Complete samenvatting en uitwerkingen van de colleges van het vak Modelgebaseerde Cardiovasculaire pathofysiologie 8VB20. Tweedejaars vak van de studie biomedische technologie aan de TU Eindhoven. Het omvat onder andere content van het boek Cardiovascular Physiology Concepts by R. Klabunde.
8VB20 Model gebaseerde cardiovasculaire pathofysiologie
college aantekeningen
College 1 fysiologie maandag 19-04
Fysiologie deel
- UM docenten
- Boek van Klabunde
- CircAdapt tool
Modelleer deel
- Peter Bovendeerd
- Dictaat
- Matlab
CIRCULATIE: ROL EN BASIS STRUCTUUR (Hoofdstuk 1)
- Organisme: levend weefsel
- Metabolisme: energie conversie
- Diffusie en cellulair transport ‘doen het niet voor ons’
Cardiovasculaire systeem: vloeistof/ warmte transport systeem
- Hart, bloedvaten en lymfatisch systeem (bevat geen bloed, maar dient als
uitwisselingsfactor in samenwerking met de bloedvaten)
- Het algemene doel van het cardiovasculaire systeem is om uitwisseling van gassen,
vloeistoffen, elektrolyten, grote moleculen en warmte te faciliteren tussen cellen en
de buiten omgeving. Het hart en vaatstelsel verzekert dat er genoeg bloed afgeleverd
wordt in de organen zodat deze uitwisseling plaats kan vinden.
- Het hart bestaat als 2 pompen met longcirculatie en systemische circulatie
- Longcirculatie: bloedstroom binnen de longen die betrokken zijn bij de uitwisseling
van gassen tussen het bloed en de longblaasjes (alveoli) voornamelijk zuurstof
- Systemische circulatie: bloedvaten binnen en buiten organen exclusief longen
1
,Het cardiovasculaire systeem is geregeld
- Arterial pressure (AP) moet goed geregeld zijn
- AP is de trigger voor het systeem
o Centrale zenuwstelsel (ANS)
Stimulatie van hart
Vasculaire constrictie
Deze zorgen ervoor dat de bloeddruk weer omhoog gaat
o Nieren
Reageren langzamer
Bloed volume
- Negatieve feedback controle mechanisme: een proces waarin een afwijking van
een bepaalde conditie leidt tot responses die de afwijking verminderen
- De AP wordt gemonitord door het lichaam en normaal gesproken gehandhaafd
binnen limieten door negatieve feedback mechanismen die de cardiac functie,
systemische weerstand en het bloedvolume aanpassen
o Deze controle wordt gehandhaafd door veranderingen in ANS naar het hart
en vaatstelsel en door veranderingen in hormonen die cardiac, vasculair en
nierfuncties beïnvloeden
Centraal en perifeer onderscheiden
- Centraal: drukgradiënt handhaven tussen arteriën en
veneus (delta_p_a-v)
- Perifeer: stroming door de wet van ohm (delta_p)
o 2e volume stroom onafhankelijk
- Delta_p-av = delta_p
- Autoregulatie (college 3)
o Organen en weefsels regelen zelf hun perfusie
(doorbloeding)
HET HART: HOE ZET HET ERUIT
- Aorta grote lichaamsslagader
- Atria ingangen van het hart
o Lage drukpompen
o Linker atrium (LA): het bloed dat uit de longen komt, komt in het LA binnen
via de longaderen
o Rechter atrium (RA): ontvangt veneus bloed van de systemische circulatie
Ontvangt bloed van superior en inferior vena cavae (S/IVC)
Kan makkelijk uitbreiden om de veneus terugkeer te accommoderen
bij een lage druk (0-4 mmHg).
