Theoretische psychologie werkgroepen
Werkgroep 1
Describe modern manifestations of physiognomy, mesmerism, spiritualism, and
mental healing. Use the internet if needed. Describe one or more phenomena that
these pseudo-scientific approaches appear to explain. Then describe an alternative
explanation drawn from modern psychological science for each of these phenomena.
Write your arguments down. During the work group meeting: Discuss the arguments
you have written down with other students.
Workgroup assignment 1.1
Fysiognomie: gezicht reflecteert het karakter Je kan op basis van het uiterlijk zien
of iemand crimineel is
Moderne vorm: face reading, handpalm reading, gelaatskunde
Wetenschappelijke verklaring: selfulfilling-prophecies: mensen met crimineel uiterlijk
worden zo ook gezien door hun omgeving en gaan zichzelf daar dan ook naar
gedragen
Mesmerisme: de gedachte dat je magnetische straling kunt gebruiken op afstand, en
via die straling mensen beter kunt maken. Ook gebruik maken van hypnose. Mesmer
geloofde dat lichaamssappen magnetisch zijn, hij geloofde dat deze vloeistoffen
magnetische straling bevatten, dus dacht hij dit met een magneet te kunnen sturen.
Hypnose wordt nog steeds gedaan, kettingen met magneten
Moderne vorm: magnetisme, hypnotiseur, reiki, handoplegging (kan dan placebo
effect optreden, als je er maar in gelooft dan werkt het ook).
Wetenschappelijke verklaring: geen voorspellingen als je iets doet (reiki). Altijd
redeneren dat het altijd werkt of het werd beter, gelijk of slechter maar reiki (bijv.)
heeft altijd effect. Hierom moet je wetenschappelijk onderzoek doen om te checken.
Spiritualisme/spiritisme: de gedachte dat mensen met een bepaalde gave
(mediums) contact kunnen maken met de geest van een overledene.
Moderne vorm: mediums, Derek Oglivie, Ouija bord, AstroTV
Confirmation bias speelt hierbij een rol luisteren naar wat bevestigend is
Hinsight bias als je achteraf terugdenkt dat je bepaalde dingen terughaalt
Mental healing: door met mensen te praten en ze op juiste gedachte / positieve
gedachtes te brengen je ze kan genezen. Anders denken om psychische klachten te
laten verdwijnen.
Moderne vorm: gedachtenschema’s (cognitieve therapie)
Work assignment 1.2
Prior to the work group meeting: Read Kanwisher, N. (2010). Functional specificity in
the human brain: A window into the functional architecture of the mind. Proceedings
of the National Academy of Sciences, 25, 11163-11170.
doi:10.1073/pnas.1005062107 This article is not an easy read! There is a link to this
text in the appendix at the end of the course manual. Read it and write down the
principal similarities and differences between phrenology and Fodor and Kanwisher’s
modern views on modularity, and identify which aspects of the old phrenology theory
still hold value today. Discuss Wernicke’s language model from the perspective of
, Fodor’s views on modularity. During the work group meeting: Discuss the arguments
you have written down with other students.
Modulariteit (Fodor)
Modules: domein specifiek, domein houdt zich alleen met datgene bezig en het gaat
automatisch.
Input modules: taalherkenning, object herkenning, geluidherkenning, tast
Output modules: spraakproductie, motorische beweging
Central systeem: verbinding tussen input en output systeem
Gall geloofde in specialisatie, hij geloofde dat er een specifiek gebied was voor
rekenen en een specifiek gebied voor taal (meer geloven in input en output module).
Dus hij was meer van de verticale faculteiten.
Maar Flourence geloofde dat er meerdere gebieden nodig zijn voor een functie. Hij is
de eerste die zegt dat de mind niet in het hart zat maar in het brein (centrale
systemen past hierbij). Hij was dus meer van de horizontale faculteiten.
Kanwisher artikel
Kanwisher vroeg zich af of er hogere cognitieve functies zijn die een module hebben.
Hogere cognitieve functie: theory of mind, plaatsherkenning, gezichtsherkenning,
Gebieden:
FFA (gezichtsherkenning)
PPA: plaatsherkenning, navigeren
EBA: word alleen actief bij het zien van lichaamsdelen van andere mensen
rPTj: denken over gedachten van anderen
Modularity gaat over een soort mentale module/domein en frenologie over fysieke,
alsof je brein verdeeld is in modules voor verschillende functies.
Tegenwoordig is het brein nog steeds in verschillende regio’s verdeeld, maar niet op
de directe manier zoals bij frenologie. Dus niet 1 gebied voor eten en 1 voor lachen
maar algemener dus gebieden voor emoties en gevoelens en gebieden voor
geheugen. Deze gebieden werken dan samen om je uiteindelijke gedrag te
produceren.
Fodor zegt dat herkenning van bepaalde dingen (gezichten, plekken etc.) zich
specifiek bevinden op een bepaalde in het brein net als Wernicke zegt dat
taalbegrip op een bepaalde plek (links temporaal) zich bevindt.
Tentamen: model van Broca en Wernicke terug zien in schema van Fodor.
Broca: output module valt weg (spraakproductie)
Wernicke: input module valt weg (spraakherkenning)
Als je een vreemde taal nazegt sla je het centrale systeem over en ga je meteen
van input naar output.