Samenvatting Kwalitatieve Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek
Hoofdstuk 1: Kwalitatief onderzoek en criminologische theorie. Over de relatie tussen theorie,
onderzoeksvragen en methode
Inleiding
Goed onderzoek:
Leidt tot nieuwe en betere vragen, maar criminologen voegen weinig toe:
o Ze gaan te makkelijk mee in de beheersingscultuur van het beleidsdebat
o A-theoretisch empirisme doordat veel wordt gebaseerd op gegevens van andere
instanties
Verbanden worden aangetoond en de kracht ervan kan worden uitgedrukt in
een rekenkundige maat
Een verband kan statistisch significant zijn, maar toch is het onduidelijk,
onbegrijpelijk en a-theoretisch
o Er wordt te weinig kwalitatief onderzoek verricht
Beantwoordt vragen
Gaat om Verstehen = Het begrijpen van de werkelijkheid vanuit een emic perspectief (welke
betekenis geeft een actor zelf aan zijn handelen?)
Beschrijft en verklaart door kwantitatief en kwalitatief onderzoek te combineren
Waarom er theorie in onze ‘gereedschapskist’ zit
Theorie = Systematische en consistente redenering die volgt uit een generalisering en
abstrahering van onderzoeksgegevens, die een mogelijke verklaring aandraagt en die in zo
veel mogelijk toetsbare termen is gevat
Waarom een theorie?
Zonder een theorie blijven de uitkomsten van een empirisch niveau op een beschrijvend
niveau hangen → We willen verklaren
Wat moet je met die ‘weetjes’? → … zo en zo zou het in elkaar kunnen zitten
Sociaal constructivisme = Sociale en politieke context bepalen de vorm van criminaliteit (bijv.
drugsgebruik en -handel)
Bepaalt waar we naar kijken en hoe → Methode hangt samen met het te onderzoeken
fenomeen en gekozen theorie
Anders geen focus en geen richting
Het gebruik van kwalitatieve methoden in de criminologie
Weber: Interpretatieve benadering
o Verstehen = Het begrijpen van iemands handelen en van de betekenis die hij eraan
geeft
Etnografisch veldwerk
o Vaak exploratief onderzoek - emic perspectief
o Verborgen werelden
Historische bronnen → Levensloopgeschiedenis
Narratieve methode = Uit verschillende persoonlijke verhalen wordt een ‘groter’ verhaal
geconstrueerd
Kritische kijk is vereist:
Data niet op face value gebruiken, maar met inachtneming van de beperkingen interpreteren
Fraude → Vraag naar meer transparantie
Criminologische epistemologie in een notendop
Epistemologie = Aard en reikwijdte van kennis
Soort theorieën:
, Etiologisch = Wat zijn de oorzaken van criminaliteit?
Sociale reactiebenaderingen = Welke functie heeft criminaliteitsbestrijding en welk
(on)bedoeld effect heeft het op de aard en omvang van criminaliteit?
Verschillende verklaringsniveaus:
Macro = Maatschappelijk niveau
Micro = Individu
Niveauprobleem = Iets wat op microniveau ‘waar’ is, hoeft dat niet op macroniveau te zijn,
en vice versa
o Dit komt door de vele verschillende moederdisciplines die elk uitgaan van een
bepaald mens- en maatschappijbeeld
o Verschillende delictsvormen vragen om een andere verklaring/theorie
Spectrum:
1. Genen, hormonen, neurotransmitters
2. Antisociale persoonlijkheidsstoornissen
3. Rationele keuze en gelegenheid
4. Opvoeding en sociaal leren
5. Informele sociale controle
6. Cultuur en subcultuur
7. Buurtinvloeden
8. Interactie met sociale reacties
9. Armoede, relatieve deprivatie en ‘spanning’
10. Machtsverhoudingen en maatschappijstructuur
Kwalitatieve methoden worden vooral op meso- en macroniveau gebruikt (kijkt naar de
context)
Chicago School
Journalist Robert Park
Stadsetnografie → ‘De straat op, daar gebeurt het’ (participerende observatie)
Personen bestuderen in hun alledaagse context
Biografie en etnografie
Belangrijke werken:
o The Hobo
o The Jack-Roller
o Street Corner Society
o Cohen, Cloward & Ohlin: Subculturele theorieën gebaseerd op Merton
o Miller: Eigen straatwaarden, nemen de middenklasse waarden niet over
o Sykes & Matza: Neutralisatie
o Matza: Drift, subterranean values
Labelling
Labellingbenadering = Criminaliteit is een specifieke vorm van afwijkend gedrag dat het resultaat is
van een proces van strafrechtelijke classificatie en categorisering
Symbolisch interactionisme = Handelingen krijgen pas betekenis in de interactie tussen
mensen (Mead)
Beoordeling van significant others vinden we het belangrijkst
Criminaliteit is geen eigenschap van de persoon, maar het resultaat van succesvolle labelling
Belangrijke werken:
o Goffman: Spoiled identity & mortification
o Lemert: Secundaire deviantie
o Studies naar de strafrechtspleging
,Kritische criminology
Becker: Onderzoeker kang een neutrale positie innemen
Gouldner: Ook de cultuur en structuur die de context van het handelen bepalen, moet
worden onderzocht
Dynamiek tussen gedraging en sociale reactie
The New Criminology → Oorzaken van criminologie liggen in sociale omstandigheden,
zevenstaps-onderzoeksmodel
Birmingham School (70s):
Belangrijke etnografische studies:
o The drugtakers (Young)
o The delinquent solution (Downes)
o Folk devils and moral panics (Cohen)
o Learning to labor (Willis)
o Resistance through rituals (Hall & Jefferson)
o Policing the crisis (Hall et al.)
