.
Betrokkene krijgt veel steun krijgt van een goede vriendin (beschermende factor), maar de zorg voor haar 23-
jarige thuiswonende zoon met een autismespectrumstoornis lijkt haar fors te overvragen. (Instandhoudende
factor)
VERTALING CLASSIFICATIE DSM-5
- Depressieve stoornis, eenmalige episode, ernst matig (296.22)
- Uiteenvallen van gezin door scheiding of echtscheiding (V61.03)
- Ouder-kindrelatieprobleem (V61.20)
à V-codes
REDEN VAN AANMELDING
- Huidige klachten
- Symptomen: aard, ernst, begin, duur, beloop
- Geschiedenis van psychische problemen?
- Huidige situatie, recente levensgebeurtenissen
- Eigen begrip van de situatie? Theorie (eigen idee) over ontstaan klachten?
- Wat al geprobeerd?
- Overige symptomen (hypothese gestuurd)
- Hulpvraag?
CONTEXT – VOLG DE LEVENSLOOP
Familie
- Geboorte, ijkpunten in ontwikkeling, overgangen
- Huishouden, onderlinge verhoudingen
- Psychiatrische familiegeschiedenis
Onderwijs
- Soort school, sterke zwakke punten, drop-out, doublures (= blijven zitten)