PEDIATRIC NEUROPSYCHOLOGY
PEDIATRIC NEUROPSYCHOLOGY
LECTURE 1.1
VERANDERING IN VISIE WERKING BREIN DE NEURON
Modulair en gelokaliseerd Neuronen in CZS
- Idee van modulaire organisatie, 1-op- - 86 miljard
1 relatie brein/functie - Tot wel 10.000 synapsen per neuron
Connectionistisch - Communicatie via actie potentialen
- Complexe vaardigheden die - Witte stof: axonen + myeline
gemedieerd door complexe neurale - Grijze stof: cellichamen
netwerken Glia cellen in CZS:
- Zowel morfologie (structuur van het - 1:10 verhouding neuron-glia cel
brein) als connectiviteit (verbindingen - Onder andere witte stof aanmaak,
tussen hersengebieden) van belang voeding, herstel bij schaden
Aangeboren specialisatie Doorbloed
- Lateralisatie taal
Equipotentie CEREBRALE ONTWIKKELING
- Gebieden kunnen verantwoordelijk Prenataal (voor geboorte):
zijn voor meerdere functies - Structurele formatie van CZS (=
- Plasticiteit brein morfologie)
Meest recent: interactieve specialisatie - Genetisch bepaald
- Specialisatie is afhankelijk van input - Verstoringen: abnormale cerebrale
vanuit omgeving structuur
- Maakt ons brein zo plastisch ® Abnormale morfologie
Postnataal (nageboorte)
GEWICHT VAN BREIN GEBOORTE – - Functionele rijping van CZS (=
VOLWASSENHEID connectiviteit)
- 20 weken na bevruchting: 100 gram - Grotere invloed van omgeving en
- Geboorte: 400 gram ervaringen
- 18 maanden: 800 gram - Verstoringen: abnormale ontwikkeling
- 3 jaar: 1100 gram van verbindingen en functionele
- Vroege volwassenheid: 1300-1500 neurale netwerken
gram ® Alles is al aangemaakt +
® Brein is relatief groot bij geboorte, gemigreerd vòòr geboorte
heel groot gedeelte is al af als we
geboren worden
1
,PEDIATRIC NEUROPSYCHOLOGY
RIJPING VAN HET BREIN Peri-/postnatale factoren
Additieve/lineaire ontwikkeling - Geboorte complicaties (vasa previa,
- Toenemende gefaseerde groei afklemming door navelstreng
- Bijvoorbeeld toename myelinisatie - Cerebrale infecties
(witte stof - Niet-aangeboren hersenletsel
® Tot rond 30e levensjaar
‘Rise-and-fall’ patroon
- Initiële overproductie gevolgd door
eliminatie
- Gevoelige perioden/’fine-tuning’
- Bijvoorbeeld aantal neuronen
“KRITIEKE EVENTS”
prenataal; aantal synapsen en
Voor de geboorte:
dendrieten postnataal (grijze stof)
- Neuronal migration
Stopt na geboorte
- Neuronal selection
- Neurogenesis
- Neurulation
- Synaptogenesis
- Apoptosis
- Migration from ventricular zone
INVLOEDEN OP CZS ONTWIKKELING
- Differentiation & Myelination
Prenatale (congenitale factoren)
Na geboorte/volwassene
- Genetische factoren
- Synaptogenesis
- Intra-uterien trauma/teratogenen
- Differentiation & Myelination
® Infecties (bacterieel
- Neurogenesis in specific brain areas
[toxoplasmose] of viraal
- Competitive elimination
[rodehond])
Begint na geboorte
® Schadelijke stoffen
o Drugs (nicotine, alcohol
NEURULATIE
etc.)
