Zuid- Amerika
Domein D
, H1 Zuid-Amerika: continent van extremen
1.1 Ligging
- Zuid- Amerika bestaat uit dertien verschillende stadstaten, met elk een eigen beleid. Ook
zijn er in het continent veel verschillende soorten natuur te vinden. Qua hoogtezones is het
continent in een aantal gebieden op te delen:
1) Aan de westkant ligt het grootte Andes gebergte. Verstopt in dit gebergte zijn veel actieve
vulkanen waaronder de Cotopaxi, de grootste vulkaan ter wereld.
2) Ten oosten van dit gebergte ligt een tropisch laagland met grote rivieren.
3) In het noorden en oosten vind je hoogvlaktes.
- Het stereotiepe beeld dat we van Zuid-Amerika hebben, is vaak onterecht. Dit beeld wordt
gevormd door verschillende cultuurelementen zoals sport, kleding, religie. In dit hoofdstuk
gaan we ons geografische beeld vergroten.
We kijken naar geografische kenmerken zoals.
1) ligging 3) bevolkingskenmerken
2) landschappelijke kenmerken 4) interne en externe relaties
Fysische dimensie
1) Klimaat 3) Bergen 5) Vruchtbare grond
2) Weer 4) Aardkorst
Economische dimensie
1) Inkomen 3) handelsbalans 5) Internationale arbeidsverdeling
2) Werkgelegenheid 4) informele sector
Sociaal – culturele dimensie
1) Taal 3) aantal kinderen
2) religie 4) tradities
Politieke dimensie
1) Overheden 3) internationale verdragen
2) corruptie
Demografische dimensie
1) Geboortecijfer 3) leeftijdsopbouw 5) Analfabetisme
2) sterftecijfer (kindersterfte) 4) demografisch druk
, 1.2 Ongekende natuur
- Het klimaat in Z-A wordt bepaald door meerdere factoren zoals, breedteligging,
zeestromen, windpatronen, gebergtes, drukgebieden.
Breedteligging
- Een groot gedeelde van het continent ligt bij de evenaar. Hier komen zonnestralen recht de
aardoppervlakte in waardoor het dus erg warm is. Door de warmte stijgt de lucht op en
ontstaat er een laagluchtdruk gebied aan de grond. De opgestegen lucht condenseert en
vormt wolken met neerslag. Dit vindt plaats in rondom het ITCZ. Deze schuift
seizoensgebonden met de zon mee. In juli en augustus ligt deze op 10 graden N.B en in
januari op 20 graden Z. B. hierdoor ontstaan er tropische klimaten met 1 of twee droge
perioden per jaar.
Windpatronen en oceanen
- Het ITCZ trekt wind aan, de noordoostpassaat en de zuidoostpassaat. De zuidoostpassaat is
een vochtige wind die tegen de oost kant van Z-A aanbotst (aanlandige wind). De wind zorgt
aan de loefzijde van het kustgebergte voor stuwingsregens en aan de lijzijde voor droogte.
Verder naar de zuidelijke kant van deze kust liggen geen gebergte, hier heeft de passaat tot
ver in het land invloed op de neerslag. Langs de bovenkant van deze kust loopt een warme
zeestroom. Vanuit het zuidelijkste punt loopt een koude zeestroom
- Aan de westkant is de invloed van zee beperkt door het Andes gebergte en de aflandige
wind. De zeestroom die langs het gebied loopt is koud en bevat weinig waterdamp. Hierdoor
is de uitgestrekte Atacamawoestijn verklaarbaar.
Weer in het zuiden
- In het zuidelijke punt heerst een zeeklimaat met veel neerslag. De neerslag wordt
veroorzaakt door een westelijke vochtige aanlandige wind. Dit wordt versterkt doordat het
aan de loefzijde van het gebergte ligt.
- De normale situatie
Zuid- Amerika ITCZ
Weinig neerslag, dalende
lucht, koud en voedingsrijk water voor de
kust, droogte, aflandige wind
Indonesië veel Aanlandige
neerslag, opstijgende vochtige wind
lucht,
warm zeewater voor de kust, tropisch
gebied, laagdrukgebied
Droge aflandige wind
- Tijdens El Niño
Zuid-Amerika veel neerslag, stijgende
lucht, warm water, minder vissen, hoogdruk
gebied, aanlandige wind, overstromingen
Aanlandige vochtige wind
Indonesië weinig neerslag, dalende
lucht, warm water, droogte, hoogdruk gebied
Aanlandige vochtige koude
wind