Probleem 5
Leerdoelen:
1. Wat is democratie?
Omdat het vroeger voor mensen niet veilig was om alleen te leven, vanwege wilde dieren, gingen
mensen bij elkaar leven. Er werden steden gesticht, maar die steden werden verscheurd door
innerlijke verdeeldheid en twist. De bewoners begingen onrecht jegens elkaar omdat zij nog niet
beschikten over de politieke vaardigheid om vreedzaam samen te leven (Politike technè). Vervolgens
bracht Hermes eergevoel (aidos) en rechtvaardigheid (dikè) naar de aarde. Iedereen moet dit hebben
anders kunnen er geen staten bestaan. Dit is de mythe van Protagoras. De democratie (regering van
allen) werd ook toen al gescheiden van de oliegarchie (regering van weinigen). En de dictatuur
(regering door één enkeling).
Het punt van de mythe is dat alle burgers even deskundig zijn waar het vragen van sociale
rechtvaardigheid en bestuurszaken betreft, omdat zij allemaal evenveel eergevoel en
rechtvaardigheid hebben.
Volgens de Grieken was de samenleving een polis, een vrije stadsstaat. Socrates placht de menselijke
samenleving echter te zien als een kudde. Het beeld van de samenleving als een polis is een
democratische opvatting, waarin de samenleving wordt gezien als een zichzelf besturend lichaam van
burgers met gelijke rechten. Hier liggen de wortels van onze democratische rechtsorde. Het beeld
van de samenleving als een kudde roept echter hele andere associaties op. Een kudde heeft een
herder nodig omdat zij niet in staat is zichzelf te besturen. De samenleving wordt gekenmerkt door
een fundamentele ongelijkheid tussen ‘degene die weet’ en diens onderdanen.
Socrates leerling Plato maakte van ‘degene die weet’ de filosoof-koning, de bestuurder die regeert
omwille van zijn kennis en wijsheid die hem superieur maakt aan de overige leden van de
samenleving. Hier liggen de wortels van de technocratie – de regering door deskundigen – en volgens
velen ook die van de dictatuur.
Volgens Aristoteles beschikte ieder mens – omdat hij van nature een sociaal dier is – (zoön politikon)
– over de elementaire deugden die het leven in een gemeenschap vereiste.
In de Atheense gemeenschap werden burgers voor het eerst geconfronteerd met de paradoxen en
dilemma’s van de democratie. Het proces tegen socrates demonstreert een van de eerste en meest
aansprekende botsingen tussen individu en gemeenschap.
Het leven in een gemeenschap was wezenlijk voor de mens. De gemeenschap gaat vooraf aan het
individu, zoals het geheel vooraf gaat aan de delen. In de tweede plaats is er het gegeven dat de
mens als enige is begiftigd met het vermogen te spreken. Hierdoor kan de mens onderscheid maken
tussen goed en kwaad en rechtvaardig en onrechtvaardig (logos). Rechtvaardigheid is wat mensen in
een iedere staat bindt, omdat de rechtsbedeling – de bepaling van wat rechtvaardig is – het
ordeningsprincipe is van iedere politieke gemeenschap.
In een teleologisch wereldbeeld is ieder element van de wereld doelgericht, het is gericht op het
realiseren van de bestemming. Tegenwoordig leeft de mens volgens zij eigen autonome wil. Daarmee
hebben de verlichtingsfilosofen het idee van het individu geïntroduceerd, als een soevereine
politieke en morele actor, bevrijd van hiërarchie en teleologie.
, René Descartes: ik denk, dus ik besta. Uitgangspunt van rationele kennistheorie van Descartes.
Immanuel Kant
Thomas Hobbes: individuen vormen de bouwstenen van de samenleving. Iedere staat of politieke
gemeenschap is het resultaat van een overeenkomst of contract tussen mensen. Het is het idee dat
de maatschappij het resultaat is van een wilsbesluit van die leden van de maatschappij. Volgens
Hobbes was het sluiten van het sociaal contract noodzakelijk omdat de mensen in de natuurtoestand
hun leven niet zeker waren. (sociaalcontractstheorieën).
John Locke, Jean-Jacques Rousseau: Sociaal atomisme; Laissez faire.
20ste eeuw: communitarisme
Liberale rechtvaardigheidstheorie: John Rawls. Twee rechtvaardigheidsprincipes:
- Iedereen heeft een gelijk recht op een zo groot mogelijke vrijheid als verenigbaar is met een
gelijke vrijheid voor anderen.;
- Sociale en economische ongelijkheden dienen zodanig te worden ingericht dat zij tot
voordeel strekken van iedereen, en verbonden zijn aan posities die openstaan voor iedereen.
the veil of ignorance. Autonome en rationele actoren die niet weten of zij arm of rijk, man of vrouw,
getalenteerd of gehandicapt zullen zijn, zullen volgens hem altijd instemmen met deze twee
principes. Ieder mens is volgens het communitarisme onlosmakelijk verbonden met de mensen om
hem heen.
De combinatie van liberale en communitaristische waarden als vrijheid, gelijkheid en broederschap
in de zin van solidariteit is een van de belangrijkste opgaven van de hedendaagse staat.
Een democratie belichaamt het ideaal van maximale invloed en participatie van de burgers op en in
het bestuur. ‘Democratie’ betekent immers de regering door velen, of anders gezegd, de regering van,
voor en door het volk. In de Griekse stadstaat werd dat ideaal gerealiseerd door de directe deelname
van alle burgers aan de politieke besluitvorming (directe democratie). In de moderne natiestaat kan
dat niet anders gebeuren dan door middel van een volksvertegenwoordiging, die periodiek door
verkiezingen door de burgers wordt samengesteld (indirecte of vertegenwoordigende democratie).
In de negentiende eeuw is in Nederland gekozen voor een indirecte of representatieve democratie:
de burgers kiezen vertegenwoordigers die namens de bevolking regeren. De invoering van een
algemeen kiesrecht in 1917 bracht mee dat dit niet langer beperkt was tot een geselecteerde klasse
van welgestelde burgers (het censuskiesrecht), maar geopend werd voor ieder lid van de
samenleving (rijk en arm, mannen en vrouwen). Iedereen kreeg het recht om te kiezen, maar ook om
gekozen te worden. Deze politieke strijd leidde tot de juridische verworvenheden die de kern van het
democratiebegrip vormen.
2. Wat is een rechtsstaat?
Het idee van de rechtsstaat drukt het ideaal uit van de heerschappij van het recht waarmee de
vrijheid van de burgers is gediend. Deze heerschappij, ook wel aangeduid met de Engelse term rule of
law, impliceert in zijn oorspronkelijke vorm dat ook de soeverein het recht moet gehoorzamen en
moet regeren volgens het recht. Vorstelijke willekeur of erger nog tirannie is uit den boze: the rule of
law, not of men.
Het begrip rechtsstaat is oorspronkelijk een Duits concept dat door Immanuel Kant voor het eerst is
beschreven. Waarin de staat als een burgerlijke toestand werd voorgesteld. Die burgerlijke toestand