Goede samenvatting van hoofdstuk 10 van het boek medische basiskennis! Het gaat over het zenuwstelsel; beroerte. Veel informatie over een CVA wordt hierin ook beschreven.
Verstappen F. Medische basiskennis, HFST 10 zenuwstelsel; beroerte
10.1 inleiding
10.1.1 Hersenen: moeilijk te doorgronden
De hersenen hebben iets mystieks, dat komt doordat de werking van het zenuwstelsel niet uit de
bouw ervan af is te leiden. Het is wel duidelijk dat de hersenen signalen krijgen uit de zintuigen en
dat ze de spieren prikkelen tot aanspanning, maar hoe ze dat doen is niet af te leiden uit de
contouren.
10.1.2 Zintuigen en spieren: automatisme versus aandacht
Je hebt nauwelijks besef van het gebruik van zintuigen (sensoriek) en spieren (motoriek). Het netvlies
van beide ogen neemt de lichtprikkels wel waar en heeft de signalen ook door aan het visuele
schorsgebied van de achterkwab van de hersenen. Dat kun je niet beïnvloeden, deze functies zijn
autonoom. Voor spieren klinkt het vreemd, want je zou zeggen dat je bewust je spieren aanstuurt.
Lopen is een automatisch gestuurd proces, en zelfs de kleine noodzakelijke correcties die door de
ogen worden waargenomen automatische worden uitgevoerd. De hersenfunctie ligt aanzienlijk
complexer in elkaar.
10.1.3 pijngewaarwordingen reflexen
In de hersenen bevindt zich een gebied met een ‘landkaart’ van het lichaam die gevormd wordt door
projecties van zenuwvezels uit zintuigen, en die zenuwvezels kunnen ook rechtstreeks geprikkeld
worden in plaats van door het verbonden zintuigorgaantje. In de spieren bevinden zich
zintuigorgaantjes, zogenaamde spierspoeltjes, die gevoelig zijn voor uitrekking. Het opgewekte
zintuigsignaal wordt door zenuwvezels naar het ruggenmerg geleidt en daar direct doorgegeven aan
andere zenuwvezels die het ruggenmerg weer verlaten en dezelfde spier laten samentrekken. Een
reflex is dus een reactie van het zenuwstelsel die buiten de wil om verloopt. Tijdens de ontwikkeling
van de motoriek worden de reflexen geïntegreerd in het geautomatiseerde sturingssyteem.
10.1.4 De geest
Het meest geheimzinnige aspect van het zenuwstelsel in de geest(psyche). Het is moeilijk te zijn dat
kenmerken van geest, zoals persoonlijkheid, intelligentie of sociale betrokkenheid uiteindelijk
resultanten zijn van biologische processen in het zenuwstelsel. Toch is het wel duidelijk dat in de
zoektocht naar de menselijke geest alleen de voorkwab van de grote hersenen in aanmerking komt,
de voorkwab is voor zijn functioneren volstrekt afhankelijk van andere delen van de hersenen. Het
taalcentrum bevindt zich in de slaapkwab. Geheugen verspreid over de gehele schors.
10.1.5 Beroerte
Een herseninfarct ten gevolge van een plotselinge afsluiting van een slagader veroorzaakt uitval van
dat deel van de hersenen dat geen bloed meer ontvangt. De stoornis in de bloedvoorziening leidt tot
onmiddellijke verstoring van de stofwisseling van de getroffen zenuwcellen. Dat betekent dat alle
betreffende functies, zoals aansturing spieren, waarnemen van beelden uit de ogen of begrip van
woorden uitgeschakeld zijn. Verlamming van een deel van het lichaam of onvermogen tot spreken
zijn duidelijk te herkennen, maar er kunnen ook stoornissen in het geestelijk functioneren optreden.
10.1.6 Opbouw van het hoofdstuk
Hersenbeschadiging door een val op het achterhoofd blindheid tot gevolg kan hebben omdat de
verweking van visuele signalen in de schors van de achterkwab van de grote hersenen plaatsvindt.