- Ventrikels grootste deel van het hart
o Grote hogedrukkamers
o Linker ventrikel LV: bloed uit LA komt in LV binnen en werpt het bloed in de
aorta
Heeft dikke wand waardoor het hoge drukken kan doorstaan
o Rechter ventrikel RV: pompt het bloed ui RA in de longcirculatie waar
zuurstof en zuurstofdioxide uitgewisseld worden tussen het bloed en de
alveoli gassen
2
, - Longslagader (coronaire arteriën) (pulmonary
artery) doorbloeding van het hart zelf
- Longaders (4): via deze aderen stroomt het bloed
van de longen naar het hart en komen in LA binnen
- Long klep: scheidt RV van longslagader
- Tricuspid klep: rechter atrioventriculaire klep
o Klep tussen RA en RV
- Mitrale klep: linker atrioventriculaire klep
o Klep tussen LA en LV
- Tricuspid en mitrale klep hebben fibreuze strengen
(chordae tendineae) die aan de papillaire spieren
vastzitten op de ventriculaire wanden.
o De papillaire spieren contracteren wanneer
de ventrikels ook contracteren. Hierdoor ontstaat er tensie op de kleppen via
de chordae tendineae waardoor voorkomen wordt dat de kleppen terug gaan
waardoor bloed in de atria gelekt zou kunnen worden
Route:
SVC + IVC RA tricuspid klep RV LV longklep longslagader
Bloed dat terug stroom naar het hart via longaderen LA mitrale klep LV aorta
klep aorta
- Hartspier: self-activated to sustain perfusion in adversity
- 4 kamers: contraheren in gecoördineerde manier
- 4 kleppen: zorgen voor de goeie vloeirichting
- 6 inlaatvaten en 2 uitlaatvaten: connecting to pulmonary and systemic ‘circulations’
Overzicht van het hart
- Blauw: zuurstofarm
- Rood: zuurstofrijk
- Superior en inferior ipv anterior en posterior
3
, Het hart: pomp dat bloed ontvangt van veneuze bloedvaten bij een lage druk, geeft energie
aan het bloed door te contracteren rond het bloed binnen de hartkamers en werpt het bloed
dan uit in de arteriële bloedvaten.
Bloed uit het RV komt in de longcirculatie en daarna in het linkerdeel van het hart.
Hier wordt het bloed in de systemische circulatie gepompt voordat het weer
teruggaat naar het hart.
De meeste orgaan systemen ontvangen hun bloed van de aorta en het bloed dat
deze organen verlaat komt in het veneus systeem (superior and inferior vena cava)
dat het bloed weer terug pompt naar het hart.
De circulatie van de meeste orgaansystemen zijn daarom in parallel geschakeld
(behalve lever)
Organische bloedstroom wordt bepaald door de arteriële druk minus de
veneuze druk gedeeld door de vasculaire weerstand van het orgaan
RA ontvangt systemische venus bloed bij een hele lage druk. Deze veneuze
terugkeer gaat dan door RA en vult de RV.
- Atriale contractie draagt ook bij aan het vullen van de ventrikels
RV contractie werpt bloed van RV in de longslagader zorgt voor een maximale druk (20-
30 mmHg) in de longslagader
Wanneer het bloed door de longcirculatie gaat, daalt de bloeddruk naar 10 mmHg. Het LA
ontvangt long veneus bloed, dit vloeit dan passief in LV
- Atriale contractie zorgt voor een klein deel van extra vulling van LV
Wanneer LV contracteert en bloed uitwerpt in het systemische systeem, wordt er een hoge
druk gegenereerd (100-140 mmHg)
- Het LV is een hogedruk pomp en het RV is een lage druk pomp
RITME: WAAROM SLAAT HET (Hoofdstuk 2)
- Elektrofysiologie en excitatie-contractie koppeling
o Pacemaker cellen
o Conductie system
o Innervatie
o Contractie
Myocardium hartspier
Sarcomere
Powerstroke
Relaxatie
Pacemaker cellen
- Cel heeft een potentiaal binnenkant tov buitenkant
o Normaal (in rust) zit die onder de 0 (ongeveer -90 mV negatief)
Deze wordt in stand gehouden door ionpompen
o Alle hartspiercellen zijn een beetje ‘lek’ pacemaker cellen (geven ritme/
tempo aan) kunnen spontaan een actie potentiaal genereren
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maritysm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,69. Je zit daarna nergens aan vast.