Inhoudsopgave
HOORCOLLEGES GRONDSLAGEN VAN HET RECHT......................................................................................................1
HOORCOLLEGE 1..............................................................................................................................................................1
HOORCOLLEGE 2..............................................................................................................................................................5
HOORCOLLEGE 3..............................................................................................................................................................8
HOORCOLLEGE 4............................................................................................................................................................13
HOORCOLLEGE 5............................................................................................................................................................15
HOORCOLLEGE 6............................................................................................................................................................20
HOORCOLLEGE 7 & 8.....................................................................................................................................................23
Hoorcolleges Grondslagen van het Recht
Hoorcollege 1
Literatuur: Lon. L. Fuller – The case of the speluncean explorers
Cursusdoelen
-Kennismaking met grondbegrippen van het recht
-Kennismaking met enkele belangrijke aspecten van het Nederland geldende recht (positief recht) zoals:
o Staatsinrichting
o Internationale context: Nl is gebonden aan internationale verdragen. En daar moet je denken aan
Internationaal recht: recht tussen staten onderling. Maar ook het Europees recht wat onmiddellijk afdwingbaar
is bij een nationale rechter. Wij kunnen ons beroepen op Europees recht voor een Nederlandse rechter.
o Mensenrechten
o Strafrecht: hoe steekt het strafrecht in elkaar en wat is de betekenis daarvan voor de rechtsorde
o Onrechtmatige daad: een misdrijf is een overtreding van het strafrecht en een onrechtmatige daad: wanneer jij
iets doet en daarbij een ander schaadt, dan ben jij daar verantwoordelijk voor. Het heeft dus niets te maken
strafrecht. Onrechtmatige daad: jij bent verantwoordelijk voor geleden schaden.
-Kennismaking met vragen uit de rechtstheorie en rechtsfilosofie. In het recht zijn tal van politieke, juridische en
ethische dilemma’s verscholen waar een rechter iets mee moet. Maar dan moet je wel in staat zijn om die
politieke en ethische dilemma’s goed te zien en te duiden.
Positieve recht – belangrijke aspecten van het Nederlands recht. Positief recht: wanneer ik tegen jullie zeg dat elke
vluchteling het recht heeft om het recht te zoeken. Dan staat dat nergens neergeschreven in de wet. Het positieve
recht is het recht zoals dat is neergelegd door de wetgever. Zoals dat gevonden kan worden in rechtsboeken,
uitspraken. Als je recht hebt op recht zoeken als vluchteling is het meer moraal recht, zo ook het EVRM. Dat is ook
meer moreelrecht.
Voorbeeld: naar de rechter om schone lucht
Het voorbeeld is een zaak tegen de staat om schone lucht af te dwingen. Volgens experts een kat in het bakkie:
De Volkskrant 22 augustus 2007: “De zaak doet denken aan die van Urgenda, de actiegroep die in 2015 eiste
dat de regering de uitstoot van broeikasgas veel meer zou beperken. Geheel onverwacht won Urgenda die zaak. Nog
nooit had een rechter een nationale regering veroordeeld tot een scherper klimaatbeleid. Toch is er een groot verschil
tussen Urgenda en Milieudefensie. ‘Milieudefensie heeft een veel sterkere zaak’ oordeelt Chris Bakkers, in Utrecht
hoogleraar omgevingsrecht, waaronder luchtkwaliteit. ‘Ik heb grote juridische twijfels over het Urgenda-vonnis.
Grote kans dat het in hoger beroep wordt teruggedraaid’. Urgenda zal nat gaan in hoger beroep en anders wel bij de
Hoge Raad, verwacht ook Wim Voermans. Urgenda beroept zich op verdragen tussen staten met streefwaarden.
Daar kun je als burger niet zomaar rechten aan ontlenen. Milieudefensie baseert zich op duidelijke grenswaarden
voor de uitstoot van stikstofdioxide en fijnstof, vastgelegd in wettelijke EU-regels die in Nederland rechtstreeks
gelden. Op een punt zal de rechtbank niet meegaan, verwacht Wim Voermans. ‘De rechter zal niet op de stoel van de
politiek gaan zitten door concrete maatregelen terug te draaien zoals de 130 km per uur. Dat is de zogeheten political
question doctrine, die de laatste jaren ook in Nederland opgeld doet.’”
Naar aanleiding van de Urgenda zaak zijn er meer zaken gekomen. De jurist stelt hier de vraag: welk recht is
er in het geding als er te veel broeikasgas wordt uitgestoten?
, Opvallend in bovenstaande artikel uit de Volkskrant: ‘de rechter geheel onverwacht beslist’, maar een rechter
moet beslissen volgens het recht. Je zou dus kunnen zeggen: je weet wat er van je verwacht wordt dus zo kan de
rechter ook beslissen. Hier komen we later op terug.
