100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitwerking Tutor Medisch-Biologisch, blok 2.1 €4,49   In winkelwagen

Antwoorden

Uitwerking Tutor Medisch-Biologisch, blok 2.1

 161 keer bekeken  3 keer verkocht

Een zeer duidelijke uitwerking van alle studietaken van MB! Handig om te leren voor je open-vragentoets

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 28 november 2017
  • 18
  • 2016/2017
  • Antwoorden
  • Onbekend
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
md1
TUT M, blok 2.1
Week 1
Belangrijk zijn de richtlijnen! Alvast de richtlijnen gebruiken en je informatie eruit halen.

Studietaak 1
1. Maak een overzicht van de algemene bouw en functie van de wervelkolom en geef de verschillen
tussen de cervicale, thoracale en lumbale delen aan.
• Verschillende delen
o Het cervicale gedeelte (het nek), 7 wervels
o Het dorsale of thoracale gedeelte (bovenrug), 12 wervels
o Het lumbale wervelkolom gedeelte (onderrug), 5 wervels
o Het heiligbeen. 5 aan elkaar vergroeide wervels
o Het staartbeen cq. stuitje, 4 aan elkaar vergroeide wervels
o Het bekken, ring gevormd door het heiligbeen en 2 darmbeenderen
• De functies van de wervelkolom zijn:
o Stabiliteit; ieder mens heeft een skelet om vorm en stijfheid te geven aan het lichaam
o Beweging; de wervelkolom is opgebouwd uit bewegende segmenten, de wervels, die
bewegingen zoals buigen en draaien mogelijk maken.
o Bescherming van het ruggenmerg; het ruggenmerg is een dunne zenuwstreng die zorgt voor
geleiding van zenuwimpulsen (informatie) van en naar onze hersenen.
• Cervicale wervels
o 7 wervels
o Atlas en axis
o Corpus is het kleinst
o Grootste doorsnede foramen vertebrae
o Processus spinosus is gespleten en staat naar achteren
o Processus transversus bevat foramen intertransversarium
• Thoracale wervels
o Corpus vertebrae: groter dan cervicaal, kleiner dan lumbaal
o Foramen vertebrae: kleiner dan cervicaal
o Processus spinosus: staat naar dorso-caudaal
o Processus transversus: staat naar latero-dorsaal
• Lumbale wervels
o Corpus vertebrae: grootst
o Foramen vertebrae: kleinste doorsnede
o Processus spinosus: staat recht naar achteren, hoog
o Processus transversus: staat naar lateraal, is groot
2. Beschrijf de ligging en functie van ligamenten, spieren, disci, meningen (hersenvliezen), medulla
spinalus (ruggenmerg) en spinale zenuwen, en geef de verschillen tussen de cervicale, thoracale en
lumbale delen aan.
• Ligamenten
o Bot of stukken kraakbeen met elkaar verbinden
o Steun
• Spieren
o Stevigheid en stabiliteit
o Vorm geven aan ons lichaam
o Sommige zijn betrokken bij ademhaling, hartslag of spijsvertering
• Disci
o Absorberen van compressie en stotende krachten die op de wervelkolom inwerken
o Ligamenten onder spanning houden en zo voor stabiliteit van de wervelkolom zorgen
• Meningen (hersenvliezen)
o Hersenen en ruggenmerg beschermen

, • Medulla spinalus (ruggenmerg)
o Contact tussen de hersenen en de rest van het lichaam
o Speelt een belangrijke rol bij reflexen
• Spinale zenuwen

Studietaak 2
a. Zoek op waaruit het bewegingssegment precies bestaat, houdt er rekening mee dat er
verschillende definities van een bewegingssegment gangbaar zijn (noem er twee). Welke structuren
horen bij het bewegingssegment van L4/L5 en C6/C7. Waarom zijn deze twee niveaus van belang?
• Waaruit bestaat het bewegingssegment?
o voorste component:
▪ 2 corpora
▪ discus intervertebralis
▪ LLA & LLP
▪ functie; dragende (stat + dyn)
o achterste component:
▪ arcus
▪ facetgewrichten
▪ proc.trans. + proc.spin.
▪ lig.flavum; suprasp
▪ functie; dynamische (beweging sturen)
• Definities bewegingssegment
o De functionele eenheid van de wervelkolom bestaande uit de tussenwervelschijf, de
wervelgewrichten, pezen, tussenwervelopeningen en de bewegende spieren
o
• Structuren segment L4/L5 en C6/C7
o L4/L5
▪ In de anatomische stand staat L5 voorover ten opzichte van de anatomische vlakken.
Een linksom rotatie om een as loodrecht op het corpus correspondeert in deze
houding met het uitvoeren van een linksom rotatie in kombinatie met een rechts
lateraal-flexie van de romp (figuur 11).
• Waarom zijn bovenstaande niveaus van belang?
o Vaak hernia’s op dit niveau
b. Beschrijf welke structuren geïnnerveerd zijn en dus mogelijk nocisensoriek kunnen geven.
• Veel
o Ligament
o Capsula
o Spieren
o Periost wervels
o Dura mater
o Discus intervertebralis
• Gemiddeld
o Pees
o Bot
• Geen
o Kraakbeen
o Synovia
c. Beschrijf wat de neurofysiologische hypothese is van pijn bij mechanische vervorming van weefsel.
Betrek hierbij de ion-kanalen in de celmembraan en de A en C nociceptoren.
• Pijnreceptoren kunnen geactiveerd worden bij temperatuur etc. maar ook door bradykinine en die
pijnmediatoren. Snelle pijn, mechanische pijn zit vooral op de A-vezels, langzame pijn op de C-vezels.
• Kalium-natrium kanalen herhalen van jaar 1!!!
d. Beschrijf waardoor uitstralende pijn vanuit de nek/rug in arm/been veroorzaakt kan worden.
• HNP, doordat de zenuwen daar heen lopen. Kan ook komen door druk op andere weefsels, zoals bij
een derangement, daarbij kan er druk op de dura mater komen.

, Studietaak 3
1. Beschrijf voor de CWK en voor de LWK de anatomische bouw, gerelateerd aan de
bewegingsmogelijkheid. Bepaal ook de stabiliserende factoren voor de wervelkolom.
• Anatomie van de cervicale wervelkolom
o 7 cervicale wervels
o Kanaal: dwars ovaal
o Weinig dragend, klein wervellichaam
o Occiput C1, 3-8 graden rotatie
o C1-C2 60% van cervicale rotatie
o C3 t/m C7 vergelijkbare anatomie
o C5-C6 meeste flexie/extensie (meest HNP/degeneratief
o C1-C2 maximale translatie 2-3 mm bij volwassenen
o Indien meer laesie ligamentum transversum
o Lagere cervicale wervelkolom: instabiliteit indien ...
o Veel rotatie mogelijk door horizontale processus spinosi (daarnaast ook flexie en extensie)
• Anatomie lumbale wervelkolom
o 5 lumbale wervels
o 5 os sacrum
o 4 os coccygis
o Zeer groot wervellichaam, ze dragen geen ribben
o Forse uitsteeksels
o Processus spinosi staan meer verticaal waardoor je geen rotatie kunt maken, maar wel flexie
en extensie
2. Beschrijf de normaal rechtopstaande houding en een aantal houdingsafwijkingen hiervan, waarbij
je tevens aangeeft welke weefselstructuren een potentiële pijnbron kunnen vormen.
BIJLAGE 1 SHL
• Cervicale lordose – thoracale kyfose – lumbale lordose. Scoliose. Wervelstructuren die pijn kunnen
geven zijn spieren die hechten aan de wervels. Beschadiging van bot kan voorkomen, gebeurt normaal
niet vaak. Ligamenten kunnen door osteoporose ook beschadigen en dit kan ook pijnlijk zijn.
Daarnaast ruggenmerg ook?

Week 2
Studietaak 1
a. Beschrijf de pathofysiologie van artrose. Betrek hierbij de enzymen die hier een belangrijke rol bij
spelen, collageen, kraakbeen, sclerose, osteofyten en microfracturen.
• Bij artrose is er een degeneratie van het kraakbeen, hierbij is er meer afbraak van collageen type 2 dan
normaal. Bij artrose worden er anabolische (opbouw) processen geactiveerd maar worden overtroffen
door afbrekende processen, er is dus meer afbraak dan opbouw. Osteofyten (botwoekeringen)
drukken tegen het kapsel aan. Hierdoor ontstaat een lichte ontsteking van het synoviaal membraan.
b. Artrose wordt door sommigen wel beschouwd als een systeemziekte. Wat wordt hier mee bedoeld
en waarom zou artrose hier onder kunnen vallen?
• Deze gaan meestal gepaard met chronische ontsteking op bindweefselplaatsen, zoals gewrichten, al
dan niet in combinatie met de huid, bloedvaten, organen (hart, nieren, longen) of de speekselklieren.
• Ziekte die in het hele lichaam voorkomt.
• Artrose is een aandoening waarbij de kwaliteit van het gewrichtskraakbeen achteruit gaat. Uiteindelijk
kan het kraakbeen zelfs geheel verdwijnen. Artrose komt voornamelijk voor in de gewrichten van de
handen, knieën en heupen, maar begint meestal in de grote gewrichten die gewicht moeten dragen.
Artrose komt het meest voor van alle gewrichtsaandoeningen Voor een groot deel is dit te wijten aan
het natuurlijke proces van het ouder worden. Het is een aandoening die zelden ernstige problemen
veroorzaakt en er zijn geen levensbedreigende risico’s aan verbonden. Artrose is de meest
voorkomende gewrichtsaandoening onder ouderen. Pijn, zwelling en stijfheid in het aangedane
gewricht staan centraal.
c. Geef een verklaring voor het ontstaan van pijn bij artrose van de WVK.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper md1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  3x  verkocht
  • (0)
  Kopen