Samenvatting
Samenvatting Probleem 1 uitwerkingen Burgerlijk Procesrecht
Dit zijn uitwerkingen van Probleem 1 vak 1 Jaar 2 Burgerlijk Procesrecht
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 13 pagina's
Voorbeeld 2 van de 13 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Verkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Probleem 1 Burgerlijk procesrecht1: Aan de hand van welke regels wordt bepaald of een procedure met een dagvaarding of verzoekschrift begint?
2: Aan welke vereisten moet een inleidend processtuk voldoen en hoe moeten de voorvragen worden beantwoord?
3: Welke regels gelden voor de gevolgen van een fout in de dagvaarding/het verzoekschrift?
1: Aan de hand van welke regels wordt bepaald of een procedure met een dagvaarding of
verzoekschrift begint?
Eigenlijke en oneigenlijke rechtspraak
De taak van de burgerlijke rechter om vermogensrechtelijke geschillen te beslissen en/of afdwingbare veroordelingen uit
te spreken wordt eigenlijke rechtspraak genoemd. De bemoeienis van de rechter op het terrein van het personen- en
familierecht heet oneigenlijke (of vrijwillige) rechtspraak. Deze verschillende werkzaamheden hebben ieder hun eigen
kader, thans nog de dagvaardingsprocedure en de verzoekschriftprocedure genaamd. Deze procesvormen verschillen
steeds minder doordat de aanvankelijke verschillen in procesvoorschriften en activiteit van de rechter steeds kleiner
worden.
Hoofdregel: Zaken van vermogensrechtelijke aard à dagvaarding. Zo niet àverzoekschrift. Voordeel van verzoekschrift:
snel en eenvoudig
De belangrijkste verschillen tussen dagvaardingsprocedure en verzoekschriftprocedure:
1. De aanvang:
a) De dagvaardingsprocedure vangt meestal aan met een dagvaarding: een dagvaarding is een oproep, gericht tot
de tegenpartij en uitgebracht door de deurwaarder, om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen met
een omschrijving van de eis en de gronden daarvan.
b) De verzoekschriftprocedure wordt daarentegen ingeleid met een schriftelijk verzoek, ingediend bij de griffie van
de bevoegde rechterlijke instantie.
2. Competenties: in eerste aanleg is de rechtbank het bevoegde gerecht om van burgerlijke zaken kennis te nemen
(absolute competentie). Daarna wordt er gekeken of de sector civiel waarvoor de verplichte procesvertegenwoordiging
geldt) dan wel de kantonrechter (waar partijen in persoon kunnen procederen) de zaak zal behandelen en aansluitend
welke rechtbank of welke kantonrechter (de relatieve competentie). De relatieve competentie is per procedurevorm
verschillend geregeld: in dagvaardingszaken is in beginsel de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd, terwijl
dat in verzoekschriftzaken de rechter van de woonplaats van de verzoeker is.
3. Voortgang van het geding:
a) In de dagvaardingsprocedure reageert de gedaagde schriftelijk op de dagvaarding, waarna verschijning van
partijen (comparitie) wordt bevolen, tenzij de rechter de zaak daarvoor niet geschikt acht. Daarna komt eventuele
verdere conclusiewisseling (repliek/dupliek). De procedure wordt bepaald door landelijk uniforme regelingen, de
procesreglementen. Uiteindelijk wordt bij vonnis uitspraak gedaan.
b) In de verzoekschriftprocedure wordt na ontvangst van het rekest/verzoekschrift vastgesteld wanneer het verzoek
ter zitting zal worden behandeld. Daarvoor worden de verzoeker en andere belanghebbenden door de griffier
opgeroepen. In de tussentijd kunnen belanghebbenden een verweerschrift indienen. Na de behandeling ter zitting
volgt een beschikking.
4. Opstelling rechter: bij de dagvaardingsprocedure is de rechter minder actief dan in de verzoekschriftprocedure.
Dit hangt samen met de gedachte dat partijen in beginsel vrij zijn om het proces naar eigen inzicht te bepalen (de
partijautonomie). De rechter is in de dagvaardingsprocedure meer afhankelijk van de partijen dan in de
verzoekschriftprocedure.
5. Termen:
a. ‘vordering’ en ‘vorderen’ duidt op de dagvaardingsprocedure
b. ‘verzoek’ en ‘verzoeken’ duidt op de verzoekschriftprocedure
Wat is de inhoud van een dagvaarding?
De dagvaarding; aard en omschrijving
De dagvaarding is het gedingstuk waarbij de gedaagde door de deurwaarder wordt opgeroepen om op een bepaalde dag
voor de rechter te verschijnen over een door de eiser tegen de gedaagde in te stellenrechtsvordering. De dagvaarding
verzekert dat de gedaagde bekend is met het geding, zodat hij de mogelijkheid heeft tegen de eis verweer te voeren (het
beginsel van hoor en wederhoor). De dagvaarding heeft dan ook 2 functies:
- Een oproep om in het proces te komen
- Het is de eerste proceshandeling: in de dagvaarding moeten de eis & gronden van de eiser worden omschreven (art. 111
lid 2 sub d Rv)
Rechtsingang zonder dagvaarding
, In de volgende gevallen begint de rechtsingang zonder dagvaarding:
1. Art. 136 Rv – bij een tegenvordering op de eiser (eis in reconventie) kan de gedaagde deze bij zijn conclusie van
antwoord (zonder dagvaarding) instellen in de procedure die de eiser tegen hem aanhangig heeft gemaakt.
2. Art. 255 lid 2 Rv – via het kort geding kunnen partijen vrijwillig, zonder dagvaarding, voor de rechter verschijnen om hem
over de door de eiser gewenste voorziening te laten beslissen
3. Art. 96 Rv – partijen hebben de mogelijkheid om hun geschil in een vrijwillige procedure (zonderdagvaarding) aan de
kantonrechter voor te leggen.
4. Art. 217 & 218 Rv – in een tussen twee partijen aanhangig geding kan soms een derde vrijwillig als partij opkomen en
daarbij een prestatie voor zichzelf eisen (tussenkomst). Dit wordt gevorderd bij incidentele conclusie en een dagvaarding is
dus niet vereist
5. Renvooiprocedure – is de debiteur failliet gegaan, dan kunnen rechtsvorderingen alleen tegen de gefailleerde worden
ingesteld door aanmelding ter verificatie (art. 26 Fw). Verificatie is nodig om als crediteur mee te kunnen delen in het
actief van het faillissement. Indien de ingediende vordering wordt betwist en de rechter-commissaris de partijen niet met
elkaar kan verenigen, verwijst hij hen naar de zitting van de rechtbank, die het faillissement heeft uitgesproken (het
renvooi). Daardoor wordt de zaak aanhangig, zonder dat een dagvaarding is vereist (art. 122 Fw).
De inhoud van de dagvaarding
Gedagvaard wordt bij exploot – art. 111 lid 1 Rv. Een exploot is een ambtsedig proces-verbaal dat een door de
deurwaarder verrichte ambtshandeling betreft. Meestal gaat het daarbij om het overbrengen van mededelingen, maar het
kan ook gaan om andere handelingen, zoals het leggen van een beslag.
Wanneer de exploot een oproep inhoudt om voor de rechter te verschijnen dan heet het exploot een dagvaarding. De
voorschriften over de inhoud van de dagvaarding zijn deels te vinden in de algemene regeling van exploten (art. 45-66 Rv)
en deels in de afdeling over de dagvaarding (art. 111-124 Rv). Ze hebben op vier onderwerpenbetrekking:
1. Gegevens betreffende de partijen – art. 45 lid 3 Rv: Dit zijn gegevens over de evt. gemachtigde van de eiser, de
evt. woonplaatskeuze van de eiser (art. 111 lid 2 sub a Rv), de deurwaarder die de dagvaarding heeft uitgebracht
en de dag en de wijze waarop dit heeft plaatsgevonden. De dagvaarding moet de naam en woonplaats vermelden
van de eiser. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen:
- De eiser als natuurlijke persoon: hier moeten de voornamen worden opgenomen (art. 45 lid 3 sub b Rv).