Ook worden er een aantal begrippen genoemd die allemaal met recht te maken hebben en die gedurende de
cursus nog terugkomen, zoals: Hoger beroep, Hoge Raad, verdragen tussen staten (internationaal recht), Trias
Politica. Bovengenoemde zijn allemaal aspecten uit het recht die komende weken worden aangesneden.
Belangrijk: Aan internationaal recht kunnen burgers zich niet beroepen. En het EU-recht is direct van toepassing in de
NL-rechtsorde.
Kortom: Wat is recht? Recht is een argumentatie praktijk waarin we zoeken naar de beste oplossing.
Rechtsfilosofie: Hoe?
Lon Fuller, ‘The case of the Speluncean Explorers’, 1949: “The case was constructed for the sole purpose of bringing
into a common focus certain divergent philosophies of law and government… the questions involved are among the
permanent problems of the human race”.
Fuller laat met zijn case zien dat er nooit een juist antwoord is en dat er meerdere aspecten mogelijk zijn. Het is
een denkbeeldige casus die wel op twee waargebeurde zaken is gebaseerd. Die zaken stammen uit de 19 e eeuw.
Twee zaken:
-USA vs. Alexander Holmes, 1842
In maart 1840 vertrok een schip van UK naar USA. Op dit schip voeren voornamelijk arme immigranten die
hun geluk in de Verenigde staten gingen zoeken. Na een maand bots dat schip op een ijsschots en zinkt. Er is een
reddingsboot die een deel van de bemanning heeft gepakt, hier zitten ook passagiers op. Maar die reddingsboot zit
te vol. Het is zeker dat de reddingsboot gaat zinken. Er is enorm noodweer opgekomen, ze dobberen al dagen op zee
en er moet iets gebeuren anders zinkt de boot. Alexander en wat bemanningsleden besluiten: alle jongemannen
moeten van boord. Wat ook wordt voltrokken. De ironie: want diezelfde dag nog worden ze gered. De rest van de
passagiers beginnen een rechtszaak tegen de bemanning van het schip. Het pijnlijke punt in de zaak was dat
jongemannen waren vermoord om het leven van andere te redden, zonder dat er een loterij is geweest of een
gesprek voeren over hoe ze het aan zouden aanpakken. De jongemannen waren random aangewezen door Alexander
Holmes.
Omdat er sprake was van een oneerlijke selectie van de slachtoffers zorgde deze zaak voor een grote publieke
verontwaardiging. Het publiek had zoiets van: had er over gedobbeld of had erover gesproken. Het is vanwege die
oneerlijke selectie van de slachtoffers dat de zaak een diepe morele verontwaardiging teweegbracht: Commentaar in
New Yorker “We have emigrant ships sailing every week, and if it is held as law that might is right and that the crew
are justified under extremities in throwing overboard whom and as many as they think right, without casting lots, or
making other choice than their will, it had better be declared so.”
Verdediging van Holmes: het was een noodsituatie, ik moest iets doen anders waren we verloren. Het was
een noodsituatie, waarin het gewone recht ophoudt te bestaan.
De aanklager ging mee met de publieke verontwaardiging. En zijn reden voor de aanklacht was wederom:
geen eerlijke procedure om de slachtoffers te kiezen.
Vonnis: hij legt de nadruk op een eerlijke procedure. Holmes krijgt een gevangenisstraf van een half jaar en een
boete van 20 dollar (wat toen erg veel was). Rechter: als al die mensen in de reddingssloep met elkaar hadden
afgesproken hadden wie overboord was gegooid: dan had iedereen zich daaraan onderwerpen en dan zou Holmes
niet terecht kunnen staan voor moord. Maar omdat er geen selectie is gevoerd moet hij terecht staan voor moord:
“When the selection has been made by the casting of lots the victim yields of course to his fate or if he resists, force
may be employed to coerce submission”.
Opvallend is dat in deze zaak niet ter discussie staat of het wel oké is in juridisch en morele zin om iemand te doden.
-R vs Dudley & Stephens, 1884
Stephens huurt mensen in die een jacht van Engeland naar Australië brengen. Halverwege de reis komen ze in een
enorme storm en begeeft het jacht het. Na een tijdje, na het eten van een schildpad en drinken eigen urine, komen
ze tot het besluit dat ze het niet langer meer gaan redden. Ze gaan in gesprek met zijn alle over het iemand doden en
deze opeten. Hoe ze diegene gaan aanwijzen daar krijgen ze geen overeenstemming in, dus zien ze van het plan af.
Op gegeven moment is de jongste van alle, Parker, in coma geraakt en zal spoedig sterven. De kapitein besluit Parker
, niet een natuurlijke dood te laten sterven maar hem dood te maken om zo te kunnen eten. Echter, de ironie, de
volgende dag worden ze gered.