Kennis van de algemene bouw en de belangrijkste functies van het zenuwstelsel geeft echter no geen
inzicht in het werkingsmechanisme van het zenuwstelsel. Daarvoor is kennis van de wijze van
communicatie tussen de zenuwcellen onderling noodzakelijk.
, 10.2 Bouw van het zenuwstelsel
10.2.1 Inleiding: vergelijking tussen mens en dier.
Het zenuwstelsel van de mens in evolutionair gezien het verst ontwikkeld, dit op basis van het
gegeven dat het volume aan hersenweefsel in verhouding tot het gehele lichaam bij de mens veruit
het grootst is en dankzij de intellectuele vermogen, over de aarde ‘regeert’.
Hierbij gaat het vooral om de grote hersenen, want daar bevinden zich de netwerken van de
cognitieve (kennis)functies. De hersenstam, de kleine hersenen en het ruggenmerg, de lagere delen
van het zenuwstelsel zijn bij de mens niet verder ontwikkeld. In het algemeen geldt: hoe
nauwkeuriger de werking van een bepaalde lichaamsfunctie, hoe groter het betreffende
hersengebied.
10.2.2 Beschrijving van de bouw van het zenuwstelsel
Hersenkamers, hersenvliezen en hersenvloeistof
Het zenuwstelsel wordt onderscheiden in een centraal en een perifeer gelegen deel
Centrale zenuwstelsel: Ligt in de schedelholte en in het wervelkanaal. Om te voorkomen dat
het zenuwstelsel ook door indirect geweld beschadigd raakt, is het omgeven door de liquor
cerebrospinalis (waterige vloeistof). Deze vloeistof bevindt zich tussen 2 vliezen.
Binnenste vlies pia mater zit vast aan het oppervlak van de hersenen en het
ruggenmerg.
Buitenste vlies arachnoidea aan het vlies dat het bot bedekt (dura mater).
De liquor wordt geproduceerd binnen de grote hersenen door slijmvlies (plexus choroideus) in de
zijkamers (niet zichtbar op deze mediane doorsnede) en in het centraal gelegen derde kamer. Het
tere weefsel van hersenen en ruggenmerg drijft als het ware in het water. De schokeffecten bij
lichaamsbewegingen worden door de liquor opgevangen.
De liquor wordt geproduceerd in de door kanaaltjes verbonden binnenkamers (hersenventrikels) van
de hersenen. Via enkele openingen in de vierde hesenventrikel stroomt de liquor naar buiten en
komt terecht in de subarachnoïdale ruimte tussen beide hersenvliezen. De liquor wordt uiteindelijk
weer afgevoerd naar het bloed via enkele absorptieplaatsen in de hersenvliezen.
Zenuwen: afferente en efferente.
Het perifere deel van het zenuwstelsel wordt gevormd door bundels van zenuwvezels die het
centrale deel verbinden met de doelorganen. De doelorganen zijn enerzijds zintuigen (sensoren) en
anderzijds spieren en klieren (effectoren).
De zintuigen nemen de informatie op en de spieren/klieren voerden de opdrachten uit.
Automatisch dat de zenuwsignalen tussen zintuigen en centraal zenuwstelsel naar het centrum toe
lopen (afferenten signalen, centripetaal) en die tussen centraal zenuwstelsel en spieren/klieren van
het centrum af (efferente signalen, centrifrugaal).`
Het ruggenmerg eindigt al ter hoogte van de eerste lendenwervel, zodat de onderste zenuwwortels
als een paardenstaart (cauda equina) in het wervelkanaal verder lopen. Het hoofd heeft via 12 paar
hersenzenuwen verbinding met et zenuwstelsel.
De hersenzenuwen gaan door openingen in de schedelbasis naar onderdelen van het hoofd, hals en
borst- en buikorganen. De ruggenmerg zenuwen gaan door openingen tussen opeenvolgende
wervels. In het wervelkanaal splitst de ruggenmergzenuw zich in twee wortels. Voorzijde
afvoerende motorische efferenten, en achterwortel aanvoerende sensibele afferenten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jolijn96. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.