H1. Wat is marketing?
algemene economie: leer keuzehandelingen
Bedrijfseconomie: economische aspecten van activiteiten binnen een bedrijfshuishouding
Productieconcept: lage productie prijs, dus betaalbaar en het verkoopt
productconcept: kwaliteitsverbetering producten ‘goed product verkoopt zichzelf’. (Verkopersmarkt,
aanbieders vrij spel, ten koste van de klanten.)
Marketing(‘commerciële economie 1950’)= consumentgericht, gebaseerd op marktonderzoek. Alle
activiteiten die de koper en verkoper bij elkaar brengt.
Verkoop is een onderdeel hiervan; verkoop is een transactie los van wensen en behoefte van koper.
Marketing= een gat in de markt vinden, inventariseren van wensen en behoefte-> brug tussen
product/dienst & consumptie.
Doelgroep: ruiltransactie(geld, arbeid, moeite) tegen ruilobjecten(goederen, diensten, ideeën)
Marketingmix: 5P’s -> doelstellingen
Product; goederen/diensten/ideeën ->kernproduct, uitgebreid product, tastbaar product
Prijs; effect prijsbepaling inventariseren, prijs op productiekosten, marktprijs of
concurrentie. Ook prijsstrategie (penetratie/afroom) en kortingen etc.
Plaats; distributie; kanaal (internet), intermediairs (groothandel), punten/assortiment, direct
of indirect?
Promotie: informeren, overtuigen, herinneren; reclame, sponsoring of Public relationships?
(publiciteit)
3R’s:
Respons: aankoop
Reputatie: goeie naam
Relatie: duurzaamheid doelgroep
Niveaus:
-Macro: maatschappelijk/samenleving voorzien behoefte maatschappij
-Meso: bedrijfstak/bedrijfssector van bedrijven in de sector of organisaties
-micro: organisatie/bedrijf optiek bedrijf zelf (manager)
Relatiemarketing: niet alleen richten op betere productie en lagere kostprijs en hogere afzet
en verkoop. Maar marketing toepassen op een doelgroep (behoefte(tekort aan iets),
wensen(voorkeur opheffing tekort) en tevreden klanten krijgen met herhalingsaankopen op
langere termijn (trouw).
Markt->ideeën over producten/diensten
Bedrijf->marktonderzoek inventariseerde deze wensen en behoefte.
Bedrijf->maakt een concept op basis van wensen en behoefte markt en gebruikt 5P & 3R.
3p’s & MVO: maatschappelijk verantwoord ondernemen naar people, planet & profit.
Baretering: product tegen product
,Soorten marketing:
Dienstmarketing: bank & verzekering
Internationale marketing: doelgroepen over landsgrenzen
Direct marketing: aanbieder doet ‘persoonlijke-verkoop’ -> transacties en relatie opbouwen
Databasemarketing: verzamelt info en analyseert persoon->acties op individu afstemmen
Demarketing: vraag product, tijdelijk of permanent af te remmen. (schaarste, vervuiling of max
produc. Cap. Bereikt)
Interne marketing: communicatie/zaken binnen het bedrijf
Not-for-profitmarketing: strategie organisatie zonder winstdoelstellingen.
, H2. Strategische ontwikkeling en marketingplanning.
4 basistaken marketingmanagment:
Analyse- planning- uitvoering- controle & besturing. Opnieuw.
PMC: product-markt-combinatie-> wat, segmenteren, specificeren doelgroep.
SBU: Strategic Business Unit:
Strategisch: wat wil ik?
Tactisch: hoe doe ik dat?
Operationeel: doen! Met?
*bouwstenen voor een succesvol beleid:
-marketingstrategie:
Merkimago: herkenbaar en aantrekkelijke producten & diensten
Kwaliteit: duurzaamheid, prestaties voldoen aan verwachtingen
Innovatie: unieke eigenschappen of nieuwe voordelen
Duurzame relatie met klanten: trouwheid en herhalingsaankopen
-ondernemingsstrategie: succesvol SBU
-Concernstrategie: succes op organisatieniveau
Kern businessunitstrategie is de marketingstrategie: bij klantgerichte organisaties de basis of
uitgangspunt vormt voor strategieën van de andere afdelingen of functionele gebieden.
Top van het bedrijf geven richtlijnen voor planning en waarden en prioriteiten centraal stellen. Niet
de producten centraal maar klanten en distribuanten.
Marketingplanning en –managmentmodel:
-1)Analyse: business definition, missie en SWOT-analyse (intern sterk/zwaktes, extern
kansen/bedreigingen)
-2)Marketingbeleidsvorming: doelstellingen, strategieontwikkeling en planning op lange en korte
termijn
-3)Implementatie: uitvoering, controle en bijsturing
Business definition: vroeger op product en technologie, tegenwoordig meer gerichte slogan op
doelgroep met accent op hun behoefte. (Dus behoefte en marktsegmenten van het bedrijf)
Ondernemingsmissie: wat wil het bereiken in de bredere omgeving waarin het actief is:
-wat zijn onze kernactiviteiten?
-soort bedrijf zijn we en willen we worden?
-wie zijn onze klanten en hun behoeften?
Visie: droombeeld toekomst (organisatie op lang termijn) imago dat ze willen uitstralen of naar
streven.
Interne & externe functie:
Intern: beeldvorming van ‘waar zijn we mee bezig en wat willen we’.
Extern: profileren bedrijf; Hoe het bedrijf zichzelf ziet en in grote lijnen doet en waar het voor
staat.
, SWOT-analyse-> confrontatiematrix.
Extern Intern
Sterke punten Zwakke punten
Kansen Uitbuiten Verbeteren
groeien Ombuigen tot sterke punten
Bedreigingen Verdedigen Vermijden of terugtrekken
Concurreren met sterktes Samenwerking zoeken
Brand equity: waarde van het merk op lange termijn.
Marketingdoelstellingen: SMART
Doelstellingen hiërarchie: volgorde van belangrijkheid/prioriteiten onderneming.
Marketingsstrategie: (ANSOFFMODEL)
Groeimodel Igo Ansoff:
Product
Markt Bestaande producten Nieuwe producten
Bestaande markten 1. (Markt)penetratie 3. Productonwikkeling
Nieuwe markten 2. Marktonwikkeling 4.Diversificatie
1. Penetratiestrategie: meestal worden promotie/prijs/distributie aangepast.
-huidige klanten afzet/frequentie laten stijgen-> marktverdieping
-in een al ‘bediende’ markt-> klanten v. concurrent of nog niet kopers overhalen
->marktverbreeding
2. Marktonwikkelingsstrategie: meestal wordt er aan distributie & promotie gewerkt.
Nieuwe marktsegmenten (nieuwe doelgroepen)
3. Diversificatiestrategie: Overnemen/fuseren van een ander bedrijf.
-nieuwe producten
-nieuwe markten
4. Productontwikkelingsstrategie: Gericht op product en daar omheen.
-nieuwe/betere(aanpassing/verbetering) product voor nog niet-kopers.
-product toegankelijker maken (simpelere versie voor de massamarkt)