Forensische Psychologie: Uitgebreide samenvatting (2023)
Ivyvanekert
Samenvatting Forensische Psychologie
Inhoudsopgave & Informatie
Hoorcollege 1: Introductie ........................................................................................... 2
Hoorcollege 2: De Forensische Psychologische Praktijk: Innovatieve
Behandelmodellen & Theorieën ............................................................................... 10
Hoorcollege 3: De Forensische Psychologische Praktijk: Patiëntprofielen &
Casuïstiek ................................................................................................................. 16
Hoorcollege 4: Risicotaxatie: Inzicht in Cijfers & Assessment .................................. 20
Hoorcollege 5: Zedendelinquentie: Theorieën, Types, Taxaties & Sekseverschillen 28
Hoorcollege 6: Huiselijk Geweld: De Overlap tussen Partnergeweld en
Kindermishandeling .................................................................................................. 38
Hoorcollege 7: Huiselijke Geweldplegers in een Klinische Setting; Intiem Terrorisme
................................................................................................................................. 46
Hoorcollege 8: Jeugddelinquentie: Theorieën en Risicotaxatie ................................ 54
Hoorcollege 9: Jeugddelinquentie: Moord en Doodslag bij Jeugd ............................ 62
Hoorcollege 10: Ontwikkelingsstoornissen: ADHD, Autisme, IDD & Delictgedrag .... 66
Hoorcollege 11: Psychopathie: Emoties, Cognitieve Verstoringen en Delictgedrag . 72
Deze samenvatting dient voor het vak Forensische Psychologie (500847-M-6) aan
Tilburg University voor de Master Klinisch Forensische Psychologie, collegejaar 2023-
2024. Afbeeldingen komen uit de slides/ colleges van het desbetreffende vak.
Casussen worden vanwege geheimhoudingsplicht niet opgenomen in de
samenvatting.
, Forensische Psychologie: Uitgebreide samenvatting (2023)
Ivyvanekert
Hoorcollege 1: Introductie
Klinische Forensische Psychologie
Klinische forensische psychologie (KFP) is de wetenschap die zich bezighoudt met
onderliggende psychologische karakteristieken waardoor men afwijkend (antisociaal/
delinquent) gedrag vertoond op basis van persoonlijkheid, cognities, preventie/
interventie, en diagnostiek. KFP heeft vele snijvlakken met andere takken van de
psychologie, zoals o.a. medische, ontwikkelings- en sociale psychologie. Daarnaast
bestaat er ook overlap met rechten en criminologie, bijv. wanneer er besloten wordt of
iemand wel of niet onder de TBS-maatregel valt.
Werkveld
Als klinisch forensisch psycholoog kun je gaan werken in verschillende velden:
• Politiebureau en HvB (Huis van Bewaring).
• Gevangenis en PPC (Penitentiair Psychiatrisch Centrum).
• Pro-Justitia rapportage (NIFP).
• Wetenschappelijk onderzoek.
• Zorginstellingen.
֍ Forensische psychiatrische poliklinieken: deeltijdbehandeling,
dagbesteding (= reclassering, jeugdbescherming).
֍ Forensische woonbegeleiding (F-RIBW) – Niveau 1.
֍ Forensisch psychiatrische afdelingen (FPA, Longcare) – Niveau 2.
֍ Forensisch psychiatrische klinieken (FPK) – Niveau 3 (= voornamelijk
gedwongen opnames).
֍ Forensische verslavingszorg klinieken (FVK).
֍ Forensisch Psychiatrische centra (FPC) – Niveau 4.
Op de Longcare afdeling zitten patiënten die het goed doen in behandeling, maar er
blijft begeleiding en behadeling nodig, omdat ze niet verder komen in het proces.
Criminele carrière start vaak op jonge leeftijd (= life-course persistent). Hoe eerder de
fout in, hoe hardnekkiger de problemen. Door de blijvende problematiek kan men veel
moeite hebben met het vinden van een baan, maar ze hebben alsnog geld nodig,
waardoor ze weer op het criminele pad terechtkomen door te stelen (= vicieuze cirkel).
