100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Probleem 7 Materieel Strafrecht €2,99   In winkelwagen

Overig

Probleem 7 Materieel Strafrecht

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Omvat Probleem 7 van het vak Materieel Strafrecht aan de EUR in Bachelor Jaar 2.

Voorbeeld 2 van de 6  pagina's

  • 2 november 2023
  • 6
  • 2020/2021
  • Overig
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (68)
avatar-seller
merle_1234
PROBLEEM 7
 HR 2 december 2014, NJ 2015/390 (Medeplegen)
 HR 13 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2057 (Fysiek aandeel medeplegen)
 HR 20 februari 2018, NJ 2019/73 (Nijmeegse scooterzaak)

Wanneer is er sprake van medeplegen?
Medeplegen = artikel 47 lid 1 Sr
Samenwerkingsverbanden
 Aanvullend: medeplegers verwerkelijken elk een gedeelte van de delictsomschrijving
 Identiek: medeplegers vervullen volgens plan ieder voor zich de gehele delictsinhoud
 Ongelijkwaardig: ene medepleger vervult de gehele delictsinhoud en de ander slechts een deel
daarvan.


Overzichtsarrest Medeplegen
‘De artt 47 tot en met 51 bieden diverse mogelijkheden om iemand, ook als hij niet zelf de gehele do vervult –
al dan niet in zogenoemd functionele vorm- onder specifieke voorwaarden strafrechtelijk aansprakelijk te stellen
zijn voor betrokkenheid bij een strafbaar feit’
Hoofdcriterium: ‘Voldoende nauwe en bewuste samenwerking waarbij de intellectuele en/of materiele bijdrage
van de deelnemer aan het delict van voldoende gewicht moet zijn. Dit is afhankelijk van de beoordeling van de
concrete omstandigheden’ aan het zich niet distantieren komt op zichzelf geen grote betekenis.
‘het accent ligt op de samenwerking en minder op wie wat heeft gedaan’


Dit betekent (legaliteitsbeginsel): voor elke deelnemingsvorm apart een verantwoorde vorm van daderschap
vinden.


Kelk/De Jong geeft 3 vereisten:
1. Nauwe samenwerking = objectieve zijde
2. Bewuste samenwerking = subjectief
3. Acessoriteitsbeginsel: gevolg van samenwerking moet zijn dat het feit ook daadwerkelijk wordt
gepleegd
 Accessoriteit = dat het gekoppeld is aan die delictsomschrijving, dus deelneming aan dat
strafbare feit. Soms moet dat een misdrijf zijn, kijk naar medeplichtigheid. Maar altijd
deelneming aan een bepaald strafbaar feit. En als er wordt deelgenomen aan iets wat zodanig
niet strafbaar is, dan is er ook geen sprake van strafbare deelneming.
 Dus als het delict niet bewezen kan worden geacht, dan kan ook niet de deelnemingsvorm aan
dat delict niet bewezen worden geacht.


Nauwe samenwerking:
Voor een nauwe samenwerking moet er:
I. Een gezamenlijke uitvoering zijn
II. Waarbij de focus ligt op de uitvoeringshandelingen
a. Niet iedere deelnemer moet uitvoeringshandelingen verrichten; rollen in hoge mate
inwisselbaar. Hier ligt het accent minder op
i. Handelingen kunnen voor/tijdens/na zijn
ii. Geringe rol bij uitvoering moet wel gecompenseerd worden. Bijvoorbeeld bij de
voorbereiding
III. Fysieke aanwezigheid is niet vereist
a. Fysiek aandeel medeplegen: De verdachte heeft zelf niet aan het geweld bijgedragen en is
niet meegegaan met de rest; maar haar bijdrage is wel dusdanig wezenlijk omdat zij in de
voorfase (gezamenlijk beramen van het plan) een substantieel aandeel had bij het delict.

, Communicerende vaten: als de bewuste samenwerking evident volledig en nauw is geweest, is
het van minder belang wie van de samenwerkenden precies de daadwerkelijke
uitvoeringshandeling(en) heeft verricht en wie in mindere mate of helemaal niet.

Bewuste samenwerking
Hier kijken naar het plan, wat hebben zij afgesproken? Hoeft niet strikt plan te zijn, kan ook gewoon bij initiatief
en instemming.
I. Dubbel opzet vereist: delict en samenwerking. Maar zitten wel grenzen aan. Voorwaardelijk opzet
kan voldoende zijn.
a. Opzet mededader arrest: voorwaardelijk opzet kan voldoende zijn. Verdachte is enerzijds
bewust geweest van aanmerkelijke kans op geweld en anderzijds niet gedistantieerd.
b. Bacchus arrest: 2 broers op stap. De 1 werd geweigerd en beiden werden boos. De een had
een wapen bij zich en de ander distantieerde zich niet dus ook mededader.


Staat ontbreken bewijs voor wie scooter bestuurde aan medeplegen in de weg?
 Nijmeegse scooterzaak: geplande overval. Wanneer politie komt vluchtten zij samen weg op een scooter.
Ontstaat aanrijding. Wie heeft deze scooter bestuurd? Beiden zeggen hier niets over. Hof besluit:
 Wijze waarop verdachten zijn gevlucht is als zo waarschijnlijke mogelijkheid besloten in eerdere nauwe
en bewuste samenwerking met oog op voorbereide overval.
 Daaruit voortvloeiende gevaarlijke rijgedrag ook nauw en bewust


Dus hier ook gekeken naar eerdere handelingen. Vlucht was zo nauw dat het voor beide personen is te wijten.


Wat bij niet distantiëren?
Niet tijdig kunnen distantiëren kan indicatie zijn voor medeplegen. Als er natuurlijk een mogelijkheid voor was.
 Natuurlijk wel grenzen aangesteld. Dit is te zien in Kunnen distantiëren: verdachten hebben samen
ontmoeting geregeld wat eindigt in een schietpartij, hier niet duidelijk hoe de verdachte kon distantiëren. Hier
de mogelijkheid niet gezien, dus dan kan je het verwijt niet maken dat ie dat moest doen.


Rijswijkse stoeptegelmoord: verdachte heeft ondanks zijn wetenschap, heeft verdachte niet gedistantieerd.
Hij zei dat hij niet in staat was in te grijpen = wederom; geen mogelijkheid dus niet kwalijk te nemen dat hij dit
niet heeft gedaan.
 MAAR: geen doorslaggevende betekenis, het gaat altijd om het verwijt of er een wezenlijke bijdrage
was. Dit blijkt uit Medeplegen arrest

HR 2 december 2014: Medeplegen
“In het geval van medeplegen houden de voorwaarde voor aansprakelijkstelling vooral in dat sprake moet zijn
geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen.”
 Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen
heeft verricht.


HR erkent ook dat die vraag wanneer het voldoende is of je zo nauw en bewust hebt samengewerkt op het
plegen van het delict, dat die vraag lastig is. Dat die vraag zich niet in algemene zin laat beantwoorden, maar
dat het een beoordeling op grond van de feitelijke omstandigheden van het geval vergt waartoe de HR-
aandachtspunten geeft


In de praktijk is een belangrijke en moeilijke vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest
dat van medeplegen mag worden gesproken. Die vraag laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar
vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval, de Hoge Raad formuleert dit als
aandachtspunten.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merle_1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79976 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99
  • (0)
  Kopen