Samenvatting Recht Senna
Tempelman
Leerdoelen week 1 – Inleiding in het recht:
De bronnen en de functies van het recht
De verschillende indelingen in het recht
Herleiden wet- en regelgeving naar rechtsgebieden
De hiërarchie van wetgeving
Onderscheiden wet in materiële en formele zin
De bronnen en de functies van het recht
Bronnen van het recht:
- Wetboeken, de wet
- Verdragen > een overeenkomst tussen 2 of meer staten
- Jurisprudentie, de rechtspraak > uitspraken en vonnissen van rechters
- De gewoonte > vaste gedragslijn + rechtsplicht
Handelen naar opvatting morele plicht
Functies van het recht:
- Normatieve functie > gedragsregels waarvan iedereen vindt dat ze moeten
worden nageleefd en opgevolgd
- Geschiloplossende functie > de rechterlijke macht oordeelt bij uitsluiting of, hoe
en met behulp van welke procedure iemand moet worden gestraft
- Additionele functie > als partijen iets vergeten af te spreken, bepaalt het recht
welke regel er geldt
- Instrumentele functie > de wetgever bepaalt hoe geoordeeld wordt over
bepaalde onderwerpen
De verschillende indelingen in het recht
Privaatrecht publiekrecht
Regels voor relaties tussen burgers regels voor de relatie tussen
overheid en burgers
! de overheid kan als burger handelen ! de overheid handelt vanuit
gezagsverhouding
> Overeenkomstenrecht > staatsrecht
> Ondernemingsrecht > bestuursrecht
> strafrecht
o Is de overheid betrokken?
o Doet de overheid iets wat alleen de overheid kan?
Materieel recht formeel recht
,Inhoudelijke rechten en plichten procedureregels
> Wat moet & mag niet? > Hoe verkrijg ik mijn recht?
Dwingend recht aanvullend recht
Recht waar niet van afgeweken mag worden recht waarvan mag worden
afgeweken
> ‘moeten’ in wetsartikel > ‘kunnen’ in wetsartikel
> nietigheid
Objectief recht subjectief recht
De objectieve regel uit de rechtsbron de daaruit voortvloeiende
rechten en plichten
> regels en reguleringen onafhankelijk van het individu > persoonlijke privileges en
rechten per individu
> publiek en privaat > natuurlijke personen &
rechtspersonen
Wet- en regelgeving herleiden naar rechtsgebieden
Privaatrecht: Publiekrecht:
- burgerlijk recht (personen en familierecht) - staatsrecht
- burgerlijk procesrecht - bestuursrecht
- ondernemingsrecht - strafrecht
Internationaal recht
VEU & ESH
Europees recht
Privaatrecht Publiekrecht
Personen- en Burgerlijk Wetboek 1 Strafrecht Wetboek van Strafrecht
familierecht Wetboek van
Strafvordering
Aantal losse wetten
Vermogensrecht Burgerlijk Wetboek 3, Staatsrecht Grondwet
5, 6 Organieke wetten
Aantal losse wetten
Ondernemingsre Burgerlijk Wetboek 2 Bestuursrecht Algemene wet
cht Aantal losse wetten bestuursrecht
Aantal losse wetten
,De hiërarchie van regelgeving
1. Hogere regels gaan voor lagere regels
2. Bijzondere regels gaan voor algemene regels
3. Jonge regels gaan voor oude regels
1. Verdragsbepalingen
2. Grondwet
3. Wetten in formele zin
4. Algemene
maatregelen van
bestuur
5. Ministeriële
regelingen
6. Provinciale
verordeningen
7. Gemeentelijke
verordeningen
Het is niet altijd zo dat een verdragsbepaling boven 2 t/m 7 gaat. Er moet dan aan
één voorwaarde worden voldaan: de verdragsbepaling dient self-executing te zijn
(directe werking). De verdragsbepaling moet zich dus wel tot de burger richten, en
niet tot de overheid.
Ook geldt in Nederland een bijzondere regel als het gaat om de verhouding tussen
een wet in formele zin en de Grondwet (art. 120 GW). Een rechter mag niet
beoordelen of een verdrag in strijd is met de Grondwet. Wel mag een rechter een
bepaling uit de Grondwet toetsen aan een verdragsbepaling. Ook mag de rechter niet
toetsen of een wet in formele zin in overeenstemming is met de Grondwet.
Juridisch gezien wordt hier gezegd: in Nederland is constitutionele toetsing verboden.
De rechter beoordeelt niet of een wet in formele zin zich verdraagt met de Grondwet.
De centrale wetgever zelf moet toetsen of de wet in formele zin in overeenstemming
is met de Grondwet.
- De rechter mag een nationale regel alleen dan aan een verdragsbepaling toetsen,
als deze self-executing is
, - Het is de rechter verboden een wet in formele zin te toetsen aan de Grondwet; deze
toetsing wordt door de wetgever zelf verricht
- De rechter mag een wet in formele zin toetsen aan een verdragsbepaling
Onderscheiden wetten in materiële en formele zin
Wet in formele zin:
- Gemaakt door regering + Staten-Generaal (nationale wetgever) >
fucking hoge mensen
- te herkennen aan woordje ‘wet’
Wet in materiële zin:
- Niet bedoeld voor een bepaald aantal mensen > moker
veel mensen
Dus: bedoeld voor iedereen
Samenvatting:
- Het Nederlandse recht heeft vier functies: normatief, geschiloplossend, additioneel
en instrumenteel.
- Rechtsbronnen in Nederland zijn de wet, verdragen, jurisprudentie en gewoonte.
- Er zijn verschillende rechtsgebieden, zoals privaatrecht, ondernemingsrecht,
strafrecht, staatsrecht en bestuursrecht.
- Wetgevers in Nederland omvatten de centrale overheid, gemeenten en provincies.
- Regels voor het vaststellen van rangorde tussen wetten zijn: hoog boven laag, jong
boven oud en bijzonder boven algemeen.
- Wetten kunnen wetten in formele zin (met samenwerking tussen regering en Staten-
Generaal) of wetten in materiële zin (voor een onbepaald aantal personen) zijn.
- Rechters baseren hun beslissingen op regels en gebruiken interpretatiemethoden om
wetten te begrijpen.
- Interpretatiemethoden omvatten de grammaticale, wetshistorische, anticiperende,
rechtsvergelijkende, systematische, teleologische interpretatiemethode en andere
methoden.
- Rechters kunnen de a-contrarioredenering en redenering naar analogie toepassen.
- Binnen het recht zijn er onderscheidingen zoals materieel en formeel recht,
dwingend en aanvullend recht, objectief en subjectief recht, en privaatrecht en
publiekrecht.