Dadergroepen
• Jeugddelinquenten: jeugdige moordenaars.
• Patiënten met psychopathie/ psychopathische trekken: antisociale
kenmerken en gebrekkige emotieregulatie/ -verwerking.
• Patiënten met een ontwikkelingsstoornis: ADHD, ASS en IDD.
• Zedendelinquenten: vrouwelijke zedendelinquenten
• Plegers van huiselijk geweld: pleger van partnergeweld en
kindermishandeling en overlap in huiselijk geweld.
2
, Forensische Psychologie: Uitgebreide samenvatting (2023)
Ivyvanekert
Geschiedenis
Grieken en Romeinen
In de oude geschriften van de Romeinen, Germanen en Grieken werden daders vanuit
het strafrecht al niet volledig aansprakelijk gesteld vanwege mentale problemen. De
oorsprong van de forensische psychologie bevindt zich bij Hippocrates, een medisch
deskundige die optrad in een rechtszaak tegen geestesziekten. De rechter vroeg om
medisch advies over de geestesziekte die de delinquent bezat om zo te bepalen of
deze persoon wel of niet ontoerekeningsvatbaar was. Dit fenomeen vinden we
hedendaags nog steeds terug bij rechtszaken, wanneer een rechter om psychologisch
advies vraagt voor het opstellen van een vonnis.
Middeleeuwen
In de middeleeuwen werden mensen met geestesziekten beschouwd als onnozel
beschouwd en onder curatele van de familie gesteld, waardoor de familie
verantwoordelijk gesteld werd voor de mentale stoornissen van een familielid. Hierbij
werd de persoon in kwestie niet verantwoordelijk geacht, maar wel de familie. De
familie zou daardoor een straf of boete opgelegd kunnen krijgen indien de persoon iets
illegaals gedaan had. Toendertijd was er sprake van gehele of gedeeltelijk
ontoerekeningsvatbaarheid. Om te voorkomen dat deze persoon opnieuw de fout in
zou gaan, kreeg de familie de machtiging voor opsluiting.
In de 15e eeuw werden mensen die afwijkend gedrag vertoonden in dolhuizen
opgesloten en zelfs geketend. In plaats van psychiaters, besloten artsen over de
behandeling van de patiënt, welke erg luguber konden worden. Tot de 17e eeuw werd
er gedacht dat mensen met mentale stoornissen bezeten waren door de duivel. Hierbij
werden er heksenvervolgingen uitgevoerd, waar vrouwen achterna gezeten werden
en op de brandstapel werden gegooid. Men ging op bedevaartstocht langs kerken, om
hier de geesteszieke vast te boeien en indien ze vrij gelaten werden, na een aantal
dagen, werden ze als genezen verklaard. Johannes Wier (1515-1588) veronderstelde
dat het gedrag van de persoon in kwestie zou kunnen voortkomen vanuit een
natuurlijke, biologische, neurologische oorzaak, aldus disfuncties in het brein. De
vrouwen die voorheen op de brandstapel werden gegooid bleken delirium te hebben.
Om zijn theorie te versterken onderzocht hij mensen met hoofdtrauma’s die daardoor
gedragsverandering zijn ondergaan.
Ommekeer: Verlichting
De Verlichting staat voor het verlichte denken waarbij ieder mens een vrije wil heeft.
Dit zou betekenen dat als iemand een moord pleegt, dit altijd een bewuste keuze is
geweest uit vrije wil. Dit gaf aanvulling voor het eerste wetboek in Europa; de Code
Pénal, en het Crimineel Wetboek van Nederland. In de eerste wetten werd er geen
onderscheid gemaakt op basis van verantwoordelijkheid, of je nu kind, volwassenen
of geestesziek was (= “zonder oordeel des onderscheids”). Een rechter kon lastig
bepalen wanneer er een straf werd uitgedeeld, wat leidde tot machtsmisbruik.
Toen in 1886 het Wetboek van Strafrecht werd ingevoerd, kwam er meer aandacht
voor psychische afwijkingen en daarbij een natuurwetenschappelijke benadering,
waarbij niet alle schuld ten deel valt indien men kampt met een mentale stoornis.
3
, Forensische Psychologie: Uitgebreide samenvatting (2023)
Ivyvanekert
Ommekeer: 19e Eeuw
In de 19e eeuw kwam er opnieuw een grote ommekeer door Pinel, een medicus, die
sprak over manie sans délire, waarbij men antisociaal gedrag vertoont zonder
aantasting van het verstand/ mentale problematiek. Hierbij zou iemand met een
persoonlijkheidsstoornis een delict kunnen plegen, zonder dat het verstand hierbij
aangetast zou zijn. Voor Pinel ging men ervan uit dat alle geesteszieke die een delict
pleegden, een mentale beperking of lage intelligentie hadden. Tijdens een rechtszaak
in Engeland, waar een aanslag was gepleegd op een belangrijke politicus, werd voor
het eerst een persoon niet gestraft op grond van geestelijke toestand. In 1841 werd de
eerste Krankzinnigenwet uitgevoerd, waarbij psychisch gestoorden niet alleen
werden opgesloten/ gestraft, maar ook nazorg kregen, wat kon zorgen voor de
verbetering van gedrag. Later werd deze wet aangescherpt tot de Bijzondere
Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ).
20e Eeuw
Pas in 1905 werden de Kinderwetten ingevoerd, waarbij jongeren onder de 16 jaar
een lager straf zouden krijgen en kinderen jonger dan 10 jaar niet bestraft mochten
worden. In de 20e eeuw komt een verschuiving naar de moderne strafschool, waarbij
het belang van de dader (wie heeft het gedaan) en niet de daad zelf (wat heeft hij/ zij
gedaan) centraal staat. Hierdoor kon men zich richten op herstel en verbetering van
gedrag van delinquenten, en het geven van rechtvaardige straffen. Echter, kwam wel
het dilemma over de veiligheidsgarantie van de burgers wanneer men mildere straffen
zou uitvoeren. Het voorstel van Hamel zorgde ervoor dat rechters moesten ingrijpen
op de zwaarte van het vergrijp.
• Lichtere vergrijp: maatregel of straf ter afschrikking.
• Zwaardere vergrijp: behandeling en verpleging voor langere duur.
• Zeer zware gevallen: terbeschikkingstelling van de regering (= voorloper TBS),
waarbij een behandeling van 10 jaar werd uitgevoerd met latere overwegingen.
Door het voorstel van Hamel zijn Psychopatenwetten (1928) ingesteld, waardoor
men ter beschikking gesteld werd van de regering (TBR) en verpleging. Echter, werd
de wet veel vaker toegepast dan gedacht, omdat ook lichtere vergrijpen als zwaar
werden gezien. Hierdoor raakt zorginstellingen overvol en nam de vraag naar nieuwe
instellingen flink toe. Om deze enorme vraag te remmen, werd de Stopwet (1933)
ingevoerd, wat zorgde dat de criteria voor TBR toelating werden aangepast.
Tweede Wereldoorlog
Door de Tweede Wereldoorlog werd de Commissie van Naoorlogs Strafrecht
gevormd, waardoor er betere zorg voor delinquenten ontstond en speciale zorg voor
gevallen met een psychische stoornis. Rond dezelfde periode was er een Utrechtse
school met wetenschappers Pieter Baan, Pompe en Kempe die vonden dat
wetenschap en praktijk meer met elkaar verbonden/ geïntegreerd moesten worden,
waardoor de TBS gevormd werd, zoals we deze nu kennen. Betere zorg voor
gevangenen en ook speciale zorg voor gedetineerden met een psychische stoornis.
4