2PROBLEEM 3
HR 12 september 1978, NJ 1979, 60 (Letale longembolie)
HR 23 december 1980, NJ 1981, 534 (Aortaperforatie)
HR 7 mei 1985, NJ 1985, 821 (Haarlemse doodslag)
HR 25 juni 1996, NJ 1997, 563 (Niet behandelde longinfectie)
HR 13 juni 2006, NJ 2007, 48 (Bloedvergiftiging)
HR 27 maart 2012, NJ 2012, 301 (Injecteren HIV-besmet bloed)
Wat is causaliteit?
Bij causaliteit gaat het om een verband tussen oorzaak en gevolg. Er kan pas gesproken worden van schuld
wanneer er sprake is van een causaal verband tussen een handelen, of een nalaten, en een bepaald gevolg.
Zonder causaliteit kan er ook niet gesproken worden van een strafbaar feit.
Is het strafbare gevolg toerekenbaar aan de verdachte omdat deze een gedraging heeft verricht die als
grondslag van het opgetreden gevolg kan worden aangemerkt?
(1) Bij materieel, d.w.z. naar het gevolg omschreven delicten wordt het delictsgedrag in de regel slechts in
algemene termen aangeduid of wordt daarvoor de term ‘veroorzaken’ gebruikt.
Van het leven beroven (art. 287 Sr)
Brandstichten of een overstroming veroorzaken (art. 157 Sr)
Daarbij luidt steeds de veronderstelling dat gedraging en gevolg een causaal verband met elkaar onderhouden.
In de meeste gevallen is een causaal verband zo duidelijk aanwezig dat ieder nader onderzoek daarnaar ook
overbodig schijnt.
Wanneer iemand met opzet een revolver leegschiet op een anderen het slachtoffer in het hart getroffen
dood neervalt, zal niemand eraan twijfelen dat de dader schuldig staat aan doodslag (art. 287 Sr)
De materieel omschreven delictsomschrijving suggereert sterk dat er sprake moet zijn van een handeling, maar
in de praktijk kan ook door een nalaten (omissie) een bepaald gevolg in het leven worden geroepen =
oneigenlijk omissiedelict/oneigenlijk commissiedelict
Voorbeeld: Moeder die haar kind laat verhongeren en aldus vermoordt
(2) Behalve bij materieel omschreven delicten kan zich de causaliteitsvraag nog in het bijzonder voordoen
t.a.v. delicten waaraan strafverzwarende gevolgen zijn verbonden → door het gevolg gekwalificeerde
delicten
Voorbeeld: art. 300 leden 2 en 3 Sr (mishandeling zwaar lichamelijk letsel respectievelijk de dood ten
gevolge hebbende)
De complicatie is dat het opzet van de dader niet gericht was op het strafverzwarende gevolg, hij dit niet direct
voorzag en som zelfs in het geheel niet kon voorzien.
Een extreem voorbeeld van het laatste was het geval van iemand die in een situatie van echtelijke twist
een pantoffel naar het hoofd van zijn echtgenote gooide, die daardoor ongelukkigerwijze werd getroffen
op een plaats waar haar schedel uitzonderlijk dun was zodat ze kort daarna overleed.
o De rechter werd voor de vraag gesteld: is dit mishandeling of mishandeling de dood ten
gevolge hebbende?
(3) Ten slotte ligt de vraag van de causaliteit nog besloten in delictsomschrijvingen waarin de gedraging
bestaat uit:
'Bewegen tot’ (art. 326 Sr: bewegen tot afgifte van een goed)
Of een synoniem daarvan (art. 47 Sr: uitlokken en doen plegen)
Of ‘bewerkstelligen’ (art. 5:56 WFT)
, De eis van causaliteit is terug te vinden in het gehele strafrecht. Een causaal verband is bijv. verondersteld bij:
Voorwaardelijk opzet, ten bewijze waarvan moet worden vastgesteld dat de dader willens en wetens
een aanmerkelijke kans heeft aanvaard op het intreden van een bepaald gevolg
Culpoze gevolgsdelicten waarbij het schuldverband tussen de onvoorzichtigheid en het ingetreden
gevolg eveneens de causaliteit omvat
Daderschap van de corporatie, voor de vaststelling waarvan krachtens de jurisprudentie relevant kan
zijn dat deze niet de nodige zorg heeft betracht om te voorkomen dat de verboden handelingen
plaatsvonden.
Strafbare poging, waarvan slechts sprake kan zijn bij een begin van uitvoering van het misdrijf en dus
bij een zekere waarschijnlijkheid van voltooiing van het misdrijf en waarvan geen sprake is in geval van
vrijwillige terugtred, zonder welke het waarschijnlijk tot voltooiing van het misdrijf zou zijn gekomen
Ontoerekenbaarheid of verminderde toerekenbaarheid, voor de vaststelling waarvan is vereist dat
sprake is van een causaal verband – maar dan een inwendig causaal verband – tussen des daders
geestelijke stoornis en het gepleegde strafbare feit.
Noodweerexces, waarbij de heftige gemoedsbeweging als gevolg waarvan men zich zwaarder dan
strikt noodzakelijk is, moet zijn voortgevloeid uit de aanranding door de aanvaller.
Let op: causaliteit blijft objectieve vraag
Zegt niets over dolus/culpa
Zegt niets over de mate van verwijtbaarheid
Welke causaliteitstheorieën zijn er en wat houden die precies in?
En heel belangrijk, wat is de huidige, geldende theorie?
Er zijn verschillende causaliteits-theorieën:
1. De leer van de conditio sine qua non
2. De causa proxima-theorie
3. De theorieën van de adequate veroorzaking (de voorzienbaarheid)
4. De theorie van de redelijke toerekening
Hoewel de laatstgenoemde theorie thans als de heersende geldt, zijn de andere zeker niet zonder meer van
iedere betekenis ontbloot
(1) De leer van de conditio sine qua non
Deze leer houdt in dat als oorzaak van een gebeurtenis is te beschouwen het geheel van daaraan
voorafgaande factoren of voorwaarden, die invloed hebben uitgeoefend op het ontstaan van die gebeurtenis.
Elk van deze factoren of voorwaarden van dat geheel moet reeds op zichzelf als oorzaak worden beschouwd,
omdat bij het ontbreken daarvan de gebeurtenis achterwege zou zijn gebleven.
Alle gedragingen hebben juridisch gelijke waarde (equivalentieleer)
Grenzeloos → de lange weg van oorzaken kan uiteindelijk leiden tot strafrechtelijke consequenties
voor oorzaken waarvan die consequenties niet aanvaardbaar zouden zijn (nadeel)
Ook de negatieve oorzaken in de keten van de causaliteit dienen mee te tellen, d.w.z. inbegrepen wier
afwezigheid heeft bijgedragen tot het intreden van het gevolg (voordeel)
- Als bijv. een automobilist die net even zijn handen van het stuur heeft een kind dat de weg
oversteekt, doodrijdt, is het van groot belang na te gaan of dit ongeluk niet zou zijn gebeurd als
de betrokkene zijn handen wél aan het stuur gehad zou hebben
Ondergrens: ten minste onmisbare schakel
Hypothetische causaliteit: zou het strafbare gevolg voorkomen zijn, als de betrokkene wél (adequaat)
had gehandeld en had de betrokkene ook een rechtsplicht om in de gegeven omstandigheden een
handeling ter voorkoming van het gevolg te stellen?