PROBLEEM 5 EN 6
PROBLEEM 5 LEERDOELEN
1. Wat houdt poging in en hoe wordt dat uitgelegd in wet, theorie en jurisprudentie?
2. Wat houdt voorbereiding in en hoe wordt dat uitgelegd in wet, theorie en jurisprudentie?
3. Wat houdt vrijwillige terugtred in, hoe wordt dat uitgelegd in wet, theorie en jurisprudentie en
wat zijn de gevolgen voor poging en voorbereiding als vrijwillige terugtred wordt
aangenomen?
Wat houdt poging in en hoe wordt dat uitgelegd in wet,
theorie en jurisprudentie?
Voorwaarden voor een strafbare poging Art. 45 lid 1 Sr luidt: ‘Poging tot misdrijf is strafbaar, wanneer
het voornemen van de dader zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.’ Uit de wet zelf
valt dus niet op te maken wat precies onder poging moet worden verstaan, maar daarvoor is in de
Memorie van Toelichting uitdrukkelijk verwezen naar de dogmatiek en de opvattingen van de
rechtsgeleerde schrijvers. De enige vereisten die in het artikel worden genoemd zijn het voornemen
(1) en een begin van uitvoering (2). Vervolgens wordt in art. 46b Sr de poging alsnog straffeloos
verklaard als de uitvoering waarmee een begin is gemaakt niet tot voltooiing van het misdrijf heeft
geleid ten gevolge van omstandigheden die van de wil van de dader zelf afhankelijk zijn. Dit noemen
wij vrijwillige terugtred.
De dogmatiek maakt van oudsher een onderscheid tussen – enigszins tegenstrijdig uitgedrukt – de
‘voltooid’ en de ‘onvoltooide’ poging.
- Voltooide poging: Aan de ene kant zijn er de situaties waarin de dader niet tot voltooiing van
het voorgenomen misdrijf is gekomen, terwijl er van zijn kant wel alles wat maar mogelijk was
is gedaan om die voltooiing te bereiken. Ook wel een ‘délit manqué’.
Het slachtoffer extra sterk blijkt te zijn en de dader er een onmogelijke kluif aan heeft
de betrokkene te beroven.
- Onvoltooide poging: Aan de andere kant doen zich situaties voor, waarin reeds in een vroeg
stadium van de uitvoering van het misdrijf een verhindering optreedt. Ook wel ‘tentative’.
Een oplettende buurman betrapt inbrekers die nog maar net begonnen zijn met de
inbraak en die daarom wegvluchten.
Voor de strafbaarheid van de poging doet het er niet toe van welk type poging in een concreet geval
sprake is; wel is het onderscheid relevant voor het beroepen op vrijwillige terugtred.
Er zijn twee belangrijke wettelijke restricties aan de strafbaarheid van de poging verbonden, die beide
zijn te herleiden tot het feit dat een niet voltooid delict als een minder ernstig feit geldt dan een voltooid
delict.
1. De poging is uitsluitend strafbaar als het om een voorgenomen misdrijf gaat: de overtreding is
op zichzelf al een geringere graad van onrecht, zodat poging daartoe strafbaar stellen
overtrokken zou zijn.
Krachtens art. 91 Sr geldt het Algemene Deel van het Wetboek van Strafrecht voor het gehele
recht en dus ook het in art. 45 Sr neergelegde verbod om poging tot overtreding strafbaar te
stellen. Met name de gemeentelijke wetgever heeft bij tijd en wijle behoefte aan het strafbaar
stellen van handelingen die neerkomen op het uitvoeren van pogingshandelingen van een
bepaalde overtreding teneinde het plaatsvinden van deze overtreding a priori tegen te kunnen
gaan. In zo’n geval neemt men dan wel eens zijn toevlucht tot het maken van een overtreding
op zichzelf van de gewraakte handeling(en). De voorfase is hier dus strafbaar gesteld;
‘délitbarriere’.