Week 3 – 4
o Giftige stoffen (lood) en
- Ectoderm = huidoppervlak en CZS
straling
- Mesoderm = skelet en
o Hormonen
spiergroepen
(Diethylstilbestrol [DES])
- Endoderm = interne
o Medicatie (Thalidomide
organen: spijsvertering
[Softenon], paracetamol)
en ademhalingssysteem
® Ongeval
Week 4 – 5
- Maternale factoren
Prosencephalon = voorhersenen
® Leeftijd, stress, voeding,
Mesencephalon = middenhersenen
diabetes, hypertensie
Rhombencephalon = achterhersenen
2
,PEDIATRIC NEUROPSYCHOLOGY
AFWIJKINGEN DOOR NEURULATIE AFWIJKINGEN DOOR MIGRATIE
Anencefalie = absentie groot deel van de - Dubbele cortex (corticale laminaire
hersenen en schedel (kikker babies) heterotopias) = dubbele laag van
Meningocefalie = iets fout met neurale grijze en witte stof, vertraagde
sluiting rond ruggenmerg = open ruggetje - ontwikkeling
Holopronsencefalie = opdeling van linker- en - Lissencephalie/Pachygyrie = hierbij is
rechterhersenhelft heeft niet plaats er een gladde cortex zonder sulci en
gevonden, komt nog redelijk vaak voor, zorgt gyri, wel normale corticale dikte à
ook voor mentale problemen en epilepsie = zorgt voor mentale retardatie
- Polymicrogyrie = heel groot aantal
AFWIJKING DOOR NEUROGENESE (WEEK kleine gyri
6-18) - Agenese van septum pellucidum = de
Micro-encephalie = abnormaal klein hoofd wanden van een kleine met vloeistof
door te weinig aanmaak van neuronen. Kan gevulde ruimte in het midden van de
komen door alcoholgebruik moeder, Zika hersenen zijn niet zichtbaar op een
virus. = laag intellectueel echografie
Hemi-megalencephalie = hierbij zijn te veel - Agenese van corpus callosum =
neuronen aangemaakt, het afsterven van ontbreken van malformatie of vezels
neuronen is niet gebeurt waardoor een tussen de hemisferen
abnormaal groot hoofd - Schizencephalie = geen corticale
Hydra-encephalie/porencefalie = ook wel lagen
een waterhoofd, verwijding van de ventrikels: - Heterotopias = abnormale structuur
cystische zakken gevuld met cerebrospinale
vloeistof die de hemisferen vervangen PRENATALE DIFFERENTIATIE/RIJPING
Neuronen:
MIGRATIE VAN JONGE NEURONEN - Cellichamen ontwikkelen
Passieve migratie: subcorticale gebieden = - Selectieve celdood – 50%
thalamus, hippocampus en hersenstam. Glia cellen in CZS:
- Nieuwe neuronen aangemaakt en - Oligodendrocyten
nieuwe, jongere neuronen duwen = myeline
oude neuronen naar buiten - Astrocyten =
Actieve migratie: lagen van de cortex, bloed-brein
cerebellum. barrière, migratie,
- Jonge neuronen reizen om oude voeding, herstel
neuronen heen dus zitten aan de na schade
buitenste laag van de cortex à - Microglia = opruimen dode cellen,
ontstaan cellulaire tegen cortex immuunsysteem
3
, PEDIATRIC NEUROPSYCHOLOGY
UITBREIDING CZS (PRE- EN POSTNATAAL) ONTWIKKELING GRIJZE STOF (SYNAPSEN)
Synaptogenese Frontaal gray matter:
- Parallel aan dendrieten - Piek bij meisjes: 11 jaar
- Overproductie en eliminatie, - Piek bij jongens: 12 jaar
afhankelijk van regio Temporaal gray matter à laatste ontwikkeld
- Maximaal aantal synapsen rond 2e + taal
levensjaar, daarna decline de - Piek bij meisjes: 17 jaar
volgende 16 jaar - Piek bij jongens: 16,5 jaar
o Zorgt voor reorganisatie en betere Pariëtaal gray matter:
effectiviteit - Piek bij meisjes: 10 jaar
- Gevoelig voor invloeden vanuit - Piek bij jongens: 12 jaar
omgeving/ervaringen Occipitaal gray matter piek waarschijnlijk al
Arborisatie van dendrieten en axonen voor het 4e levensjaar voor meisjes en
- Additieve ontwikkeling axonen, geldt jongens
niet voor dendrieten
- Volwassen niveau 5 jaar (dendrieten)
Myelinisatie
- Additieve ontwikkeling
- Snelle veranderingen eerste 2 jaar,
ontwikkelt door tot in volwassenheid
MYELINISATIE
Sensorisch, dan motorisch
Primaire (visuele, auditieve, motorische,
somatosensorische) gebieden, dan associatie
Posterieure (achter), daarna anterieur (PFC)
à Orbitofrontaal, prefrontaal, amygdala en
hippocampus ontwikkelen zich later pas
4