Heel veel mensen vinden dat bovenstaand situatie een noodsituatie is, Parker zou al doodgaan, natuurlijk
moesten ze hem doden en opeten om zelf in leven te blijven. Zelfs de familie van Parker neemt het de bemanning
niet kwalijk. Maar hier gaat de rechter zitten op het feit: dat het niet oké is om iemand te doden. En dat wanneer
deze kapitein en bemanning zou worden vrijgesproken dan zal er een gat komen tussen recht en moraal. Wat je
helemaal niet mag is het leven van de een afwegen tegen het leven van de ander. Ja hij ging dood, maar was zijn
leven dan minder waar? Had hij dan gedood mogen worden. Bovendien, vindt de rechter, is het beter jezelf op te
offeren dan het leven van een ander te nemen: “Though law and morality are not the same, and many things may be
immoral which are nog necessarily illegal, yet the absolute divorce of law from morality would be of fatal
consequence… to preserve one’s life is generally speaking a duty, but it may be the plainest and the highest duty to
sacrifice it… In this case the weakest, the youngest, the most unresisting, was chosen. Was it more necessary to kill
him than one of the grown men? The answer must be ‘NO’”
De rechter overweegt dus het volgende: hij vindt dat ze gestraft moeten worden maar vindt wel dat er
genade gevraagd kan worden bij de Soeverein. De rechter wendt zich dus tot de koning en zegt: ik heb een beslissing
genomen, waar ik niet zo gelukkig over ben. Kun jij als koning het oplossen en de straf ongedaan maken die ik opleg:
“If in any case the law appears to be too severe on individuals, to leave it to the Sovereign to exercise that prerogative
of mercy which the Constitution has intrusted to the hands fittest to dispense it. ”
‘Live or Die’ situaties: welke keuze maakt een rechter?
De bovengenoemde zaken zijn typische Live or Die situaties die verschillende vragen bij ons oproepen, zoals: welke
keuze maakt een rechter? Er is geen recht zonder dat er keuzes gemaakt wordt en aan die keuzes liggen normatieve
waarden ten grondslag.
-Eerlijke procedure: is dat doorslaggevend?
-Extreme situatie, nood, zelfbehoud: is dat doorslaggevend?
-Utilitarisme: offeren van 1 mensenleven ten gunste van meerderen. Is dat doorslaggevend?
-Absolute of relatieve waarden van een mensenleven. Is dat doorslaggevend?
-Categorisch moreel verbod een mensenleven te nemen. Relatie recht en moraal. Doorslaggevend?
-Publieke opinie. Relatie recht en samenleving. Doorslaggevend?
-Strikt toepassen van de wet, mogelijkheid gratie. Scheiding der machten? Doorslaggevend?
Al deze vragen liggen ten grondslag aan de denkbeeldige casus van de grotverkenners van Fuller
Fuller – The case of the speluncean explorers
Er zijn vijf grotverkenners die op expeditie gaan, tijdens de expeditie is er een aardbeving waardoor de enige
ingang van de grot instort. Er wordt een bevrijdingsactie opgesteld, toch zitten de mannen 32 dagen in de grot.
Tijdens die 32 dagen is er contact geweest met de buitenwereld, waar ze vragen stellen over het rechtvaardigen van
de dood van een van hen en het consumeren. Wanneer ze worden bevrijd, blijkt een van hen, Whetmore, gedood te
zijn en genuttigd door de anderen om in leven te blijven. De vier mannen worden aangeklaagd voor het vermoorden
van hun metgezel en veroordeeld. Het artikel van Fuller is een uiteenzetting van de feiten en meningen van de vijf
rechters die in Hoger Beroep de moord op Whetmore beoordelen. Zij beoordelen of de moord op Whetmore moord
is in de zin van het Wetboek van Strafrecht. Het belangrijkste artikel van Newgarth is art. 12:
- Whoever shall wilfully take the life of another shall be punished by death.
De grondverkenners hebben bewust Whetmore gedood en hem opgegeten, en zullen dus gestraft moeten worden
met de doodstraf.
Naast art. 12 stelt de wet van Newgarth ook dat in het geval er een gelijkheid van stemmen bij de rechtspraak
is, eerder vonnis in stand blijft.
De vraag die aan de rechters in Hoger Beroep wordt voorgelegd is: Is het doden van Whetmore moord in de zin van
art. 12? Of is het zelfbehoud? En, welke feiten zijn relevant?
Rechter Truepenny, voorzitter van de rechtbank
- Zet feiten uiteen:
De Grotverkenners zijn op expeditie en komen door een aardbeving vast te zitten in een grot. Er komt een
reddingsoperatie op gang eerst door de vereniging van grotverkenners, maar dan ook door de samenleving. Tijdens
de reddingsoperatie komt er weer een aardbeving en komen 10 werknemers om het leven. De grotverkenners
hebben een apparaat bij zich waar ze contact kunnen leggen met de buitenwereld en zij vragen: is er een