100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Probleem 3 Goederen- en Insolventierecht €2,99   In winkelwagen

Overig

Probleem 3 Goederen- en Insolventierecht

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Omvat Probleem 3 van het vak Goederen- en Insolventierecht aan de EUR in Bachelor Jaar 2.

Voorbeeld 2 van de 9  pagina's

  • 2 november 2023
  • 9
  • 2020/2021
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (114)
avatar-seller
merle_1234
PROBLEEM 3

Bronnen: Goederen: H5

1. Wat is het precieze gevolg van een beding waarbij de
overdracht van een goed wordt uitgesloten of verboden?
Art. 3:83 lid 1 verklaart dat eigendom, beperkte rechten en vorderingsrechten zonder meer overdraagbaar
zijn, tenzij de wet of aard van het recht zich tegen overdracht verzet. Volgens lid 2 kan overdraagbaarheid
van vorderingsrechten worden uitgesloten door een beding en lid 3 geeft aan dat andere rechten slechts
overdraagbaar zijn, wanneer de wet dit bepaalt.



Zaken en beperkte rechten

Zaken en beperkte rechten zijn overdraagbaar, tenzij de wet of de aard van het recht zich daartegen verzet.
Met wetsbepaling wordt wet in formele zin bedoeld. Deze beperkingen gelden in beginsel ook voor de
vestiging of afstand van een beperkt recht (art. 3:98 jo 3:83 lid 1).



Zaken en beperkte rechten kunnen niet door een beding tussen schuldeiser en schuldenaar
onoverdraagbaar gemaakt worden. De goederenrechtelijke rechten vormen een gesloten systeem.

Twee gevolgen als dit wel kon:

1. Men kan dan via de ‘achterdeur’ toch een inbreuk maken op de hoeveelheid en de aard van die
rechten. Alleen de wetgever moet hiertoe in staat zijn.
2. Men kan zich verbintenisrechtelijk verplichten een zaak of beperkt recht niet over te dragen. Als de
debiteur vervreemdt, pleegt hij een wanprestatie jegens de crediteur en is hij jegens hem gehouden
tot schadevergoeding. De wetgever wilt voorkomen dat dit ook een kwalitatieve verplichting is die
van rechtswege overgaat op de rechtsopvolger.



Kunnen partijen de overdraagbaarheid van een goed beperken?

Ook bij dit aspect komt het gesloten systeem naar voren. Er moet een wettelijke grondslag bestaan voor zo
een goederenrechtelijke beperking. Er valt op te merken dat toelating van deze beperking meer bescherming
voor derden vraagt.



Vorderingen en uitzondering

Voor de overdraagbaarheid van vorderingen gelden ook dezelfde uitzonderingen in art. 3:83 lid 1. Art. 3:83
lid 2 geeft aan dat de overdraagbaarheid van een vordering kan worden uitgesloten door een beding (met
goederenrechtelijke werking tegenover derden).



Wilsrechten en art. 3:83 lid 1

Een optierecht (waarover nr. 30), zoals een recht om een huis te mogen kopen, is dikwijls wel een
zelfstandig vermogensrecht. Voor de vraag of het dan ook als zodanig zelfstandig overdraagbaar is, hantere
men de volgende vuistregel: een optierecht is zelfstandig overdraagbaar, indien ook het recht dat men door
de optie kan verkrijgen zelfstandig overdraagbaar is.

Een soortgelijke redenering wordt door de wetgever voorgesteld voor andere wilsrechten, zoals het recht op
aanvaarding van een aanbod tot koop of het recht op vernietiging van een overeenkomst wegens bedrog

1

, Vorderingen: gestipuleerde uitzondering

Zoals we net hebben gezien, biedt art. 3:88 bescherming als er een onoverdraagbare vordering is
overgedragen, waardoor er toch een overdracht tot stand komt. Het complexe hiervan is dat 3:88 alleen
beschermt tegen beschikkingsonbevoegdheid en niet tegen onoverdraagbaarheid. Daarnaast is
bescherming niet mogelijk, omdat het niet de herleiden is naar de eerdere rechtsverhouding wat een vereiste
is bij dit artikel.



Een mogelijkheid voor bescherming biedt art. 3:36. Met behulp van dit artikel, kan het
onoverdraagbaarheidsbeding niet worden ingeroepen tegen een derde die is afgegaan op een verklaring van
partijen, zonder dat hij het kende of behoorde te kennen.



Onoverdraagbaarheid en verhaal

Eventuele onoverdraagbaarheid van een goed impliceert niet dat dit goed onvatbaar zou zijn voor beslag of
dat het niet onder een faillissement begrepen zou zijn.



ARREST ORYX/VAN EESTEREN
Oryx heeft een groot bedrag uitgeleend aan de bestuurder van een BV. Tot zekerheid van terugbetaling
verschafte de BV een pand op alle nog te verkrijgen vorderingen van de BV. Op grond van art. 3:239 lid 1
verplichtte de BV zich om bij het ontstaan van dergelijke vorderingen daarvan schriftelijk melding te maken
aan Oryx door middel van pandlijsten. Eerder had de BV een overeenkomst gesloten met Bouw-combinatie.

De BV heeft regelmatig pandlijsten aan Oryx aangeboden, waarop de vordering van de BV op
Bouwcombinatie stond vermeld. Tegelijk heeft Oryx aan Bouw-combinatie medegedeeld dat zij een
pandrecht op die vordering van de BV bezat. Bouw-combinatie heeft vervolgens aan Oryx laten weten dat
dat pandrecht niet was ontstaan, omdat de overeenkomst een verpandingsverbod bevat. Bouw-combinatie
weigerde betaling aan Oryx.



Rechtsvraag: Is het verpandingsverbod geldig of staat de vordering van Oryx op Bouw-combinatie?

De BV was op het moment van de verpanding van de vordering niet bevoegd, aangezien de vordering van
de BV op Bouw-combinatie bepaald wordt door de rechtsverhouding tussen die twee. Dat Oryx niet van het
verpandingsverbod op de hoogte was en te goeder trouw uitging van de beschikkingsbevoegdheid van de
BV kan haar ten opzichte van Bouw-combinatie niet baten. Het beroep op artikel 3:36 BW treft geen doel. De
verklaring waarop Oryx in dit geval is afgegaan is de verklaring van de BV, de wederpartij van Oryx en ten
opzichte van haar geen derde.



Een verpandingsverbod als dit leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van de gerechtigde tot de vordering,
maar tot niet-overdraagbaarheid van de vordering zelf, maar dat doet niet af aan de juistheid van het oordeel
dat het verpandingsverbod in de weg staat aan de geldigheid van de verpanding en dat noch het feit dat
Oryx niet op de hoogte was van het verpandingsverbod noch het bepaalde in art. 3:36 BW tot een ander
oordeel kan leiden.



Art. 3:83 lid 2 BW brengt immers mee dat de overdraagbaarheid van een vordering kan worden uitgesloten
door een beding als hier tussen Bouw-combinatie en de BV is gemaakt. Anders dan het onderdeel betoogt,
levert een overdracht in strijd met zo’n beding niet slechts wanprestatie van de gerechtigde tot de vordering
tegenover zijn schuldenaar op, maar heeft het beding ongeldigheid van die overdracht tot gevolg. Krachtens
2

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen