Samenvatting
Literatuur samenvatting van PSBK
Deze samenvatting bevat de literatuur van PSBK (Berns en NRC)
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 43 pagina's
Voorbeeld 4 van de 43 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
PSBK LeeswerkM. Berns, Child, Family, School, Community socialization and support
Hoofdstuk 1
Ecologie = de wetenschap van relaties tussen organisme en omgeving
Menselijke ecologie = de biologische, psychologische, sociale en culturele context in hoe een
organisme zich ontwikkelt en de consequenties van deze factoren hierop.
Adaptatie = de verandering die een organisme of gedraging maakt onder invloed van de
omgeving
Demografie = statistische karakteristieken van een gemeenschappelijke populatie zoals
leeftijd, inkomen, ras.
Economisch = de productie, distributie en consumptie van goederen en services.
Gemeenschap = een gemeenschap, natie of brede groep mensen met dezelfde tradities,
normen, waarden en interesses.
Al deze aspecten hebben effect op de ontwikkeling van kinderen tot volwassenen.
Socialization = Het proces waarbij individuelen kennis, skills en karaktertrekken hebben om
effectief te participeren in groepen en maatschappijen.
Brim, 1966
Veel factoren in de maatschappij dragen bij aan de ontwikkeling van kinderen, net zoals het
kind zelf. Het komt voor in groepen mensen en sociale media. Het zorgt voor deelname aan
een groep en sociale ordes.
Socialisatie ontwikkeld;
- Over tijd
- Door interactie met anderen
- Door communicatie
- In emotionele context
Socialisatie is uniek voor de mens omdat mensen kunnen denken. Er zijn relaties tussen taal,
gedachten en gedrag. Taal onderscheidt ons van andere organismen.
Taal zorgt ervoor dat men de kans ontwikkelen om redenen en karakteristieke patronen of
gedragingen te ontwikkelen.
Internalisatie = het proces waarbij extern naar intern gedrag verschuift.
Kinderen internaliseren de attitude van hun ouders, ze worden gegeneraliseerde anderen en
hebben zelf ook weer hun eigen verwachtingen van gedragingen van anderen. Dit vormt de
basis van de maatschappij.
Socialisatie begint bij de geboorte en ontwikkeld door het leven heen. Het is een reciprocal
proces. Wanneer een individu interactie toont met een andere, vormt de reactie van de een,
in een reactie van de ander.
Het is ook een dynamisch proces. Interactie veranderd over tijd. Individuen worden
producenten van reacties zowel als producten van reacties.
,Figuur 1.2
Het gedrag van andere, motiveert het gedrag van kinderen. De manier waarop je kinderen
socialiseert, hangt af van hun reactie naar jou toe.
Dus kinderen doen niet alleen actief mee aan interacties, ze veranderen deze en zichzelf ook
door de manier waarop je socialiseert.
Genotype = het totale composiet of genetische instructies, gecodeerd in de genen op het
moment van conception.
Ouders voorzien kinderen niet alleen van een genotype maar ook van de omgeving en context
voor ontwikkeling. Dit type genotype-omgeving interactie is ook wel passief.
Kinderen kunnen dus verbreed of beperkt worden door de omgeving die geboden wordt.
Een andere genotype-omgeving interactie kan evocative zijn.
Hierbij zijn de kenmerken van het kind belangrijk in hoe hij/zij reageert in of opgenomen
wordt in de omgeving.
Figuur 1.3
Een ander genotype-omgeving interactie kan actief zijn
Het genotype van het kind, motiveert het kind om de zo goed mogelijke omgeving op te
zoeken passend bij het karakter
Temperament = de karaktereigenschap van een individu die bepaald hoe gevoelig en reactief
een individu is in een bepaalde situatie. Baby’s worden geboren met elk een verschillend
temperament.
Er zijn 3 soorten temperamenten;
1. Makkelijk
2. Langzaam op te warmen (supporten ipv pushen)
3. Moeilijk (directe aanwijzingen)
Hoe verzorgers reageren op het temperament van baby’s/kinderen beïnvloed de socialisatie.
,Maturatie = ontwikkeling in veranderingen gerelateerd aan de biologische processen van
ouder worden.
Intentional socialisatie = taken voor kinderen van ouders beloningen wanneer ze deze doen
en consequenties wanneer ze deze niet uitvoeren.
Unintentional socialisatie = het product van betrokkenheid in menselijk contact of observatie
van interacties
Voor socialisatie kan een kind een aantal dingen nodig hebben;
- Bescherming
- Reciprocity (spelen/communicatie)
- Controle
- Gestuurd leren
- Mengen in groepen
De veranderende maatschappij, heeft directe invloed op ouders. De gevolgen voor de ouders
hebben hierdoor indirecte invloed op het kind.
Ontwikkelingsgeschiktheid = een curriculum dat de begrijpt hoe kinderen normaal
ontwikkelen in patronen en individuele verschillen.
Wanneer kinderen ouder worden, zal controle over gedrag van de verantwoordelijkheid van
ouders naar het kind schuiven. Het gaat van veel controle naar steeds minders sturing over de
ontwikkeling heen.
, Theorie = een georganiseerde set statements die observatie verklaren, verschillende feiten of
gebeurtenissen verklaard en de toekomstige uitkomst kan voorspellen. Ze;
- Bieden een frame voor het verstaan van onderzoeksgegevens en geven directe aan
verdere studies
- Leggen een specifiek aspect van de ontwikkeling uit
- Omschrijven situaties die de ontwikkeling van het kind kan beïnvloeden
- Onderzoekt de interactie tussen het kind en zijn omgeving.
Bio-ecologisch = refereert naar de rol die organisme hebben in het vormen van hun omgeving
over tijd. Hierbij focussen we op het menselijk organisme en zijn biologische, sociale en
psychologische aspecten.
De mens is een actieve producent van zijn eigen ontwikkeling doordat ze hun eigen omgeving
voorgeven door hun ontwikkeling. Hun acties beïnvloed de psychische, culturele kanten van
de ecologie die hen vormt. (Bronfenbrenner 2005)
Bronfenbrenner’s bio-ecologisch model van menselijke ontwikkeling;
Hieronder valt de theorie van Piaget
Zijn theorie over cognitieve ontwikkeling lineaiseert de fases waarin kinderen, over het
algemeen, conceptuele kennis van de wereld ontwikkelen gebaseerd op maturatie en actieve
ervaringen;
(0-2) begrijpen dingen door middel van hun gevoel en motor-activiteit. Ze herkennen
dingen door gevoel, smaak en geluid
(3-5) begrijpen relaties tussen mensen, objecten en gebeurtenissen in een intuitieve manier,
nog niet op een logische manier
(6-11) kunnen logica gebruiken om relaties tussen echte mensen, objecten en dieren te
herkennen
(12+) kunnen abstracte en hypothetische relaties begrijpen en hierdoor nog niet ervaren
problemen oplossen.
Bronfenbrenner kijkt verder dan
deze lineaire ontwikkeling en kijkt
meer naar omgeving om
individuelen verschillen tussen
kinderen te verklaren.
Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:
Bewezen kwaliteit door reviews
Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!
In een paar klikken geregeld
Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.
Direct to-the-point
Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper onnaweekers. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 66902 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen