belangrijk begrip
belangrijk persoon
theorieën/onderscheidingen
Samenvatting inleiding in de criminologie:
Identificatie met slachtoffer:
- angst/boosheid → beveiliging, vergeldingsbehoefte, dader als zondebok
- mededogen → slachtofferhulp
Identificatie met dader:
- mededogen → politie als zondebok, reclasseringshulp
- bewondering → schuldgevoel → extreme strafbehoefte
mala in se = moreel verwerpelijk gedrag (moord, verkrachting)
mala prohibita = praktisch verwerpelijk gedrag (verkeersovertredingen)
Klassieke oudheid - middeleeuwen
accusatoir systeem → inquisitoire systeem
verdachte is de procespartij en misdrijf is een particuliere aangelegenheid →
verdacht is object van onderzoek, misdrijf dient de overheid met inzet van alle
middelen tegen op te treden.
Renaissance - verlichting
- Coornhet: doodstraf niet afschrikwekkend genoeg, dus werkstraffen. En gevangernis
waar gedetineerden ambacht kunnen leren.
Klassieke school:
- niet-deterministisch mensbeeld: mens is vrij om te handelen en handelt op basis van
behoeften.
- Rousseau: proportionaliteitsbeginsel
- utilitaristisch beginsel → overmatig straffen leidt tot minder geluk
- gelijkheidsbeginsel en legaliteitsbeginsel
- Beccaria
positieve school:
- positivistisch = empirisch
- deterministisch mensbeeld: de mens is niet vrij in zijn handelen, maargedrag wordt
bepaald door psychologische en fysiologische oorzaken. Van nature goed.
italiaanse antropologie school:
- medische factoren achter crimineel gedrag
- deterministisch mensbeeld.
- Lombroso: uiterlijke kenmerken
- atavisme: optreden van eigenschappen die reeds bij verre voorouders aanwezig
waren. (evolutietheorie)
Franse milieuschool:
- sociaal determinisme (lacassagne) → omgeving
- verband tussen kenmerken van de samenleving en crimineel gedrag
, belangrijk begrip
belangrijk persoon
theorieën/onderscheidingen
Socialistische criminologie:
- Idee dat door socialistische transformatie van de samenleving de criminaliteit zou
verdwijnen.
- Willem Ponger: relatie tussen economische conditie en criminaliteit (wees op
witteboordencriminaliteit)
Nieuwe richting:
- vrije wil EN determinisme → dader verantwoordelijk houden voor zijn gedrag, maar
ook kijken naar de omstandigheden die hem ertoe gebracht hebben.
Kritische criminologie:
- heropleving marxisme → machtsongelijkheid
- staat haaks op positivisme: niet misdaad en oorzaken staan centraal, maar
problemen van de strafrechtspleging (reactie op criminaliteit)
Veramerikanisering van criminaliteit:
- Merton: anomie- of straintheorie
- tegenstelling tussen American dream en werkelijkheid → crimineel gedrag.
- Oververtegenwoordiging Afro-Amerikanen in gevangenis
- feminisme
Nieuwe zakelijkheid: in 1980 worden onderzoeksinstituten opgericht om oplossingen te
vinden voor problemen in samenleving en delicten.
- macro → landen, steden/buurten
- meso → sociale categorieën, groepen (vooral sociologie)
- micro → individuen (vooral psychologie)
↱ Is in de wet verboden, maar wordt niet zo gezien door de samenleving.
↳ Is niet in de wet verboden, maar wordt wel als
crimineel gedrag gezien.
, belangrijk begrip
belangrijk persoon
theorieën/onderscheidingen
Dark figure/number = verborgen criminaliteit
Politiecijfers → door politie geregistreerde misdrijven en verdachten.
- Komen tot stand door:
- Haalwerk (als politie actief opzoek gaat naar delicten, bijv blaascontroles)
- Brengwerk (gedane aangiftes, bijv bellen bij inbraak door s.o. of getuige)
- Registratie: melding en aangifte
Beperkingen:
1. Aangiftebereidheid: niet ieder slachtoffer doet aangifte.
2. Registratiebereidheid: niet elke melding wordt
geregistreerd.
- prioriteiten van de politie (vuurwapenmisdrijven hebben een hoger
oplossingspercentage dan verkeersmisdrijven, kan liggen aan
moeilijkheid van oplossen of de prioriteit van de politie)
Wat kun je ermee?
- ontwikkeling in tijd (diachrone vergelijking)
- ontwikkeling in geografische spreiding (synchrone vergelijking)
- Registratie in land A kan hoger zijn dan in land B, maar dat zegt niet dat er in
land A ook werkelijk meer criminaliteit is → er wordt alleen meer
geregistreerd.
- Moord en doodslag komen vrijwel altijd in de politiestatistieken terecht, dus voor
cijfers over deze zaken zijn politiecijfers redelijk nuttig.
aantal verdachten > aantal unieke personen/verdachten → dus er zijn personen die
meerdere delicten plegen.
Slachtofferenquêtes
- zijn vragenlijsten die jaarlijks worden gestuurd naar grote groep mensen, door CBS
- heet in NL’ Veiligheidsmonitor’
- representatieve steekproef voor de NL bevolking.
