Wat is (professioneel) verschoningsrecht?
Verschoningsrecht en getuigen
Het uitgangspunt is dat de getuige verplicht is (naar waarheid) te verklaren, zo niet, dan gijzeling of
vervolging voor meineed.
Aan sommige getuigen kent de wet een verschoningsrecht toe:
Art. 218 Sv: professioneel verschoningsgerechtigden. Personen die vanwege hun professie (hun stand, hun
beroep of hun ambt) tot geheimhouding verplicht zijn.
- In ieder geval: de arts, de dominee/pastoor, de advocaat en de notaris. → de klassieke 4
- Het verschoningsrecht is beperkt tot ‘hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is
toevertrouwd’. Zij zijn tot geheimhouding verplicht van alles wat aan hen als zodanig (in hun
hoedanigheid van vertrouwenspersoon) is toevertrouwd.
- Het gaat om een verschoningsrecht en niet om een verschoningsplicht. Een persoon kan zich er dus
op beroepen, maar op grond van WvSv hoeft dit dus niet.
- Uitgangspunt: in eerste instantie beslist de verschoningsgerechtigde zelf is wat er onder zijn
verschoningsrecht valt
De professionele verschoningsgerechtigden kunnen zich verschonen ten aanzien van bepaalde vragen of
ten aanzien van het afleggen van een verklaring als zodanig. Dit laatste zal zich slechts onder uitzonderlijke
omstandigheden voordoen, want of er een professioneel verschoningsrecht bestaat, hangt steeds af van de
informatie die de ondervragende procesdeelnemer met een specifieke vraag beoogt te verkrijgen. In wezen
staat op voorhand nooit vast welke vragen gesteld gaan worden. Daarom zal noodzakelijkerwijs per vraag
moeten worden nagegaan of het beroep op het professionele verschoningsrecht dient te worden
gehonoreerd.
Art. 217 Sv: verschoning wegens verwantschap.
- De voorzitter stelt de identiteit vast van de getuige (art. 290 lid 1 Sv). Daarnaast vraagt hij de getuige
of hij een bloed- of aanverwant is van de verdachte, en zo ja, in welke graad (art. 290 lid 2 Sv).
- Die verwantschap kan van belang zijn voor de betrouwbaarheid van de verklaring van de getuige en
zij kan ook van belang zijn in verband met een verschoningsrecht van de getuige (art. 290 lid 5 jo.
art. 217 Sv).
Art. 219 Sv: verschoning wegens gevaar voor vervolging
HR Notaris Maas
De grondslag van het professionele verschoningsrecht moet worden gevonden in ‘een in Nederland
algemeen geldend rechtsbeginsel dat meebrengt dat bij zodanige vertrouwenspersonen het maatschappelijk
belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat
eenieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het besprokene om bijstand en advies tot
hen moet kunnen wenden. (RO. 3.1).
Dwangmiddelen en verschoningsrecht
Verschoningsrecht en bevel tot uitlevering
Art. 96a lid 3 Sv: niet verplicht om aan het bevel van een opsporingsambtenaar ter uitlevering van een voor
inbeslagneming vatbaar voorwerp te voldoen. Het bevel mag dus wel worden gegeven, maar de
verschoningsgerechtigde is niet verplicht om aan het bevel te voldoen.
Art. 96a lid 3 Sv: wordt op veel plaatsen in het wetboek van Sv overeenkomstig van toepassing verklaard.
, Verschoningsrecht en inbeslagneming
Art. 98 lid 1 Sv: Inbeslagneming. Beperking voor het geval dit dwangmiddel moet worden toegepast bij
verschoningsgerechtigden ex art. 218 Sv.
Art. 98 lid 1 Sv:
- Bij professionele verschoningsgerechtigden mogen brieven of andere geschriften, die vallen onder
hun geheimhoudingsplicht, niet in beslag worden genomen, tenzij de verschoningsgerechtigde
daarvoor (uitdrukkelijk) toestemming geeft. Het gaat daarbij om geschriften met informatie die de
verschoningsgerechtigde als zodanig (in kader van beroepsuitoefening) is toevertrouwd.
- Dit verbod is algemeen: dus niet gekoppeld aan een bepaalde bevoegdheid tot het verrichten van
handelingen die inbeslagneming mogelijk maken, zoals de doorzoeking.
Art. 98 lid 5:
- Onder het beroepsgeheim vallen niet brieven of geschriften die het voorwerp van het strafbare feit
uitmaken of tot het begaan daarvan hebben gediend. Volgens de HR kunnen deze corpora et
instrumenta delicti nimmer object van het verschoningsrecht uitmaken.
- Dus zonder toestemming van de verschoningsgerechtigde mogen wel in beslag worden genomen
brieven of geschriften die voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan hebben
gediend nu dergelijke brieven en geschriften geen object zijn van de aan deze personen
toekomende bevoegdheid tot verschoning.
- Bv: het gestolen dagboek dat de verdachte bij de advocaat deponeerde en het vervalste
identiteitsbewijs waarvan de oplichter zich bediende en dat hij na de biecht bij de pastoor achterliet,
mogen dus wel in beslag worden genomen.
Art. 110 lid 3 Sv bepaalt dat art. 98 Sv ook van toepassing is bij doorzoeking door RC.
Uitgangspunt: Het oordeel omtrent de vraag of brieven of geschriften object van de bevoegdheid tot
verschoning uitmaken komt in beginsel toe aan de tot verschoning gerechtigde persoon. Wanneer deze zich
op het standpunt stelt dat het gaat om brieven en geschriften die noch voorwerp van het strafbare feit
uitmaken noch tot het begaan daarvan hebben gediend en waarvan kennisneming zou leiden tot schending
van het beroepsgeheim, dient dit standpunt te worden geëerbiedigd, tenzij redelijkerwijze geen twijfel erover
kan bestaan dat dit standpunt onjuist is.
Verschoningsrecht en doorzoeking
Art. 98 lid 2 Sv: doorzoeking. Beperking voor het geval dit dwangmiddel moet worden toegepast bij
verschoningsgerechtigden ex art. 218 Sv.
- Een doorzoeking bij professioneel verschoningsgerechtigden dient plaats te vinden zonder
schending van het stands- beroeps- of ambtsgeheim.
- Hiertoe dient de doorzoeking op zodanige wijze en onder zodanige omstandigheden plaats te vinden
dat de kans dat geheime gegevens ter kennis van derden komen zo klein mogelijk is. Er dient
gericht gezocht te worden en er mag alleen op plaatsen gezocht worden ten aanzien waarvan sterke
aanwijzingen bestaan dat zich daar geschriften of voorwerpen bevinden die in beslag mogen worden
genomen. De doorzoeking moet ook op de minst bezwarende wijze geschieden, waarvan de
aanwezigheid van een autoriteit uit de beroepsgroep van de verschoningsgerechtigde onderdeel uit
kan maken.
- Over de uitvoering van een doorzoeking bij professionele verschoningsgerechtigden zijn afspraken
gemaakt tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Nederlandse Orde van Advocaten.
Ook bestaat er een Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen
advocaten.
Art. 125i en 125I Sv: art. 98 Sv ook van toepassing op de doorzoeking ter vastlegging van gegevens. Art.
126d Sv: verklaart art. 98 Sv van overeenkomstige toepassing, waardoor de regeling ook geldt binnen het
strafrechtelijk financieel onderzoek (sfo).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.