, 2. Art. 45 Sr kent voor het geval van poging een verlaging, van het op het desbetreffende misdrijf
toepasselijke strafmaximum met een derde. Uit lid 2 en lid 3 is allerminst te concluderen dat
poging een strafverlagende omstandigheid zou zijn; integendeel, poging tot misdrijf betekent
een uitbreiding van de strafbaarheid omdat zonder de regeling van de poging er helemaal
geen sprake van een strafbaar feit zou zijn.
Gevallen waarin poging uitgesloten of problematisch is
Behalve ten aanzien van de overtredingen is poging bij bepaalde delicten of soorten delicten hetzij
wettelijk uitgesloten, hetzij niet of moeilijk denkbaar.
1. De wet sluit strafbare poging uit in geval van eenvoudige mishandeling (art. 300 Sr) omdat
daarvan al sprake zou zijn als iemand zijn arm met kracht opheft jegens een ander zonder
deze nog te raken.
2. Voorts zijn er misdrijven die zich uit hun aard moeilijk met de figuur van de poging laten
verenigen omdat ze in hun wezen al een vorm van poging weerspiegelen. Zoals:
Het ondernemen van een aanslag tegen de koning (art. 92 Sr) of tegen de staat (art.
93 Sr). Van een strafbare aanslag is al sprake als een voornemen zich door een begin
van uitvoering heeft geopenbaard (art. 79 Sr).
Afhankelijk van de intentie van de dader was er toen op Koninginnedag een
aanslag
Het in het openbaar aanbieden te helpen bij het plegen van strafbare feiten, hetgeen
strafbaar is gesteld in de sfeer van de opruiing (art. 133 Sr).
3. Misdrijven waarbij in de wettelijke omschrijving een bijkomende voorwaarde van strafbaarheid
is opgenomen, is de poging moeilijk voorstelbaar als er tenminste van causaal verband tussen
de bijkomende voorwaarde en de overige delictsinhoud sprake is.
Iemand doet een poging tot het verlenen van hulp aan een ander bij diens zelfdoding,
hetgeen ex art. 294 lid 2 Sr pas strafbaar wordt indien die zelfdoding daadwerkelijk
volgt. Als het bij een poging tot hulpverlening is gebleven dan is de zelfdoding dus niet
gevolgd en dan is derhalve de bijkomende voorwaarde voor strafbaarheid niet vervuld,
hetgeen straffeloosheid meebrengt.
Anders zal het liggen als er géén causaal verband tussen de bijkomende voorwaarde en
de overige delictsinhoud bestaat.
Dat is het geval in art. 101 Sr dat de Nederlander, die in het vooruitzicht van oorlog met
een buitenlandse mogendheid vrijwillig bij deze mogendheid in krijgsdienst treedt
strafbaar maakt indien de oorlog uitbreekt. Als de oorlog dan ook echt uitbreekt is er
sprake van een poging
4. Bij omissiedelicten is de poging problematisch. Wanneer is iemand begonnen met niets doen
waar handelen plicht is en hoe valt dat aan te tonen? Dit zal sterk afhangen van de situatie
waarin een en ander zich afspeelt.
Zo is het niet ondenkbaar dat een getuige die de plicht heeft voor het gerecht te
verschijnen – bijvoorbeeld zijn medebrenging is gelast – tijdens de rit naar het
gerechtsgebouw aan de parketdienst weet te ontvluchten en vervolgens weer wordt
gegrepen.
Ook ten aanzien van een oneigenlijk omissiedelict is een poging niet onmogelijk.
Is een moeder bezig is haar kind te laten verhongeren, kan dit door een derde worden
ontdekt en verder worden verhinderd.
5. Bij culpoze delicten ligt de poging eveneens problematisch. Hoe kan men een voornemen tot
het plegen van een misdrijf hebben, terwijl de culpa nu juist uitgaat van het niet hebben van
enig opzet? Remmelink ziet hiervoor wél ruimte als de culpa zich voordoet in de vorm van
bewuste schuld, omdat in dat geval de mogelijkheid van het intreden van het ongewenste
gevolg wel is voorzien maar niet waarschijnlijk werd geacht.
, Als iemand, die in zijn auto op weg is naar een bepaalde gebeurtenis en vanwege de
te krappe tijd onverantwoord snel door het drukke verkeer rijdt, zodat hij zelfs bijna
enkele ongelukken maakt, en vervolgens door de politie wordt aangehouden, dan kan
men zich inderdaad afvragen of in dit geval geen strafbare poging tot dood door schuld
zou zijn aan te nemen.
Toch is er reden hiervoor huiverig te zijn omdat nimmer is hard te maken dat de dood van
een ander zou zijn ingetreden als de politie aan dit gevaarlijke rijden geen einde had
gemaakt. Het oordeel: poging tot dood door schuld zou derhalve te arbitrair zijn. Art. 5
WVW biedt hier immers ook al een uitkomst.
Met pro parte doleuze, pro parte culpoze misdrijven daarentegen is de poging wél
verenigbaar. Immers zo’n samengesteld delict omvat een doleus gedeelte, waarop het
voornemen tot uitvoering gericht kan zijn.
Schuldheling (art. 416 Sr)
6. Tenslotte is er de kwestie in hoeverre de formeel omschreven misdrijven ruimte voor strafbare
poging bieden. Alleen als het in de delictsomschrijving (formeel) aangeduide werkwoord
ruimer valt te interpreteren dan zal er ook voor poging meer ruimte ontstaan.
Stel dat de dief in spe naast de koe gaat staan en een serieuze poging doet deze aan
een derde te verkopen doch door de eigenaar wordt betrapt, dan is een strafbare
poging bepaald niet ondenkbaar.
Ook poging tot meineed is niet ondenkbaar als de getuige een verklaring aflegt waar hij
in hetzelfde verhoor weer op terug komt.
Ook kennelijk elke verplaatsing van drugs die plaatsvindt met de bedoeling die drugs
naar elders te vervoeren reeds het vervoeren van die drugs oplevert.
De tenlastelegging van strafbare poging
In de tenlastelegging van een pogingsgeval zullen behalve alle bestanddelen van het hoofdmisdrijf
(waartoe de poging werd gedaan) de beide bestanddelen van de poging, te weten het voornemen en
het begin van uitvoering moeten worden opgenomen. Uit de tenlastelegging dient derhalve te blijken
welk hoofdmisdrijf was beoogd en dat het bij een poging daartoe is gebleven.
HET VOORNEMEN VAN DE DADER: VOORWAARDE 1
Het voor de strafbare poging vereiste voornemen is een vorm van opzet. Het niet geringe verschil is
en blijft natuurlijk dat een voornemen sterk toekomstgericht is en dat van een voornemen in de zin van
art. 45 Sr slechts wordt gesproken met betrekking tot situaties die niet tot een voltooid misdrijf hebben
geleid, zodat het soms veel ongewisser is om het bewuste willen en weten te reconstrueren, zeker
indien de verdachte ontkent het vereiste voornemen te hebben gehad.
Toch is het al sinds jaar en dag vaste jurisprudentie dat ten bewijze van het voor een strafbare poging
vereiste voornemen in beginsel kan worden volstaan met de vaststelling van voorwaardelijk opzet. Dit
is slechts anders indien de delictsomschrijving van het grondmisdrijf een bestanddeel bevat waarmee
een zwaardere opzetgradatie wordt uitgedrukt, zoals het oogmerk, voor zover het voornemen
betrekking heeft op de bestanddelen van het grondmisdrijf die door deze strengere opzeteis worden
beheerst. Een mogelijk gevaar van de voorwaardelijk-opzetconstructie binnen het kader van de
bewijsvoering van de poging is gelegen in de mogelijkheid van zeer normatieve redeneringen. Hiervan
was sprake in het HIV-arrest en Inrijden op agent-arrest.
Inrijden op agent-arrest
Feiten:
Ondanks het stopteken van een agent die daarbij midden op de weg was gaan staan, was een auto
met grote vaart doorgereden, waarna de agent nog nét opzij kon springen. De automobilist werd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.