H1 - OP VERANDERING GERICHTE GESPREKKEN
Motiveren en beinvloeden van gedrag van een ander is in feite een primaire functie van taal.
Professionele consulten waarin de ene persoon bij de ander hulp zoekt om te veranderen.
Er zijn ook professionele consulten die wel gericht zijn op verandering, maar niet direct op
verandering van gedrag > vergeven is een verandering van een mentale staat die heel bevorderend
kan zijn, maar niet per se iets met gedrag te maken hoeft te hebben.
Zelfbeeld, genomen beslissingen, opvattingen, verdriet, of aanvaardingen zijn in de klinishe praktijk
onderwerpen die wel op gedrag van invloed kunnen zijn, maar toe toch vooral een kwestie zijn van
innerlijke ervaring.
Motiverende Gespreksvoering (MGV) heeft aandacht voor natuurlijke taal over verandering, met
gevolgen voor de wijze waarop op verandering gerichte gesprekken met meer effect gevoerd
kunnen worden. MGV gaat vooral over het op zodanige manier voeren van gesprekken dat men zelf
al pratend komen tot verandering die overeenstemt met hun waarden en belangen.
GESPREKSTIJLEN OP EEN CONTINUÜM
Sturen Gidsen Volgen
Aan de ene kant ligt een sturende stijl: de helper geeft informatie, instructies, en advies. Hierbij
wordt men verteld wat ze moeten doen en hoe. “Ik weet wat jij moet doen en hoe je het moet
doen.” > dokter doet dit vooral bij het voorschrijven van medicijnen.
Aan de andere kant ligt een volgende stijl: de helper luistert, heeft aandacht voor wat de ander te
zeggen heeft, probeert de ander te begrijpen, en onthoudt zich er van om zelf dingen in te brengen.
“Ik vertrouw op je wijsheid, ik blijf bij je, en laat je dit op je eigen manier uitzoeken.”
In het midden ligt een gidsende stijl: een vaardige gids luistert goed en biedt zijn expertise aan op de
momenten dat het nodig is.
MGV ligt tussen sturen en volgen in en heeft kenmerken van beide.
DE VERBETERREFLEX
Wat de motieven ook zijn om hulpverlener te worden, al die motieven kunnen leiden tot een
overmatig gebruik van de sturende stijl. Dat is ineffectief en contraproductief bij het helpen van
mensen. > verbeterreflex – het verlangen om te herstellen wat er fout is en mensen zonder aarzelen
op het goede pad te zetten.
AMBIVALENTIE
De meeste mensen zin ambivalent over iets dat ze moeten veranderen. Het is een algemeen
menselijk verschijnsel dat mensen tegelijkertijd wel en niet willen veranderen.
,Door ambivalentie loopt menigeen schip op de klippen. Mensen weten wel dat ze moeten
veranderen (verandertaal), maar kunnen altijd redenen bedenken om dat niet te doen (behoudtaal).
“Ja, maar…”.
In ambivalentie kun je dus blijven hangen. Het gras is altijd groener aan de overkant.
Veelvoorkomend patroon: denken aan een reden te veranderen, dan aan een reden niet te
veranderen, en dan helemaal niet meer denken. De weg uit ambivalentie is een kwestie van één
richting kiezen, die kant opgaan en blijven gaan.
Een ambivalent persoon treft een hulpverlener met een verbeterreflex: de persoon weet al lang dat
het een onproductief gedrag is, dus heeft daar geen boodschap aan.
Discussiëren kan misschien therapeutisch lijken, maar de meeste mensen hebben de neiging meer
geloof te hechten aan zichzelf en meer te vertrouwen op hun eigen argumenten dan op die van
anderen. Je doet het dus precies verkeerd wanneer je als hulpverlener gaat pleiten vóór verandering
als je cliënt daartegenin gaat. De verbeterreflex en de sturende stijl maken van gesprekspartners
tegenstanders.
DE DYNAMIEK IN OP VERANDERING GERICHTE GESPREKKEN
In de tweede helft van de twintigste eeuw was dat een populaire instelling in de verslavingszorg: je
moet een ander overtuigen of overhalen het goede te doen. Patiënten reageerden defensief,
waardoor ineens alle verslaafden de stempel ‘onvolwassen, defensief en “in denial”’ kregen.
In feite trekt de ‘geholpen’ persoon soms de conclusie dat hij/zij niet wil veranderen. Als reactie op
de verbeterreflex zijn mensen geneigd zich slecht te voelen, en dat gevoel helpt niet om te
veranderen.