- Vragen naar slachtofferschap van bepaalde misdrijven
- niet ieder slachtoffer geeft aan het misdrijf meegemaakt te hebben, bijv bij huiselijk of
seksueel geweld → daarom meer specifieke slachtoffers
Wat kun je ermee?
- ontwikkeling in tijd (diachrone vergelijking)
- ontwikkeling in geografische spreiding (synchrone vergelijking)
- Deel vd dark figure in kaart brengen. (want het is anoniem en daarom zullen meer
slachtoffers aangeven slachtoffer te zijn)
Beperkingen:
- Alleen de veelvoorkomende delicten staan in de vragenlijst
- Alleen delicten met een individueel slachtoffer, want een individu beantwoord de
enquête (delicten tegen bedrijven, bijv winkeldiefstal of drugstransactie (waarbij 2
partijen zijn) worden niet meegenomen)
, belangrijk begrip
belangrijk persoon
theorieën/onderscheidingen
- slachtoffers van moord kunnen de enquete niet invullen
- beperkte categorie slachtoffers
- geen kinderen en 80+ mensen (terwijl deze ook slachtoffer kunnen zijn )
- drugsverslaafde, daklozen, ggz-wonende krijgen deze vragenlijst niet.
- bepaalde mensen vullen de lijst in, bijv. gepensioneerde.
- bepaalde mensen vullen de lijst niet in, bijv. mensen die met criminaliteit te
maken hebben.
- juridische kwalificatie → mensen kunnen een delict anders interpreteren dan hoe
het in het wetboek staat.
Daderenquetes
- minst goede bron voor gegevens over criminaliteit
- vragenlijsten waarbij er naar daders/plegersschap wordt gevraagd.
- Niet op zo’n grote schaal als de slachtofferenquêtes, vooral gefocust op jongeren en
jongvolwassenen → Monitor Zelfgerapporteerde Jeugdcriminaliteit
Wat kun je ermee?
- deel dark figure in beeld brengen
- laat ook slachtofferloze (zoals winkeldiefstal, graffity) delicten zien.
- Informatie over ‘12-minners’ (kinderen onder de 12)
- Ontwikkeling over tijd → longitudinaal onderzoek (dezelfde groep jongeren over
langere tijd gevolgd)
Beperkingen:
- niet de hele samenleving vult het in, slechts kleine groep, dus niet representatief.
- (on)betrouwbare antwoorden (niet iedereen is eerlijk over zijn criminele gedrag, kan
ook juist over gerapporteerd worden (stoerdoenerij)
- Veel voorkomende en relatief lichte delicten.
strafrechtspleging = het doen
De strafrechtsketen = de organisatie
Opsporing → Opsporingsinstanties (Politie is de grootste)
, belangrijk begrip
belangrijk persoon
theorieën/onderscheidingen
Vervolging → Openbaar Ministerie
Berechting → Officier van Justitie
Tenuitvoerlegging → Rechter
Politie:
- Politiewet: vertelt wat de politie moet doen
- handhaving van de rechtsorde
* handhaving van de openbare orde (demonstranten op snelweg)
* strafrechtelijke rechtshandhaving
- opsporing/recherche
- Politieprestaties indicatoren:
- Politiesterkte: hoeveel agenten op straat
- Ophelderingspercentage: hoeveel delicten worden opgelost (verdachte
gevonden wordt)
- ophelderingspercentage = hoog bij moord (hoge prioriteit, laat veel
sporen achter, komt weinig voor, vaak dader in nabije omgeving →
maakt het makkelijk)
- ophelderingspercentage = laag bij fietsendiefstal (geen prioriteit, lastig
om dader te vinden)
- Vertrouwen in en tevredenheid over de politie (vanuit burgers)
- heeft invloed op aangiftebereidheid (minder vertrouwen → lagere
aangiftebereidheid)
- Legitimiteit van het politieoptreden, kwam ter discussie tijdens corona. Er was
veel verzet tegen de coronaregels, die de politie handhaafde, dus verzet
tegen de politie.
- politie betekent → de organisatie en het werk
- in Engels → policing (= slechts het werk)
- niet alleen politieagenten doen dat, maar ook handhavers, beveiligers etc.
(private opsporing)
- proactief politieoptreden → beveiliging tegen criminaliteit, preventief, ingrijpen
voordat criminaliteit plaatsvindt. (bijv. preventief fouilleren)
- strafrecht = reactief (pas als sprake is van een dader, mogen straffen worden
opgelegd, reactie op het misdrijf)
- predictive policing: CAS → criminaliteit anticipatie systeem (voorspelt waar (in welke
zones) en wanneer (op welke tijdstippen) een verhoogde kans op criminaliteit is)
- kan ook fout gaan → toeslagen affaire (het systeem liet onterechte
verdenkingen van fraude met toeslagen zien)
Openbaar ministerie:
- strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde
→ vervolging van verdachten
- geeft leiding aan de opsporing
- Officier van justitie kan een zaak afdoen (beslissen over wat gaat gebeuren)
→ sepot (zaak laten vallen)
- technisch depot → geen goed bewijs
- beleidssepot → van tevoren bepaald dat er niets met bepaalde zaken
wordt gedaan.