100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Probleem 7 uitwerkingen Burgerlijk Procesrecht €3,59
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Probleem 7 uitwerkingen Burgerlijk Procesrecht

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit zijn uitwerkingen van Probleem 7 vak 3 Jaar 2 Burgerlijk Procesrecht

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 29 oktober 2023
  • 9
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (74)
avatar-seller
chlvdziel
Probleem 7
Leerdoelen
1. Hoe verlopen de voornaamste wijzen van alternatieve geschilbeslechting: arbitrage, bindend advies en
mediation?
2. Wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende wijzen van alternatieve geschiloplossing: arbitrage, bindend
advies en mediation t.o.v elkaar en t.o.v (experimenten in) de overheidsrechtspraak?

H14
De gang naar de overheidsrechter is niet de enige manier om tot de beslissing van een geschil te komen. Er bestaat namelijk ook
de opdracht van rechtspraak aan particulieren, in de vorm van arbitrage of bindend advies. Ook mediation kan helpen. Bij
mediation gaat het niet om wie er (on)gelijk heeft, zoals bij arbitrage en bindend advies, maar om het met hulp van een
onpartijdige derde door onderhandeling bereiken van een voor beide partijen bevredigende uitkomst.

Arbitrage is het beslissen van vermogensrechtelijke geschillen door particulieren, die hun bevoegdheid niet aan de wet
ontlenen, maar aan de overeenkomst van partijen. Deze vonnissen kunnen bindende kracht verkrijgen, zelfs tegenover de
overheidsrechter (art. 1059 Rv) en zij kunnen na een beperkte toetsing door de voorzieningenrechter ten uitvoer worden gelegd
(art. 1062 Rv). Degenen die met de rechtspleging worden belast, noemt men arbiters, scheidsrechters of scheidslieden.

Aan de ene kant gelden er veel regels voor arbitrage, omdat het de berechting van geschillen door niet tot de rechterlijke macht
behorende personen toelaat, maar aan de andere kant heeft de wetgever arbiters ook de machtsmiddelen van de gewone
rechter toegekend, zoals het opleggen van dwangsommen (art. 611i Rv). In de tekst is verduidelijkt welke bepalingen van
regelend recht zijn, omdat daarin zinsneden als “tenzij partijen anders overeenkomen” of “partijen kunnen bij overeenkomst van
het bepaalde afwijken” in staan. Zonder zo een toevoeging is sprake van dwingend recht.

Voordelen en bezwaren van arbitrage
Voordelen
1. Uitbesteding: wanneer geschillen niet met behulp van het juridische gereedschap kunnen worden beslist, zal de
overheidsrechter zijn beslissing uitbesteden aan door hem benoemde deskundigen. Bij arbitrage kan de beslissing direct al
worden opgedragen aan deskundigen, bijvoorbeeld technische experts. Ook kunnen voor de berechting van complexe geschillen
experts op het betreffende terrein worden uitgekozen.
2. Weinig kosten en moeite: de overheidsrechtspraak is traag en kostbaar. Arbitrage is een snellere en goedkopere rechtsgang,
onder andere omdat in beginsel geen hoger beroep mogelijk is, tenzij dit is overeengekomen.
3. Geen verplichte procesvertegenwoordiging.
4. Beslotenheid: de arbitrale procedure speelt zich meer in beslotenheid af, omdat de eis van openbaarheid van art. 6 EVRM niet
geldt.
5. Buitenland: het is makkelijker om een arbitraal vonnis in het buitenland ten uitvoer te leggen dan een procedure bij de
overheidsrechter in het buitenland ten uitvoer te leggen.
6. Proceskosten: deze kunnen worden verdeeld over de partijen naar mate van het succes van de arbitrage, in plaats van dat de
verliezende partij alle kosten krijgt.

Nadelen
1. Duur van de procedure: de langzame procedure bij de overheidsrechtspraak wordt vooral veroorzaakt door de combinatie van
conclusiewisseling, mondelinge behandeling en bewijslevering. In de arbitrale procedure is dat vaak niet anders; een
gecompliceerde arbitrage kost dikwijls niet minder tijd dan de behandeling van dezelfde zaak bij dezelfde rechtbank zou hebben
gekost.
2. Alsnog overheidsrechter: tijdens/na het arbitrale geding kunnen zich ontwikkelingen voordoen die door de overheidsrechter
moeten worden beslist, omdat er bijvoorbeeld een eis tot vernietiging kan worden ingesteld, waardoor het idee van een snellere
en goedkopere procedure verdwijnt.
3. Duur: arbitrage is vaak niet goedkoper, maar juist duurder, omdat de arbiters door partijen voor hun bemoeienissen moeten
worden gehonoreerd. Het griffierecht bij de overheidsrechter zal meestal minder zijn. Ook wordt het duurder naarmate de
ervaring en de deskundigheid van arbiters groter is.
4. Procesvertegenwoordiging: het is niet verplicht, maar vaak zijn de zaken zo ingewikkeld dat de partijen een advocaat
inschakelen.
5. Waarborgen: de waarborgen zoals onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de overheidsrechter missen in arbitrage. Overigens
kan er wel worden gewraakt als de arbiter partijdig lijkt (art. 1023 en art. 1033 Rv). Ook voor de juridische deskundigheid van
arbiters gelden minder waarborgen.

Institutionele arbitrage en ad-hoc arbitrage
Aangezien er voor- en nadelen zijn verbonden aan arbitrage, zullen partijen steeds specifieke afwegingen moeten maken. Toch is
arbitrage erg belangrijk, grotendeels vanwege de institutionalisering: in veel takken van handel, nijverheid en bedrijf zijn vaste
arbitrale colleges ingesteld. De samenstelling van het arbitraal college en de procesvoorschriften zijn in de statuten of een
reglement vastgelegd (art. 1020 lid 6 Rv). Aanwijzing van een dergelijk college als bevoegde rechter vindt veelal plaats nog voor
het geschil is gerezen bij de algemene voorwaarden. Men spreekt hier van institutionele arbitrage. Aan de andere kant heb je ad-
hoc arbitrage: hier is geen vast scheidsgerecht, arbiters worden door partijen zelf aangewezen en de (aanvullende) procesregels

, worden vastgesteld. Vaak wordt daarbij de arbitrageovereenkomst pas gesloten nadat het geschil is gerezen. In de praktijk wordt
vaak gebruik gemaakt van partijarbitrage, waarbij iedere partij een arbiter benoemt en deze wijzen samen een derde aan die als
voorzitter fungeert. Een bezwaar bij partijarbitrage kan zijn dat er niet wordt voldaan aan de eisen van onpartijdigheid en
onafhankelijkheid (art. 1023 en art. 1033 Rv), waardoor de beslissing alleen bij de voorzitter berust.

Wat kan aan arbitrage worden onderworpen? Art. 1020 Rv geeft voorschriften over de toelaatbaarheid van arbitrage:
1. Lid 1: instemming van betrokkenen is vereist. Als arbiters zijn bevoegd, dan moet de overheidsrechter zich van een
beoordeling onthouden. Daarom is het voor de arbitrage van belang dat niemand tegen zijn wil kan worden afgehouden
van de rechter die de wet hem toekent (art. 17 Gw). Arbitrage kan dus alleen op een overeenkomst berusten.
2. Lid 3: arbitrage kan alleen bij geschillen over rechten waarover men de vrije beschikking heeft. Dat is het geval bij zaken
die van openbare orde zijn, omdat de rechtsgevolgen tegenover iedereen werking moeten hebben. Een arbiter kan dus
geen echtscheiding bewerkstelligen. Geschillen omtrent de ontbinding van een arbeidsovereenkomst wegens
gewichtige redenen zijn wel voor arbitrage vatbaar. Het scheidsgerecht dient deze arbitrabiliteit ambtshalve te
beoordelen. Wordt er in strijd met deze bepaling een vonnis gewezen, dan is deze vernietigbaar wegens strijd met de
openbare orde of het ontbreken van een geldige arbitrageovereenkomst (art. 1065 Rv).
3. Lid 4: er zijn ook beslissingen die aan arbiters kunnen worden opgedragen zonder dat sprake is van een geschil. Dit zijn:
- De vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken, kwaliteitsarbitrage. Dit betreffen meestal juridisch
eenvoudige geschillen waarbij de beslissing uitsluitend aankomt op technische deskundigheid. Vandaar dat er een
vereenvoudigde rechtsgang is (art. 1047 Rv). Het speelt vooral bij internationale handel een belangrijke rol.
- De bepaling van de hoogte van een schadevergoeding/verschuldigde geldsom
- De aanvulling van een al dan niet uit een overeenkomst voortvloeiende rechtsbetrekking, bijvoorbeeld de aanvulling
van een leemte in een overeenkomst.