-De eiser als rechtspersoon: hier moet de aard van hun rechtspersoonlijkheid, hun statutaire naam,
handelsnaam, plaats van statutaire vestiging en/of kantoor- of filiaaladres worden vermeld. Bij de gedaagde moet zijn
naam op dezelfde wijzen worden vermeld, m.u.v. de voornamen (art. 45 lid 3 sub d Rv).
2. Aanwijzing van de rechter die van de zaak moet kennis nemen: hierbij wordt het adres van de
zittingsplaats waar de zaak moet worden behandeld, de roldatum waartegen wordt gedagvaard en het uur van de
terechtzitting vermeld (art. 111 lid 2 sub e & f Rv).
3. Informatie over de wijze waarop de gedaagde in het geding moet verschijnen: in persoon/advocaat, hoe hij kan
antwoorden, over het griffierecht etc. Ook vermeldt het exploot de rechtsgevolgen die intreden als de
gedaagde(n) niet op de voorgeschreven wijze in het geding verschijnt. In zaken waarin partijen in persoon kunnen
procederen (afdeling kanton) zal de naam en het adres van de eventuele gemachtigde ook in de dagvaarding
worden opgenomen (art. 111 lid 2 sub b Rv). In zaken waarin partijen niet in persoon kunnen procederen
(afdeling civiel, hoger beroep en cassatie) dient de dagvaarding ook de aanwijzing te bevatten van de advocaat
die voor de eiser zal optreden (art. 111 lid 2 sub c & art. 407 lid 3Rv).
4. De eis en de gronden: samen met het verweer van de gedaagde en de bewijsmogelijkheden van de eiser om de
betwiste gronden van de eis te staven (art. 111 lid 3 Rv).
De voorschriften omtrent het uitbrengen van exploten en dagvaardingen
Art. 45 e.v. Rv bevatten een algemene regeling voor de inhoud van exploten en de wijze waarop zij worden‘gedaan’.
Exploot doen (ofwel: uitbrengen) houdt in: het betekenen van het stuk en het laten van afschrift. Dithoudt in dat de
deurwaarder zich naar de geadresseerde begeeft. De deurwaarder kan dit soms ook elektronischdoen (art. 45 lid 2 & 3 Rv).
De wijze waarop de betekening kan plaatsvinden verschilt per ‘hoedanigheid’ enwoonplaats van degene tot wie het
exploot zich richt. Hierbij is ook de feitelijke situatie die de deurwaarder bij hetbetekenen aantreft van belang.
De algemene regeling: De dagvaarding wordt meestal door de advocaat van de eiser opgesteld. Hij laat hierbijenkele niet
bekende gegevens open, zoals de datum waarop de dagvaarding is uitgebracht, de personalia van dedeurwaarder en de
wijze waarop de deurwaarder de dagvaarding heeft betekend. Hij stuurt dit vervolgens naar dedeurwaarder en die heeft
de volgende manieren om de dagvaarding uit te brengen:
1. Aan de gedaagde in persoon – art. 46 Rv: hierbij maakt het niet uit waar de gedaagde in Nederland woont. Meestal zal
de deurwaarder zich naar de woonplaats van de gedaagde begeven. De betekening in persoon heeft de voorkeur in zaken
waarin het mogelijk is dat het vonnis in het buitenland ten uitvoer moet worden gelegd. Indien de gedaagde weigert het
exploot in ontvangst te nemen, dan voorkomt dat niet dat sprake is van een betekening in persoon: art. 46 lid 3 Rv.
2. Aan de woonplaats van de gedaagde – art. 46 & 47 Rv – indien de gedaagde niet in persoon wordt aangetroffen, kan
de deurwaarder de dagvaarding ook uitbrengen aan die woonplaats. Dit kan op 3 manieren:
a) De deurwaarder laat een afschrift van het exploot aan een huisgenoot van de gedaagde. De deurwaarder moet er
wel redelijkerwijs op kunnen vertrouwen dat deze persoon het exploot ter hand zal stellen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chlvdziel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,59. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen