DESKRESEARCH
INLEIDING
Free web : World wide, dit kan iedereen bezoeken zoals Google, Wikipedia. (30% van alle data)
Deep web : niet voor iedereen te bereiken informatie, zoals databanken (70% van alle data). Informatie
van hoge kwaliteit, betrouwbaar, relevant & up-to-date!
Endnoot reference software dat je kan gebruiken op word.
Deskresearch is het zoeken naar informatie zittend achter je bureau. Het is het opzoeken van
bestaande informatie, het doelgericht informatie verzamelen, het systematisch zoeken naar informatie.
Drie manieren om informatie te verkrijgen :
- observatie
- conversatie
- consulatie
Observatie :
Alle activiteiten die we met onze zintuigen doen om informatie te verkrijgen : Horen, Zien, Voelen,
Ruiken en Proeven. Het gaat om fysiek contact met de wereld om ons heen.
bijvoorbeeld : als we willen weten hoe en appel smaak, dan proeven we dat gewoon.
Conversatie :
Het gaat hierbij om het stellen van vragen aan anderen.
De afstand maakt niks uit, het kan face-to-face of via het internet, brief, telefoon etc.
bijvoorbeeld : het vragen aan andere hoe de appel smaakt.
Consulatie :
Het gaat hierbij om de mogelijkheid om informatie te gebruiken die is vastgelegd in documenten, zoals
boeken, tijdschriften, collecties, internet etc. Deze informatie is systematisch beschikbaar via
professionele informatievoorzieningen, zoals bibliotheek, musea etc.
bijvoorbeeld : het opzoeken via internet of boek na een beschrijving over hoe een appel smaakt.
In deskresearch speelt documentaire informatie de hoofdrol dit is informatie die door anderen is
vastgelegd en gepubliceerd, waardoor zodat informatievergaring door consultatie mogelijk is.
Het verschil tussen Deskresearch en veldonderzoek :
Deskresearch is bestaande informatie die je vanachter je bureau opzoekt. Het word ook wel secundaire
informatie genoemd. Voordeel van Deskresearch is dat het sneller en goedkoper is plus de kwaliteit van
de informatie kan beter zijn. Nadeel van deskresearch is dat niet alle gewenste informatie beschikbaar
is.
Veldonderzoek of fieldresearch is nieuwe informatie verzamelen door de wijde wereld in te gaan en
nieuwe informatie te creëren. Het word ook wel primaire informatie genoemd.
,Mystery research -- je anders voordoen om zo informatie te verzamelen, zoals het spelen van een
potentiële klant om zo informatie te verkrijgen van een onderneming.
Complexiteit van de vragen die met deskresearch kunnen worden beantwoord
Lage complexiteit : opzoeken van bedrijfsgegevens
Kenmerken : feitelijk, eenvoudig en opzoeken
Quick Reference : het zoeken naar feitelijke informatie, die snel te vinden is.
Hoge complexiteit : uitvoeren van literatuurstudie
Literatuur studie gebruikt je om te bepalen wat er over een bepaald onderwerp bekend is.
Bij literatuur studie zijn twee aspecten van belang :
- de literatuur moet zorgvuldig worden geselecteerd. Er worden hoge eisen gesteld aan de wijze waarop
de informatie gevonden is.
- de gevonden literatuur dient kritisch te worden geëvalueerd.
Literatuur is de basis van elk onderzoek Hierdoor weet je welke informatie bekend is, je krijgt allerlei
ideeën hoe eerder onderzoek is uitgevoerd en je kunt vaststellen hoe begrippen worden gedefinieerd en
gemeten.
Je hebt primaire, secundaire en tertiaire informatiebronnen :
Primaire informatie bronnen zijn de uiteindelijke bronnen waarin de oorspronkelijke informatie in staat.
Deze informatie geldt als bewijs voor een argumentatie of analyse.
Secundaire informatie bronnen zijn bronnen die een overzicht bieden van de verschillende artikelen en
publicaties. Secundaire bronnen bespreken bewijzen of feiten.
Tertiaire informatie bronnen zijn bronnen die informatie bevatten over de secundaire informatiebronnen
en zijn nuttig om snel informatiebronnen te vinden. Tertiaire bronnen bespreken primaire en secundaire
bronnen.
Bij het oriënteren richt je je meestal op de tertiaire bronnen, daarna krijg je vat op het probleem en ga je
je verdiepen in de secundaire bronnen. Als je dan precies weet wat je wilt weten richt je je op de
primaire bronnen. Zie boek bladzijde 20 + 21 voor een voorbeeld
INFORMATIE VINDEN IN ZES STAPPEN, THE BIG 6 stappenplan van Berkowitz en Eisenberg.
Stap 1. Wat wil je eigenlijk weten?
Zoeken naar informatie is een doelgerichte activiteit je wilt iets weten.