Hoe dan wel? Vragen:
1. WSaarom zou je dit willen veranderen?
2. Hoe zou je deze verandering aan kunne pakken?
3. Wat zijn de drie belangrijkste redenen om te veranderen?
4. Hoe belangirjk is deze verandering voor je, en waarom?
De hulpverlener luistert, en vat samen, en stelt dan nog één vraag:
5. En, wat ga je doen, denk je?
That’s it. Deze vragen vormen natuurlijk niet de MGV-methode, maar ze geven wel een idee van de
persoonsgerichte spirit en stijl van MGV. Hoe reageren mensen hierop? Gemiddeld is dat:
Betrokken
Gesterkt
Open
Begrepen
EEN EERSTE DEFINITIE
,Lekendefinitie: motiverende gespreksvoering is een op samenwerking gerichte gespreksstijl die
iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.
Motivational Interviewing is eerst en vooral een gesprek over verandering, en altijd gericht op
samenwerking. Het is kwestie van gidsen, niet sturen. Het doel is om de motivatie van de persoon
zelf te versterken.
, H2 - DE ‘SPIRIT’ VAN MOTIVERENDE GESPREKSVOERING
Zonder onderliggende spirit wordt MGV een cynisch trucje, een manier om mensen te manipuleren
zodat ze iets gaan doen wat ze niet willen; een andere versie van de verbeterreflex, een wedstrijd in
vernuft, waarbij het doel is je tegenstander te slim af te zijn.
PARTNERSCHAP
Samenwerking is het eerste essentiële kenmerk van de spirit van MGV. MGV wordt gedaan ‘voor’ en
‘met’ iemand. Het is een actief samenwerkingsprocess tussen experts, want mensen zijn de best
expert over zichzelf.
In MGV is de helper een metgezel die bij voorkeur minder dan de helft van de spreektijd neemt. Het
gaat meer om exploreren dan om vermanen, meer om belangstelling en ondersteuning dan om
aansporen of argumenteren. De gespreksvoerder streeft ernaar een positief klimaat te creëren dat
bevorderlijk is voor verandering maar daar niet toe dwingt.
Wanneer het doel is dat iemand veranders, kan de hulpverlener dat niet alleen. De cliënt heeft
essentiële expertise (over zichzelf) die de jouwe aanvult. MGV is een manier om de eigen motivatie
en bronnen voor verandering van mensen te activeren. Daarbij moet de hulpverlener afstand doen
van de aanname dat je verondersteld wordt overal het juiste antwoord op te hebben. Je moet je
kennis niet altijd willen delen, dat is een kernelement van de ‘spirit’.
Je moet je te alle tijden bewust zijn van je eigen meningen en belangen. Eerlijkheid over deze
meningen en belangen is een essentiële factor in MGV. In vele situaties bepaalt de cliënt wat en hoe
hij wil veranderen door specifieke problemen of zorgen naar voren te brengen. Het kan zijn dat de
hulpverlener andere prioriteiten stelt dan de cliënt. Je moet zorgen dat je bewust bent van en eerlijk
bent over je eigen waarden en agenda wanneer je een veranderingsgesprek voert.
Dit samenwerkingsaspect getuigt van diep respect voor de ander. Soms stel je een vraag, maar de
meeste tijd luister je, omdat het iemands eigen verhaal is. Je doel is om het leven voor je te
begrijpen, om de wereld te zien door de ogen van deze persoon in plaats van er je eigen visie op te
plakken.
ACCEPTATIE
Verwant aan samenwerking is acceptatie van wat de cliënt inbrengt. Dat betekend niet per se
goedkeuring of neerleggen bij de status quo, maar jouw goed- of afkeuring zijn niet belangrijk.
Carl Rogers’ 4 aspecten van acceptatie (box 2.1, pag 34):
1. Absolute waarde: een belangeloos geven om. Een onvoorwaardelijke positieve blik. “een
aanvaarding van dit andere individu als een afzonderlijk iemand, een respect voor de ander
als iemand die op zichzelf van waarde is…een basaal vertrouwen – een geloof dat deze
andere persoon op één of andere manier wezenlijk te vertrouwen is” (Rogers 1980). Fromm
(1956): “het vermogen iemand te zien zoals hij is met een bewustzijn van zijn unieke
individualiteit”.
Het tegenovergestelde is beoordeling, iemand waarde aan voorwaarden verbinden.
Rogers (1959): mensen zullen van nature in positieve richting veranderen als hen de juiste