Geschiedenis van de Architectuur
Tentamenweek 1 Samenvatting
Indeling bouwkundige perioden
Prehistorie
▪ Steentijdperk
▪ Bronstijdperk Tijdvakken voor iedere streek verschillend
▪ IJzertijdperk
Het nabije Oosten
▪ Egyptische bouwkunst 3000 v. Chr. – 30 v. Chr.
▪ Perzische bouwkunst 550 v. Chr. – 300 v. Chr.
Klassieke bouwkunst
▪ Romeinse bouwkunst 150 v. Chr. – 400 n. Chr.
Vroege middeleeuwen
▪ Vroegchristelijke bouwkunst 300 – 600 n. Chr.
▪ Byzantijnse bouwkunst 400 – 1450 n. Chr.
▪ Islamitische bouwkunst 600 – 1650 n. Chr.
Middeleeuwen
▪ Proto-Romaanse bouwkunst 600 – 1000 n. Chr.
▪ Romaanse bouwkunst 1000 – 1200 n. Chr.
▪ Gotische bouwkunst 1200 – 1450 n. Chr.
Nieuwere tijd
▪ Renaissance bouwkunst 1400 – 1550 n. Chr. (Italië)
▪ Barokkunst 1550 – 1650 n. Chr. (Italië)
▪ Rococo 1730 – 1760 n. Chr.
▪ Classicisme 1750 – 1815 n. Chr. (Frankrijk)
▪ Eclecticisme 1830 – 1900 n. Chr.
Modernisme Periode na 1800
-1-
,Inhoud
1. Prehistorie
2. Het Midden-Oosten
3. Egypte
4. Griekse bouwkunst
5. Romeinse bouwkunst
6. Vroegchristelijke en Byzantijnse bouwkunst
7. Islamitische bouwkunst
8. Voor-Romaans en Romaans
9. Gotiek
10. Renaissance, Manierisme en Classicisme
11. Barok, Rococo en Classicisme
12. Classicisme, Empire en Neoclassicisme
13. De Industriële Revolutie
14. Neostijlen
15. Art Nouveau en Art Deco
16. Moderne en traditionele bouwkunst 1900-1940
17. Sociale woningbouw 1850-1940
18. Moderne en traditionele bouwkunst na 1945
19. Geïndustrialiseerde woningbouw en wederopbouw na 1945
20. Laatmoderne en postmoderne bouwkunst en andere recente ontwikkelingen
21. Ontwikkeling van restauratieopvattingen
Prehistorie
7000 – 4500 v. Chr.
▪ Steentijd
▪ Bronstijd
▪ IJzertijd
Steentijd
Bronstijd
▪ Hunebedden
▪ Huizen op palen (boomstamconstructe)
Paleolithicum – Oude Steentijd
▪ Vlechtwerk van takken met klei en mest
- Grof bewerkte stenen
▪ Leembouw
Neolithicum – Jonge Steentijd
▪ Vakwerkhuizen
- Geslepen, gepolijste, versierde stenen
▪ Dolmen
- Ontstaan van nederzettingen Iran en Irak
- Grafkamers
- Ontwikkeling van het schrift
- Stapeling bewerkte afgeplatte zwerfkeien
Neolithische revolutie
overdekt met aarde
- Ontstaan van nederzettingen
▪ Menhirs: recht opstaande bewerkte platen
- Door handel ontstaan er steden
▪ Megalieten: groep Menhirs
▪ Cromlech: kring van Megalieten
▪ Stonehenge: zon/maan cultus
IJzertijd
▪ Runenstenen: abstracte geometrische decoraties
▪ Lettertekens
▪ Verspreiding door Kelten en Germanen
-2-
, Verspreiding en ontstaan bouwstijlen
- Veiligheid, oorlogen, gebiedsuitbreiding
- Handel en de invloed van andere culturen
- Religie, verschillende denkbeelden en leefwijzen
- (Studie)reizen
- Archeologische opgravingen
- Boekdrukkunst
- Verbetering vervoer
- Invloed klimaat/landschap
- Beschikbare materialen
- Welvaart (macht en status)
Het Midden-Oosten
Babylonië
- Hoofdstad Babylon
- Toren van Babel – Ziggurat
- Hangende tuinen
Perzië
- Hoofdstad is Persipolis
- Paleizen en openbare gebouwen
- Geen goden
Afbeelding 1 Persipolis - Zuilen met vorkkapiteel
- Huizen van riet
- Huizen van gedroogde slibsteen
- Spijkerschrift
- Ontstaan steden
- Tempels
Afbeelding 2 Vorkkapiteel
Kenmerken van een stad
▪ Ontstaan door o.a. handel
▪ Er worden verschillende ambachten uitgevoerd
▪ Ontwikkeling en specialisatie arbeidsindeling (meester – leerling)
▪ Openbare gebouwen
▪ Voorzieningsniveau
▪ Omringt door een (stads)muur
▪ Stadsrechten
▪ Rechtspraak/betalen van belasting
▪ Grootte van de stad is locatie afhankelijk
Egyptische bouwkunst
3000 v. Chr. – 30 v. Chr.
Grafcultuur en zonnecultus: de Egyptische bouwkunst.
Boven Egypte: Zuiden, woestijnen, Nomaden, tenten, zandheuvels, gebogen dak.
Beneden Egypte: Noorden, rivierdelta, tombes, woningen van slib met recht dak.
Hiërogliefen: heilige insnijdingen op papyrus.
Maatsysteem: leer van de lichaamsverhoudingen.
-3-
, 1. Ziggurat – trapvormige piramide, basis voor tempel.
2. Piramide – gelijkzijdige, driehoekige graf voor een Farao.
3. Mastaba – (bank)vlakke grafheuvel.
Pylonen: poorttorens – vorm is taps.
Obelisken: hoge vrijstaande pylonen, vierkant, taps toelopend met punt.
Hypostylium: overdekte zuilenhal.
De woningen waren open rechte ruimten met kleine ramen en in de deze tijd bestond het
kleurgebruik voornamelijk uit geel en blauw. Materialen die gebruikt werden:
- Zandsteen, Slib, Kalksteen, Graniet, Zongedroogde stenen, Dak van palmbladeren
Piramides Gizeh (Van rechts naar links):
▪ Cheops – grootste
▪ Chefren – sfinx, tempels
▪ Mykerinos – kleinste
Ingang is op het Noorden gericht.
Afbeelding 3 Piramides Gizeh
Zuilvormen en kapitelen
Afbeelding 4 Afbeelding 5 Lotuskelk kapiteel Afbeelding 6 Kelkvormig kapiteel Afbeelding 7
Papyrusbundel kapiteel Palm(blad) kapiteel
-4-