Natuur en techniek geven H. 6, 8 en 10
Hoofdstuk 6
Weefsels kunnen hard zijn(botweefsel), zacht(vetweefsel) of vloeibaar(bloed). Weefsels worden op
basis van structuur en functie ingedeeld:
1. Epitheelweefsel/dekweefsel – bedekt ons lichaam(huid) en de organen.
2. Steunweefsel – bindweefsel, kraakbeenweefsel en botweefsel. Kraakbeen is elastisch en
heeft een stootkussenfunctie, maar is niet trek vast, in tegenstelling tot bot.
3. Spierweefsel – kent gladde en dwarsgestreepte spieren en hartspierweefsel.
4. Zenuwweefsel – allerlei cellen met uitsteeksels die prikkels waarnemen, verwerken en
verspreiden om lichaamsfuncties aan te sturen.
Gespecialiseerde epitheelcellen vormen klierweefsel. Sommige klieren produceren hormonen die
processen aansturen, andere hebben een functie in de afvoer van afvalstoffen.
206 botten = Het skelet heeft als functie:
- Vorm
- Stevigheid
- Bescherming organen
Gewrichten:
1. Vlakgewrichten: glijden over elkaar heen, zoals hand en
voetwortelbeentjes
2. Scharniergewrichten: zoals de knie
3. Zadelgewrichten: een boller botje draait in een wat
holler botje, zoals de duim
4. Kogelgewrichten: heup- en schoudergewricht
Sommige spieren werken autonoom, ademhaling, hartslag, hik, zenuwtrekjes of reflexen. Andere
kunnen we aansturen en inzetten. Biceps is de bundel spieren in je bovenarm(spierbal).
De belangrijkste organen zijn: de hersenen, het hart , de maag en de lever. Organen kunnen samen
een orgaanstelsel vormen. Het grootste menselijk orgaan is de huid. Het beschermt het lichaam
tegen: uitdroging, onderkoeling, beschadiging en ziektekiemen.
Bloed wordt ook een orgaan genoemd. Een volwassen mens heeft vier tot zes liter bloed. De vloeistof
noemen we plasma, daarin zitten rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en voedingsstoffen die je
lichaam nodig heeft.
- Bloed is rood door de hemoglobine, een ijzerhoudende stof in de rode bloedcellen die
zuurstof en koolstofdioxide voor transport aan zich kan binden.
- Bloed vervoert afvalstoffen naar nieren en longen, die ze verwerken of afvoeren.
- Bloed vervoert ook cellen die ziekte kiemen kunnen uitschakelen(witte bloedlichaampjes) en
cellen die wondjes afdichten(bloedplaatjes).
- Bloed zorgt voor communicatie door allerlei hormonen naar hun plek te brengen.
- Bloed verdeelt de warmte over ons lichaam.
Zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën en de mens hebben een gesloten, dubbele bloedsomloop.
Hierbij is zuurstofrijke en zuurstofarm bloed van elkaar gescheiden.
Het hart pompt zuurstofarm bloed naar de longen > De longen pompen zuurstof rijk bloed weer naar
het hart > Het hart pompt het zuurstof rijk bloed het lichaam in > waarna het ook weer terugkomt.