Twee soorten arbitrageovereenkomsten – art. 1020 Rv
1. Compromis: de overeenkomst waarbij een bestaand geschil aan arbitrage wordt onderworpen. Dit moet nauwkeurig in de
overeenkomst worden omschreven. De zaak is aanhangig bij het aangaan van de overeenkomst.
2. Arbitraal beding: de overeenkomst waarbij partijen zich van tevoren al verbinden om een eventueel geschil aan arbitrage te
onderwerpen. Dit heeft betrekking op toekomstige geschillen, dus er kan worden volstaan met een globale omschrijving. De zaak
is aanhangig door ontvangst door het instituut dat deze tot arbitrage overgaat (art. 1024 en art. 1025 Rv). Dit tijdstip is vaak
minder nauwkeurig te bepalen dan bij een compromis.

De vastlegging en het bewijs van de overeenkomst tot arbitrage
Voor de geldigheid van de arbitrageovereenkomst is het niet vereist dat er sprake is van een geschrift; de instemming met
arbitrage kan ook uit gedrag worden afgeleid, bijvoorbeeld doordat een partij niet de onbevoegdheid van arbiters inroept (art.
1052 lid 2 en 3 Rv). Wordt er in geschil getwijfeld aan het feit of arbitrage is overeengekomen, dan kan de overeenkomst alleen
door een geschrift/elektronische gegevens worden bewezen (art. 1021 Rv).

De overeenkomst tot arbitrage en de gewone rechter
Art. 1022 Rv: de rechter, bij wie een geschil is aanhangig gemaakt waarover een overeenkomst van arbitrage is gesloten,
verklaart zich onbevoegd indien een partij zich voor alle weren op het bestaan van deze overeenkomst beroept. Dat betekent dat
een partij dat beroep moet doen, uiterlijk bij de eerste gelegenheid waarbij hij verweer voert ten principale, dat wil zeggen: tegen
de vordering, betreffende de eigenlijke rechtsvraag. “Voor alle weren” betekent voordat inhoudelijk verweer wordt gevoerd. Dit
geldt uiteraard niet wanneer de overeenkomst ongeldig is. Dit betekent niet dat indien de overeenkomst van arbitrage geldig is,
de rol van de rechter is uitgespeeld. De rechter kan namelijk nog verschillende functies hebben, zoals rest-rechter, een
faciliterende functie of een controlerende functie.
Rest-rechter: dit is de gewone rechter wanneer een partij hem een bewarende maatregel, een voorziening in kort geding (art.
1022a Rv) of een voorlopige bewijsmaatregel (art. 1022b Rv) verzoekt en de wederpartij zich weliswaar voor alle weren op het
bestaan van arbitrageovereenkomst beroept, maar de gevraagde beslissing niet of niet tijdig in arbitrage kan worden verkregen.

Faciliterende functie: dit heeft de gewone rechter (voorzieningenrechter) als hij op verzoek van een partij helpt bij de voortgang
en het goede verloop van het arbitrale geding, bijvoorbeeld door arbiters vast te stellen of te benoemen (art. 1026-1028 Rv).
Andere taken zijn: wraking van arbiters (art. 1035 lid 2 Rv), een weigerachtige getuigen horen (art. 1041a Rv), inlichtingen over
buitenlands recht naar het bevoegde orgaan doorleiden (art. 1044 Rv), samenvoeging van arbitrale procedures gelasten (art.
1046 Rv) en hij is als enige bevoegd om de tenuitvoerlegging van een vonnis op te schorten (art. 1060 lid 8 Rv). Een dergelijk
ingrijpen van de voorzieningenrechter kan veelal zonder de tussenkomst van een advocaat worden gevraagd (art. 1071 Rv).
Relatief bevoegd is zowel de voorzieningenrechter van de rechtbank van de woonplaats van de verzoeker als van een in het
verzoekschrift genoemde belanghebbende, in beginsel de wederpartij (art. 262 Rv). Tegen zijn beschikking staat geen voorziening
open (art. 1070 Rv).

Controlerende functie: dit heeft de gewone rechter als hem wordt gevraagd voor de tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis
verlof te verlenen (art. 1062 Rv) en als voor hem vernietiging (art. 1064-1065 Rv) of herroeping (art. 1068 Rv) van het arbitrale
vonnis wordt gevorderd.

De benoeming van arbiters
Art. 1023 Rv: iedere handelingsbekwame, natuurlijke persoon kan tot arbiter worden benoemd. Er zijn dus geen
kwaliteitsvereisten. Meestal wordt de wijze van aanwijzing en benoeming van arbiters in het arbitraal beding of in de akte van

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chlvdziel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,59. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 48298 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,59
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd