1. Inleiding
Subject: Datgene wat wordt bestudeerd of geobserveerd (neemt actief deel aan het
onderzoek)
Object: fenomeen of het verschijnsel dat wetenschappers willen begrijpen en verklaren
doormiddel van hun onderzoek (onderwerp van de studie)
Empirisch onderzoek: geeft toegang tot een werkelijkheid die wordt opgevat als verzameling
feiten en toe drachten met een constante structuur. Daartussen probeert het
overeenkomsten en verbanden te ontdekken en het probeert theorieën op te stellen die
feiten en toe drachten kunnen verklaren
Sciëntisme: natuurwetenschap. Is de vereenzelviging van wetenschap en empirisch
onderzoek.
- Empirisch onderzoek wordt geassocieerd met het zoeken naar waarheid, objectiviteit
en neutraliteit
Onderzoeksprocedures:
- Domein van de feiten
- De beleving
- De regels
- De betekenissen
- De begrippen
- De belangen
Wetenschapsfilosofie: begripsbepaling
- Wetenschapsfilosofie: onderzoek naar de grondslagen, de geldigheid en de reikwijdte
van wetenschappelijke kennis en onderzoeksmethoden.
- Houdt zich bezig met de vraag naar de mogelijkheden en beperkingen van
wetenschappelijk onderzoek en de daarbij gebruikte methoden en
argumentatievormen. Daarbij gaan ze uit van het volgende in het boek:
o Veelvoud kennisdomeinen: niet alleen zintuigelijke waarneembare feiten,
maar ook ideële en belangen zijn toegankelijk voor wetenschappelijk
onderzoek
o Veelvoud van toeganswegen tot deze domeinen: empirisch, fenomenologisch,
interpretatief, reconstructief, dialectisch
o Brede definitie van wetenschap: funamentele wetenschappelijke onderzoek
als toegepaste onderzoek
o Brede definitie van onderzoek
Kernvragen wetenschapsfilosofie
- Waar komen onderzoeksproblemen vandaan en wat is het belang van de oplossing
ervan?
o Sociaal filosofische en ethische vraag
- Wat is de aard van object van onderzoek?
, o Ontologisch
- Onder welke voorwaarden kunnen onderzoekers (subject) gegeven de aard van het
object er kennis over krijgen?
o Kentheoretisch of epistemologisch
- Wat betekent dit voor hun manier van werken?
o Methodologisch
2. Het domein van feiten
Empirisch onderzoek
- Zintuigelijk waarneembare feiten
- Baseren op zintuigelijke ervaring
- Belangrijkste deel empirisch onderzoek: Weerleggen van hypothesen en theorieën
Feit
- Stand van zaken of gebeurtenis waarvan het optreden door middel van zintuigelijke
waarneming kan worden vastgesteld
- Feiten zijn zelf niet waarneembaar: feit is naar aanleiding van een waarneming
beweerd wordt, als die bewering waar is
- Subjectieve ervaring: waarneming dat niet wordt gedeeld door anderen en een
- moment later ook niet meer door jezelf (de bladeren zijn oranje, nu lijken ze bruin)
- Objectief: wanneer een subjectieve waarneming bevestigt is
- Feiten worden niet ervaren maar beweerd: een bewering is een claim met betrekking
tot de waarheid van een uitspraak, kan doorgaan als andere het daarover eens zijn
Inductieve methode
- Methoden waarbij conclusies worden getrokken uit specifieke waarnemingen
- Via de inductieve methoden kan niet geverifieerd worden of theorie bewezen is
o Als je daadwerkelijk wil verifiëren heb je oneindige verzameling
waarnemingsuitspraken nodig
Emperisch analytische wetenschapstheorie, Karl Popper
- Wetenschappelijk onderzoek begint met een probleem
- Mensen moeten streven naar weerlegging of falsificatie (theorie of hypothese
formuleren op een manier die kan worden getest en weerlegd)
Het begin: een probleem
- Waarneming is alleen mogelijk op basis van een gezichtspunt, een theorie, een
verwachting of een geloof: alle waarneming is theorie geladen. Zonder theorie
kunnen we niks waarnemen
- Feiten zijn alleen feiten in het licht van een of andere theoretisch gezichtspunt
- Kennis begint met een probleem: een toestand vormt een probleem voor ons als we
belang hebben bij de verandering ervan
- Een probleem is pas een kennisprobleem als we nieuwe kennis nodig hebben om het
op te lossen
, Kernwoorden wetenschappelijk onderzoek: trial en error
Wie niet waagt zal ook nooit winnen. Durf te falen en de bereidheid om van fouten te leren
Theorie, hypothese, test
- Theorie: verzameling begrippen en uitspraken die in hun onderling verband een
model voor de beschrijving en de verklaring van een deel van de werkelijkheid geven
o Theorieën zijn over het algemeen te abstract om uit te proberen, daartoe
moeten er meer concrete uitspraken worden afgeleid
- Hypothese: enkelvoudige uitspraak over een toedracht in de werkelijkheid
o Worden verkregen uit afleiding van een theorie
o Zijn enkelvoudige uitspraken waardoor ze onmiddellijk getest kunnen worden
- Operationaliseren: te§stbaar maken van een theorie door toetsbare hypothesen uit
af te leiden
- Testimplicatie: gevolgtrekking uit een hypothese met het oog op een concrete test
o Uitspraken zoals ‘als…’ en ‘dan…’
o Operationeel geformuleerd (formuleren handelingen die verricht moeten
worden om de voorspelling te testen
Hypothese en testimplicatie in een zin
‘’als (het waar is dat) appels allergeen zijn (hypothese), dan zal ik uitslag krijgen wanneer ik
een appel eet (testimplicatie)’’
Verificatie
- Het vaststellen van de juistheid of de waarheid van een uitspraak
- Bijzondere uitspraken: ondubbelzinnig verband. Er zijn geen zuivere
waarnemingsuitspraken; ieder bijzondere waarnemingsuitspraak bevat altijd ook
algemene theoretische veronderstellingen
Falsificatie
- Stimuleert tot het formuleren van telkens nieuwe hypothesen en tot zoeken naar
nieuwe manieren om een hypothese te testen
- Om een theorie te kunnen falsificieren hebben we een tegenvoorbeeld nodig
Het experiment
Een theorie is sterker, als er verschillende hypothesen uit kunnen worden afgeleid die aan zo
streng mogelijke tests kunnen worden onderworpen.
- Experiment: wanneer de onderzoeker de omstandigheden waaronder de test
plaatsvindt manipuleert.
- Hierbij wordt gestreefd om alle variabelen behalve een constant te houden
- Doel is om een zo zuiver mogelijke waarneming van empirische verschijnselen
mogelijk te maken
- Functie is te zorgen voor controleerbaarheid van de waarnemingen die het mogelijk
maakt. Deze is afhankelijk van drie variabelen:
o Herhaalbaarheid
o In een geïsoleerd veld: bij een nieuwe testpoging precies dezelfde
omstandigheden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper roosverleg4. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.