Maatschappelijke verhoudingen bestuderen vanuit de mensen die zich daartegen verzetten
Criminaliteit zegt iets over de samenleving
‘Human agency’ = Hoe mensen zich teweer stellen (actorperspectief)
Kritische analyses van social control en toezicht
Sociale controle:
Alle mechanismen waarmee de maatschappij in evenwicht wordt gehouden, maar:
o Lemert: (Passieve/actieve) sociale controle zorgt juist voor afwijkend gedrag
o Cohen: Sociale controle van de totale instituties sijpelt door in de samenleving
waardoor de maatschappij zelf ook met verschillende soorten sociale controle te
maken heeft
Veiligheid:
Veel kwantitatief onderzoek
Veiligheidsbeleving kan door zijn complexiteit echter beter met kwalitatief onderzoek
worden onderzocht (hetzelfde geldt voor evaluatieonderzoek)
Wijze van interviewen belangrijk → Bourdieu: active and methodological listening
Cultureel criminologische perspectieven
Symbolisch interactionisme
Mondialisering → Kwalitatief onderzoek naar transnationale georganiseerde misdaad en
migratie
Glocalisation = De lokale dimensie in het mondiale en de mondiale dimensie in het lokale
Mediastudies → Moral panics
Kritiek:
o Focus op crimes of the powerless i.p.v. crimes of the powerful
o Genderperspectief ontbreekt
Onderzoeksmethoden:
o Etnografische methoden
o Visuele methoden
o Centraal stellen van objecten i.p.v. mensen
Tot besluit
Kwantitatief = Waar en hoe vaak komt iets Kwalitatief = Hoe zit dat, begrijpen (Verstehen)
voor?
Breedte Diepte
Grote bestanden Begrensd veld
, Cijfers Tekst, verhaal
Van buitenaf Van binnenuit
Onderzoeker verzamelt zelf de data, gaat ‘het
veld’ in
Kwalitatief onderzoek:
Bruikbaar bij:
o Demystificeren, ontrafelen
o Groepen die verborgen zijn of lastig te bereiken
o Gevoelige onderwerpen
Sterke punten:
o ‘Thick Description’
o Verstehen (Max Weber) = Werkelijkheid zien en begrijpen zoals zij dat doen
o Emic perspectief = Het perspectief van binnenuit, een verschijnsel onderzoeken
vanuit het perspectief van de betrokkenen
o Mensen van vlees en bloed worden zichtbaar gemaakt
o Structuur en cultuur als context van handelen
o Inzichtelijk maken van betekenisgeving
→ Voorbeeld: Voetbalgeweld
Hoofdstuk 2: Het kwalitatief onderzoeksdesign
De kwalitatieve probleemstelling
Soorten onderzoeksvragen:
Wie-, wat-, waar-, hoeveel- en hoe groot-vragen
o Verkennend
o Exploratief onderzoek, enquête, casestudy, kwantitatief onderzoek
Hoe- en waarom-vragen
o Verklarend
o Kwalitatief onderzoek, historisch onderzoek, experiment
Bepalen van onderzoeksdoel:
Waarom doe ik dit onderzoek?
o Intellectuele redenen
o Praktische redenen → Bijv. bij evaluatie- of actieonderzoek
o Persoonlijke redenen
o Bijhouden in een onderzoekslogboek
Waarom is dit onderzoek belangrijk?
o Exploratief onderzoek = Verkennen als doel
o Verklarend onderzoek = Verklaren als doel
o Beschrijvend onderzoek = Beschrijven als doel
o Emancipatorisch onderzoek = Sociale verandering als doel
Voor wie is het onderzoek bedoeld/relevant?
o Wetenschappelijke gemeenschap
o Beleidsmakers
o Praktische, maatschappelijke relevantie
Onderzoeksvraag:
Helder en ondubbelzinnig
Gefocust, maar niet te nauw
Aansluiten en bijdragen aan een bestaande theorie