vereren. Goden mogen namelijk niet worden afgebeeld en offers naar worden gebracht volgens
het oude testament. Doordat ze dit niet deden kwamen ze op de radar.
Het bestraffen van Christenen werd soms gebruikt als volksvermaak; ze werden soms voor de
leeuwen gegooid. Maar er is een verhaal van een vrouw die ervoor werd gegooid, maar leeuwen
deden niks. Dit soort verhalen wekte de interesse van niet-gelovigen.
Er waren bronnen, genaamd de Apologeten, waarin redenen stonden waarom de Christenen niet
vervolgd zouden moeten worden.
De Hebreeuwse bijbel is geen boek maar een verzameling teksten; leefregels, gedichten,
geschiedenis, wetten:
- In totaal 24 boeken
- Geen stichtelijke, heilige verhalen maar zeer realistisch en menselijk. Veel morele
dillema’s
- Geen zware theologie, maar wel: hoe leef ik als mens juist en rechtvaardig? Belangrijk:
Relatie met het volk Israël en God.
- Moderne Bijbelkritiek: niet geschreven door god, maar door mensen. De Tenach kent
heel veel onbekende schrijvers
- Datering in de tijd: Circa 1000v.Chr(niet zeker) tot 164v.Chr. in het Hebreeuws en
Aramees geschreven. Oudere mondelingen cultuur zoals bij de Ilias. Belangrijkste deel in
de 6e eeuw v.Chr. tijdens het ballingschap ik Babylonië.
Op een bepaald moment heeft men besefte men zich dat er veel Joodse gemeenschappen
waren in Alexandrië, die helemaal geen Hebreeuws konden. De Tenach is toen vertaald;
Septuagint. De Septuagint had een andere ordering, er waren verhalen weggelaten,
toegevoegd, etc. De Joden accepteerde dit niet, want het was anders. De Christenen
accepteerde dit wel, en dit werd het Oude Testament.
De Talmoed is ook een belangrijk verhaal voor de Joden, 2e/3e eeuw n.Chr. , allerlei
commentaren op de Tenach, en daarna weer commentaren op de commentaren. De Joodse
opvoeding is debatten belangrijk, verstand wordt geslepen.
5.1
• Je kunt de systemen van feodalisme en domeinstelsel uitleggen en verklaren wat de
oorzaken waren van het ontstaan van deze systemen.
Feodalisme (leenstelsel)
Het ontstond geleidelijk vanaf de laat- 8e eeuw als een manier om behoefte aan bescherming en
bestuur te vervullen. Het was gebaseerd op persoonlijke handelingen. Geld speelde wel nog een
rol, maar was niet zo dominant.
58
,Een beneficium was een stuk land / territoriale concessie die door een leenheer aan een vazal
werd gegeven. Dit stuk land, ook wel de leen genoemd, was geen volledig eigendom van de
vazal, maar hij had wel het recht om het te gebruiken, er inkomsten uit te halen, en er over te
heersen. In ruil hiervoor zwoor de vazal trouw aan de leenheer en beloofde hij militaire dienst te
leveren wanneer dat nodig was. De beneficium relatie legde de basis voor de politieke – en
sociale structuur van de samenleving. Deze relaties waren de ruggengraat van de middeleeuwse
feodale samenleving en waren vaak ingewikkeld. Leenheren waren vaker zelf ook vazal van een
hogere autoriteit.
Het Domeinstelsel (of hofstelsel)
Het domeinstelsel omvatte de verdeling van land en domeinen of landgoederen. Deze domeinen
werden beheerd door leenheren en hierbinnen werkten boeren, ook wel horigen genoemd. Het
land werd geruild voor bescherming, en zij moesten een deel van hun inkomsten afstaan. Het
grootste deel van de opbrengst ging naar de landheer.
Horigheid was een sociaal systeem waarin boeren, of horigen, verbonden waren aan het
landgoed van hun heer en verplicht waren om bepaalde diensten te verrichten in ruil voor het
recht om het land te bewerken voor hun eigen levensonderhoud. Het landgoed was vaak
onderverdeeld d.m.v. het hofstelsel, waarbij het land in verschillende secties werd verdeeld zoals
bijvoorbeeld:
- Voornland, saalland, het deel van bouwland van de heer – hier moesten de horigen
agrarische taken verrichten voor hun landheer
- Hoeveland, het deel van bouwland van horige boeren – hier mochten ze eigen agrarische
taken verrichten
59
, - Het vroonhof (curtis) waar de rentmeester (meier) van heer woonde om inkomsten te
innen en landerijen te beheren
Horigen mochten vaak niet de landerijen verlaten om ander werk te zoeken.
Het hofstelsel en horigheid waren belangrijke kenmerken van het feodale systeem. Het hofstelsel
regelde het landbezit en -activiteiten, terwijl de horigheid de rechten en de plichten van de boer
tegenover zijn landheer regelde. Het domeinstelsel was enorm belangrijk voor de middeleeuwse
economie omdat het zorgde voor voedsel en stabiliteit in tijd van veel onzekerheid.
De meier was verantwoordelijk voor het beheer van de landbouwgrond op het landgoed. Dit
omvatte het plannen en toezichthouden op landbouwactiviteiten, het toewijzen van grond en
taken aan landarbeiders en het zorgen voor een efficiënte landbouwproductie. De meier deed
ook de inning van de pacht en belastingen en droeg dit over aan de landheer. In sommige
gevallen had de meier ook de bevoegdheid om juridische geschillen op het land op te lossen.
Later is de meier functie van burgemeester geworden (mayor).
60