Je hebt twee samenhangende vragen : wat is precies de vraag? – probleemdefinitie
waarom wil je het eigenlijk weten?- probleembehoefte
,Stap 2. Welke informatie bronnen zijn geschikt?
Als alles duidelijk is ga je kijken, waar kan ik de informatie vinden?
drie zaken die je goed op een rijtje moet krijgen :
• ruwe inventarisatie van de mogelijke informatiebronnen – een longlist
• de informatiebronnen rangschikken naar de kans op succes en selecteer de belangrijkste
informatiebronnen - een shortlist
• bedenk begrippen die geschikt zijn om de informatiebronnen te raadplegen- de zoektermen
Stap 3. Waar kun je de juiste informatie vinden?
Weten welke bron je kunt raadplegen en de informatiebron daadwerkelijk gebruiken, zijn twee
verschillende dingen.
Het vinden van de juiste informatie in de bron bestaat altijd uit twee sub stappen :
waar is de informatiebron & waar is de informatie in de informatiebron te vinden?
Twee belangrijke dingen : technische vaardigheden gebruiken en het goed gebruiken van de
inhoudsopgave, register of de juiste zoeksleutels en velden.
Fact checking : Het nagaan of een bepaald verhaal, advertentie etc. klopt! Het zoeken naar de feiten die
het verhaal ondersteunen op betrouwbaarheid.
Stap 4. Hoe gebruik en beoordeel je de informatie?
De belangrijkste stap is uiteraard om met de informatie zelf te werken. Je moet de informatie
bestuderen, vergelijken en bekritiseren. Het belangrijkste tijdens deze stap is dat je nieuwe kennis
opbouwt. Aantekeningen maken en samenvatten is belangrijk voor het maken van een rapportage.
Stap 5. Hoe verwerkt je de informatie?
De informatie uit de verschillende informatiebronnen moet je zodanig gaan organiseren dat het aansluit
op de vraagstelling. Dit leidt tot een rapportage die voldoet aan de opdracht. Het is belangrijk om
duidelijk te maken waar de informatie vandaan komt! Bronvermelding is verplicht/nodig. Hierdoor kun je
de kwaliteit bepalen van het eindproduct.
Stap 6. Wat is de kwaliteit van je rapportage?
Je evalueert kritisch je eigen werk, in hoeverre zijn de vragen efficiënt en effectief beantwoord. Het
proces en product worden beoordeelt.
Zie boek bladzijde 25 voor een voorbeeld
In de BIG 6 wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen het selecteren van mogelijke
informatiebronnen, het kiezen en lokaliseren van de informatiebron en het omgaan met en begrijpen
van de informatie in de bron.
, STAP 1
1.2
Je begint met het formuleren van een vraag die de zoektocht richting geeft en zicht geeft op het
beoogde resultaat.
Een goede vraagstelling is belangrijk het geeft richting en structuur.
het bakent af wat je wilt weten.
het maakt zichtbaar wat je niet wilt weten.
Het bedenken van een goede vraagstelling bestaat uit twee fases :
Fase 1 je probeert grip te krijgen op de opdracht door je op het onderwerp te oriënteren.
Fase 2 het idee word een plan, je krijgt een scherp beeld van wat je wilt gaan doen.
1.3
Kennis van het onderwerp is nodig om een heldere vraag te kunnen stellen.
Drie vraag types Quick Reference
Oriëntatie
Onderzoek
Vraagtype 1. Quick Reference snel opzoeken van informatie
Feitelijke vragen het zoeken naar specifieke informatie. Bijvoorbeeld : wat is de vertrektijd van de
trein van Deventer naar Amsterdam of wat is de weersverwachting in Orlando.
deze vragen kun je alleen beantwoorden als je de juiste informatiebron hebt gevonden, de informatie
bron moet betrouwbaar zijn! de bron bepaald namelijk de betrouwbaarheid van de informatie!
Known item het opzoeken van informatie dat al bestaat. Bijvoorbeeld de weersverwachting of
omzetcijfers van een bepaald bedrijf. jij hoeft dit niet te onderzoeken.
Educated guess inschatting van een deskundige over bepaalde zaken. Bijvoorbeeld : de
omzetcijfers van het parfum merk Chanel no. 5 is geheim, een diskundige kan alleen uit algemene
gegevens een schatting maken over deze cijfers.
Vraagtype 2. Oriëntatie Opzoek gaan naar informatie om aan te geven wat je eigenlijk wilt weten.
De belangrijkste hulpmiddelen bij het oriënteren zijn - studieboeken
- gespecialiseerde encyclopedieën
- portals, ( websites die gespecialiseerd zijn in
bepaalde onderwerpen )
- webdicrectories, ( websites die georganiseerd
in categorieën )
- deskundigen