Hoofdstuk 1
1. In de opvoeding heb je te maken met ingebakken spanningen. Langeveld noemde dit de
antinomieën van de opvoeding (p.15). Welke spanningen besprak hij? Leg de spanningen uit en
bedenk een voorbeeld. (p.15 + 16)
- De spanning tussen vrijheid en binding . Kinderen hebben de behoefte om in vrijheid met van
alles en nog wat te experimenteren, terwijl volwassenen die experimenteerruimte willen
begrenzen om te zorgen dat kinderen niet in angstige en onveilige situaties belanden.
o VB: Tiener die uit wil gaan, ouders die deze vrijheid gunnen, maar ook regels willen
stellen om bepaalde risico’s te vermijden.
- De spanning tussen ideaal en werkelijkheid . Mensen die opvoeden, moeten voortdurend de
balans zoeken tussen de mogelijkheden en behoeften van het kind en de vereisten voor de
toekomst.
o VB: Ouders die bepaalde baanwensen hebben voor hun kind, maar in werkelijkheid is het
kind niet slim genoeg, dus moeten de ouders andere verwachtingen creëren.
- De spanning tussen cultuuroverdracht en cultuurvernieuwing . Kinderen moeten ingeleid worden
in de bestaande cultuur, maar anderzijds moeten zij ook de kans krijgen om zich te ontwikkelen
tot kritische burgers die met elkaar hun leven en toekomst vormgeven.
o VB: Ouders oefenen een bepaald geloof uit, maar het kind komt buitenshuis in aanraking
met andere geloven: wat wil het kind gaan kiezen?
2. In hoofdstuk 1 haalt de Winter Isaiah Berlin aan. Hij heeft twee opvattingen van vrijheid (p.22).
a. Welke twee opvattingen zijn dit en wat is het verschil hiertussen?
Negatieve vrijheid: gaat over de vraag wat de ruimte voor individuen of groepen is om (niet
belemmerd door anderen) te doen wat ze zelf willen. (bijv. Hoe sterker het individu beschermd is
tegen staatsinvloeden, des te groter is de negatieve vrijheid). Kortom: heeft betrekking op de op
de begrenzing door anderen.
Positieve vrijheid: heeft te maken met de behoefte van mensen om hun eigen leven een bepaalde
inhoud en richting te geven, zelfstandig of samen met anderen in een gemeenschap of
samenleving. Kortom: gaat over inhoudelijke invulling van het leven en het samenleven.
b. Kun je een hedendaags voorbeeld noemen van negatieve vrijheidsruimte voor de jeugd?
Zoek hier een krantenartikel bij.
Onderzoek: meeste jongeren komen beschadigd uit gesloten jeugdzorg. De gesloten jeugdzorg is
een vorm van een beperking voor jongeren: begrenzing door anderen, dus het heeft betrekking
op negatieve vrijheid. De negatieve vrijheid van deze jongeren wordt ingeperkt, waardoor zij
blijkbaar beschadigd raken. (Uit jaar 2022)
Onderzoek: meeste jongeren komen beschadigd uit gesloten jeugdzorg (nos.nl)
c. Wat is De Winters pleidooi wat positieve vrijheid betreft? Hoe zou jij als academisch
geschoold pedagoog hieraan bij kunnen dragen?
Aandacht voor positieve vrijheid is vrijwel te verwaarlozen. Wat de Winter wilt: we moeten veel
meer met kinderen en jongeren spreken over hun idealen, over hun identiteit, over de manier
waarop zij de samenleving ervaren en haar zouden willen veranderen. Kortom: we moeten meer
spreken over de positieve vrijheid (p.24+27).
Als geschoold pedagoog zou je hieraan bij kunnen dragen door het ontwikkelen van programma’s
die zich hierop richten.
3. Hoe passen Berlin’s uitgangspunten binnen de waarde van pluraliteit? (p.22+)
- Pluraliteit betekent bij verkiezingen dat een kandidaat het grootst aantal stemmen heeft
ontvangen bij die verkiezingen, of dat één aan de kiezers voorgelegde keuze bij een referendum
het grootst aantal stemmen heeft ontvangen; meervoudigheid.
, - Uitgangspunt: dat er in samenlevingen voldoende ruimte bestaat om verschillende legitieme
waarden tegen elkaar af te wegen.
- Waarom dit past bij pluraliteit: als iedereen voldoende ruimte heeft, betekent dat iedereen zijn
stem goed heeft uitgebracht pluraliteit.
Aantekeningen
In onze tijd houdt de politiek zich vooral met twee onderlinge opvoedingsthema’s bezig (p.19):
- Incompetente ouders/opvoeders.
- Ongehoorzame jeugd.
Jeugdzorginstellingen en kinderrechters zijn de laatste jaren eerder geneigd tot ondertoezichtstelling
en uithuisplaatsing vanwege het Savanna-effect. Savanna was een driejarig meisje dat in 2004 door
verwaarlozing en mishandeling is gestorven. In deze zaak was de jeugdzorg nalatig, omdat duidelijke
signalen zijn genegeerd en niet doortastend is gehandeld (p.19).
Effecten van polarisatie:
- Polarisatiegroepen worden tegen elkaar opgezet.
- De kwaliteit van argumenten raken vaak ondergeschikt aan het beoogde doel, namelijk het
domineren van de tegenpartij.
Door gebrek aan interactie, blijft het probleem voortbestaan (p.20+21).
Emancipatiedilemma (Hans Blokland): Wanneer men te veel nadruk legt op negatieve vrijheid,
ontneemt men mensen de mogelijkheid om, in interactie met hun omgeving, hun vermogen tot
autonomie te ontwikkelen. Wanneer men daarentegen te veel nadruk legt op het ontwikkeling van
het vermogen tot autonomie, dan komt de negatieve vrijheid weer in het gedrang. En die die
negatieve vrijheid heeft men juist weer nodig wil men gebruik kunnen maken van zijn vermogen tot
zelfbepaling.
Na de theorie over de twee onderling afhankelijke vormen van vrijheid, kunnen we een aantal zaken
vaststellen:
- In het debat over de vrijheden is de nadruk komen te liggen op het inperken van de negatieve
vrijheid.
- Twee belangrijke redenen hiervoor zijn bezorgdheid en angst:
o Bezorgdheid voor bijv. de veiligheid en de rechten van kinderen die in het geding zijn.
o Angst dat degenen die dreigen te ontsporen uiteindelijk de sociale veiligheid van grote
groepen burgers (en wellicht de rechtsstaat zelf) in gevaar kunnen brengen.
Hoofdstuk 2
1. In hoofdstuk 2 schetst de Winter ontwikkelingen in het huidige jeugdbeleid tegen de
achtergrond van twee historische bewegingen. Welke zijn dit en omschrijf ze kort (p.29+30).
- Sociaal-darwinisme: verwijst naar de toepassing van evolutietheoretische uitganspunten op het
maatschappelijk leven. (Vb: zwakbegaafden krijgen een voortplantingsverbod). Zij willen vooral
ingrijpen op het privéleven.
o Darwin zelf beschouwde de zorg voor zwakkeren als een hoogstaande eigenschap van de
menselijke soort die een belangrijke rol in de humane evolutie zou hebben gespeeld.
o Spencer: de persoon van de term ‘survival of the fittest’.
- Sociaal-hygiënisme: richtte zich op de verbetering van de openbare hygiëne, de volksgezondheid
en het levensmilieu. Zij richtten zich op het verband tussen gezondheid en armoede met in het
bijzonder het verband tussen armoede en epidemieën. Zij willen vooral ingrijpen op het publieke
domein.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper doriendeboer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.