Een uitgebreide samenvatting van 6000 woorden over h3 van het boek thema's maatschappijleer. de samenvatting bevat alles wat je moet weten voor je toets
In 1648 werd de Vrede van Münster getekend dat maakte een einde aan een lange
tijd van conflicten en godsdiensttwisten in Europa. Dit verdrag staat centraal voor het
erkennen van een soevereine staat. Iets is soeverein: als een staat op een bepaald,
duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het geweldsmonopolie
heeft. De filosoof Thomas Hobbes betoogde dat burgers belang hebben bij een
systeem van soevereine staten waarbij alle macht bij een vorst of heerser ligt. Het
alternatief was een allen tegen allen oorlog maar dat was niet goed.
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.
Deze keuzes worden in wetten vastgesteld. Die wetten worden uitgevoerd door
dienaren van de macht zoals een minister. De meeste onderwerpen zijn van
algemeen belang dat wil zeggen dat veel mensen er nu of later mee te maken
krijgen. Meestal kost beslissingen nemen veel tijd daardoor ontstaat er een dilemma:
kiezen we voor snel, daadkrachtig en efficiënt besturen of voor een maximale
participatie van de burgers in de politiek?
Democratie betekent letterlijk het volk regeert. De directe democratie bestaat
bijna nergens meer dan mag het volk stemmen over belangrijke beslissingen.
Tegenwoordig zie je de directe democratie in een andere vorm het referendum, een
volksstemming over een bepaald wetsvoorstel. In de meeste democratische landen zie
je de representatieve democratie, daarbij kiest het volk vertegenwoordigers die de
beslissingen nemen en aan de bevolking verantwoording moeten afleggen over hun
beleid. Deze vorm is praktischer omdat niet iedereen naar de stembussen moet om
uiteindelijk een besluit te nemen en mensen hoeven zich niet te verdiepen in elk
onderwerp.
Andere kenmerken van een democratie zijn:
Er is individuele vrijheid. Je mag je mening uiten en mag binnen de wetten je
leven leiden.
Er gelden politieke grondrechten. Iedereen mag stemmen vanaf 18 jaar en zich
verkiesbaar stellen.
Het politie en het leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden. Burgers
mogen nooit zomaar worden aangehouden en geweld mag alleen in bepaalde
situaties worden toegepast.
Er bestaat onafhankelijke rechtspraak. Rechters staan los van het parlement en
de regering en hoeven hun uitspraken niet te verantwoorden.
Er is persvrijheid. De media controleert de machthebbers en hebben de taak om
de burgers goed te informeren. Op basis daarvan kunnen we stemmen.
Je kan onderscheid maken tussen twee soorten representatieve democratieën.
Parlementaire stelsels en presidentiële stelsels. In een parlementair stelsel kiest
het volk via verkiezingen het parlement dat is het hoogste machtsorgaan. Via dat
parlement wordt een kabinet gevormd die telkens verantwoording aan het parlement
moeten afleggen en dus indirect aan het volk. Landen met dit stelsel hebben vaak een
niet gekozen staatshoofd die beperkt wordt door een constitutie. Nederland is na de
Belgische revolutie een parlementaire democratie geworden.
In een presidentieel stelsel kiest de bevolking het parlement en het staatshoofd. De
president staat aan het hoofd van de regering en kan naar eigen keuze ministers
benoemen. In de meeste landen mist hij dan wel weer het ontbindingsrecht het
recht om het parlement naar huis te sturen.
De grondwet laat zien hoe belangrijk de waarden vrijheid en gelijkheid zijn. Dat we in
een democratie leven, zien we als volgt terug in onze grondwet:
, Taken en bevoegdheden van de drie politieke machten staan nauwkeurig
beschreven. Een politici kan niet meerdere dingen doen want dan heeft hij te veel
macht.
Alle nederlanders mogen vanaf 18 jaar stemmen en verkozen worden. Iedereen mag
een politieke partij of een vereniging oprichten. