100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Mega samenvatting OP1 | Onderzoekspracticum 1 (6471OZP1) €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Mega samenvatting OP1 | Onderzoekspracticum 1 (6471OZP1)

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Een mega samenvatting van 6 pagina's voor onderzoekspracticum 1! Hierin is alle stof mega kort samengevat, in termen en begrippen en je moet de stof al kennen om hiermee te leren.

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 18 oktober 2023
  • 6
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (64)
avatar-seller
roosvanderlans
MEGA SAMENVATTING – ONDERZOEKSPRACTICUM 1

BIJEENKOMST 1
Soorten onderzoek zijn beschrijvend, (cor)relationeel, quasi-experimenteel en experimenteel
Doelen van onderzoek zijn beschrijven, voorspellen en verklaren
Theorie bewijzen is logisch gezien onmogelijk en falsificeren is praktisch gezien onmogelijk

Conceptuele definitie = betekenis in concepten  operationaliseren naar operationele definitie = meetbaar en
concreet maken

Voorbeelden:
Nominaal - religie
Ordinaal – opleidingsniveau
Interval – IQ
Ratio - leeftijd


Een grafiek is afhankelijk van meetniveau
- Histogrammen en boxplots voor interval en ratio variabelen
- Stem-en-leaf-plot is ook vorm van histogram, boxplot is robuust tegen uitbijters
- Staaf- en cirkeldiagrammen voor ordinale en nominale variabelen

Variabele kunnen onafhankelijk (oorzaak, x) of afhankelijk (gevolg, y) zijn
Discreet gemeten = waarden waar niets tussen zit, dus nominaal of ordinaal
Continu gemeten = waarden waar altijd iets tussen zit, vaak interval of ratio

Centrummaten: gemiddelde, modus en mediaan
Spreidingsmaten:
- Standaarddeviatie (σ/S) = gemiddelde afstand van alle variabelen tot
gemiddelde
- Standaardvariantie (S2) = kwadraat van standaarddeviatie
- Interkwartiel afstand = afstand tussen 1e en 3e kwartiel (Q1 en Q3), hierin is mediaan Q2
- Uitbijter = als score meer dan 1,5 keer de kwartielafstand ligt

Schaaltransformatie = meting omzetten naar andere schaal, dan verandert de spreiding
Let op bij verschuiving verandert de spreiding niet
Centrale tendentie = respondenten kiezen middelste antwoordcategorieën (neutraal)

BIJEENKOMST 2
4 soorten metingen: observatie, fysiologische maten, vragenlijsten en archief
Voor observatie 3 beslissingennemen:
1 Setting: naturalistisch of vooropgezet of veldexperiment (tussenvorm)
2 Onderzoeker: verborgen of openlijk
3 Methode: gestructureerd of ongestructureerd?

Response bias = neiging van respondenten tot bepaald antwoordpatroon
- Halo-effect = vragen over iemand positief beantwoorden omdat je 1 positieve eigenschap van diegene kent,
maar verder ken je diegene niet zo goed
- Leniency bias = vragen over iemand positief beantwoorden doordat je iemand te goed kent
- Logische fout = respondent koppelt twee vragen logisch aan elkaar, terwijl dit niet zo is (assertief en
agressief)
- Plafond- en bodemeffecten = bij herhaald onderzoek de eerste keer te makkelijke test, dan wordt het
moeilijk om in herhaalde metingen verbetering te meten (plafondeffect) of andersom (bodem)
- Sociale wenselijkheid = sociaal gewenst antwoord geven bij gevoelige onderwerpen, dit kan je voorkomen
door anonimiteit of tegenvragen ertussen te doen
- Ja-zeggers/nee-zeggers = alle hoogste en laagste antwoorden invullen

Vanuit ethiek zijn er 3 benaderingen:
1 Deontologische benadering = zwartwit over goed of fout, je doet alleen het goede
2 Utilitaristische benadering = afweging tussen kosten en baten van aanpak
3 Sceptische benadering = geen ethische regels, iedereen zelf bepalen, dit is nu achterhaald
Andere ethische punten zijn: niet verleiden tot deelname door betaling (alleen onkosten, waardebon), rekening met
fysieke en mentale belasting, vertrouwelijk behandelen, passende data-analyse, integriteit en informed consent =
toestemming na informeren over doelen en nut

, Dichtheidscurve = benadering van histogram, totale oppervlakte is de gehele populatie, dus 1 of 100%
Normaalverdeling = vorm van dichtheidscurve met kenmerken: symmetrisch, unimodaal en klokvorming, totale
oppervlakte is 1 en vorm wordt bepaald door µ en σ




Z-score = aantal standaarddeviaties dat individuele score afwijkt van gemiddelde van gehele populatie
Doel hiervan is uitspraken op groepsniveau doen en positie van individuele score bepalen t.o.v. populatie
x i−μ
Formule Z-score = z=
σ
Xi is de individuele score en µ het populatiegemiddelde

Standaardnormaalverdeling = normaalverdeling waarvan alle scores zijn omgezet naar Z-scores, met een
gemiddelde van 0 en standaarddeviatie van 1

BIJEENKOMST 3
Doelen van correlatie en regressie is voorspellen van relaties bij kennis over 1 variabele, dus bij numerieke variabelen
en dan y op basis van x
- Correlatie is gericht op sterkte van verband, zonder richting
- Regressie is gericht op voorspelling van respons uit predictor
Predictor = onafhankelijk, oorzaak, verklaring = y-as
Respons = afhankelijk, gevolg, uitkomst = x-as
Symmetrische samenhang = geen onderscheid, correlatie
Asymmetrische samenhang = wel onderscheid, regressie

Formule rechte lijn = y=a+bx
- a = intercept, dat is het startpunt van de regressielijn
- b = helling, dus hoe steil de lijn loopt

Formule voor voorspelde waarde = regressievergelijking = ^y =b0 +b1 x
- B0 = intercept, dat is de waarde van voorspelde y bij x=0
Dus als x=0 niet in je grafiek ligt, dan ligt je intercept er niet in en is het zinloos
- B1 = het regressiegewicht = helling = regressiecoëfficiënt
Sy
b 0= y−b1 x b 1=
Sx

Correlatiecoëfficiënt (Pearson’s r) = indicatie voor samenhang, waarde tussen -1 en 1
Hoe verder van 0 af, hoe sterker het verband en -1 is perfect negatief en 1 is perfect positief

1
Formule correlatiecoëfficiënt = r = Σ ¿) (¿)
n−1
Je maakt van alle x- en y-waardes Z-scores, optellen bij elkaar en dat delen
door n-1
Voor uitrekenen is gebruik van tabel handig




Verklaarde variantie = correlatiecoëfficiënt in kwadraat r2, zoveel percentage verschil in een verklaart zoveel in het
ander en r2 = 1 is perfect verband, dan 100% sterke relatie
Residu/onverklaarde variantie = verschil tussen voorspelde y en geobserveerde y
- Uniek getal per individu, bij positief residu is jouw voorspelling te laag en bij negatief residu is jouw
voorspelling te hoog
- Hoge r2, dan laag residu en dan past regressie goed bij data
Maar lage r2, grote spreiding rondom regressielijn, dan is verband heel zwak of niet aanwezig
2 S ^y
Formule residu = r = 1 – r2 = wat je overhoudt, dus het residu
Sy

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosvanderlans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62890 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
  Kopen