PROBLEEM 2
Bronnen:
- Goederenrecht: 5.6, 6.5 en 7
1. Welke zekerheidsrechten zijn er?
Goederenrechtelijke en persoonlijke zekerheden
Zekerheidsrechten worden onderscheiden in goederenrechtelijke en persoonlijke zekerheden en kunnen
worden gebruikt door kredietverleners en andere crediteuren om het risico ter zaken van hun vordering te
beperken.
Tot de goederenrechtelijke zekerheden behoren de rechten van pand en hypotheek. Dit zijn beperkte
rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering bij voorrang boven andere
schuldeisers te verhalen. Ook kan het eigendomsvoorbehoud (kan gezien worden als volledig recht) hier
onder vallen, dit recht geeft de crediteur in beginsel de mogelijkheid om de door hem geleverde goederen in
geval van niet-voldoening van de tegenprestatie als zijn eigendom op te eisen. Bij de goederenrechtelijke
zekerheden vindt de crediteur zijn zekerheid rechtstreeks in het object van zijn recht: de verpande zaak,
verpande vordering, het verhypothekeerde registergoed, de in eigendom voorbehouden zaak etc.
Tot de persoonlijke zekerheden behoren onder andere hoofdelijkheid, borgtocht en garantie. Bij deze
zekerheden vindt de crediteur zijn zekerheid niet rechtstreeks in het object van zijn recht (aan de
debiteur of hemzelf toebehorende goederen), maar in het feit dat een derde al of niet subsidiair mede-
aansprakelijk is voor de voldoening van de vordering.
PAND EN HYPOTHEEK ALGEMEEN
Worden behandeld in afzonderlijke afdelingen, maar worden voorafgegaan aan een afdeling genaamd
Algemene bepalingen: art 3:227.
Terminologie
Bij het pandrecht betrokken zijn enerzijds de pandgever en anderzijds de pandhouder.
De pandgever is degene wiens goed met het pandrecht is bezwaard, de pandhouder is degene die het
pandrecht verkrijgt. Als schuldenaar en pandgever niet dezelfde persoon zijn, wordt gesproken van
derdenpand.
Voor hypotheek geldt hetzelfde: de hypotheekgever is degene wiens registergoed met een recht van
hypotheek is bezwaard ten gunste van de hypotheekhouder. Ook hier is de hypotheekgever niet altijd tevens
de schuldenaar (derdenhypotheek).
Beperkte zekerheidsrechten
Art. 3:227 lid 1 omschrijft het recht van pand en het recht van hypotheek als beperkte rechten.
Pand en hypotheek zijn in de eerste plaats beperkte rechten, dat wil zeggen rechten die zijn afgeleid uit een
moederrecht (art. 3:8). Als zodanig worden zij gekenmerkt door eigenschappen en beheerst door beginselen
en regels die ter zake van beperkte rechten in het algemeen gelden.
Met betrekking tot verhaal en voorrang. Volgens art. 3:227 lid 1 zijn het recht van pand en het recht van
hypotheek beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot
voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Pand en hypotheek
strekken tot verhaal, en wel met voorrang.
- Verhaal: Pand- en hypotheekhouder onderscheiden zich in zoverre van een gewone schuldeiser dat
zij het recht hebben van parate executie (3:248 en 268).
vorm van executie en die opbrengst daaruit daarop kun je je verhalen.
1
, - Voorrang: Dit houdt verband met de regel van art. 3:277 dat alle schuldeisers onderling een gelijk
recht hebben om uit de netto-opbrengst van de goederen van hun schuldenaar te worden voldaan
naar evenredigheid van ieders vordering, pand en hypotheek gaan boven voorrecht als in 3:277, art.
3:279.
Pand- en hypotheekhouder onderscheiden in zoverre van een gewone schuldeiser dat zij het recht hebben
van een parate executie (3:248 en 268). Deze bepalingen verklaren pand- respectievelijke
hypotheekhouder bij verzuim van de schuldenaar bevoegd om het bezwaarde goed te verkopen en het hun
verschuldigde op de opbrengst te verhalen.
Parate executie wil dus zeggen: verkoop zonder voorafgaand beslag en zonder executoriale titel.
Wijzen van totstandkoming
De totstandkoming van pand en hypotheek berust op wilsovereenstemming tussen partijen, zowel voor wat
betreft de titel die aan de vestiging van het recht ten grondslag ligt als voor wat betreft die vestiging zelf →
conventionaliteitsbeginsel.
Uitzonderingen op het conventionaliteitsbeginsel:
- In de eerste plaats is denkbaar dat de verplichting tot zekerheidstelling niet voortvloeit uit
overeenkomst, maar uit de wet.
- In de tweede plaats zijn er enkele gevallen waarin het zekerheidsrecht van rechtswege ontstaat
Object van bezwaring
Pand en hypotheek rusten op goederen, dus op zaken en rechten (3:1). Als het recht op een registergoed
rust is het een recht van hypotheek; rust het op een ander goed, dan is het een recht van pand, art. 3:227 lid
1 BW.
Beperkte zekerheidsrechten kunnen zich vestigen op volledige en andere beperkte rechten. In beginsel zijn
alle goederen vatbaar voor bezwaring met pand of hypotheek. Maar op dat beginsel bestaat een aantal
uitzonderingen door min of meer externe factoren, waaronder wettelijke beperkingen.
- Een voorbeeld hiervan is dat aangenomen wordt dat slechts pand of hypotheek kan worden
gevestigd op zaken met een publieke bestemming voor zover die bestemming overdracht gedoogt.
Zoals hiervoor al voor de vestiging van beperkte rechten in het algemeen werd opgemerkt, stelt art. 3:81 lid 1
als vereiste dat het te bezwaren goed overdraagbaar is.
Art 3:228 bepaalt voorts dat op alle goederen die voor overdracht vatbaar zijn, een recht van pand of
hypotheek kan worden gevestigd. In het algemeen wordt hieruit afgeleid dat uitsluitend voor overdracht
vatbare goederen kunnen worden verpand of verhypothekeerd, anders geformuleerd, dat het naar geldend
recht onmogelijk is om een pand- of hypotheekrecht te vestigen op een goed dat niet overdraagbaar is.
(Subsitutie en toekomstige goederen overgeslagen
Gesecureerde vordering
Vordering tot voldoening van een geldsom
Volgens art. 3:227 strekken pand en hypotheek enkel ter securering van een vordering tot voldoening van
een geldsom. In de praktijk worden pand en hypotheek echter wel degelijk gehanteerd om andere
vorderingen veilig te stellen. Zo is het mogelijk dat vorderingen die niet in geld luiden toch door pand of
hypotheek kunnen worden gesecureerd, als zij tot een vordering tot voldoening van een geldsom kunnen
worden herleid.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.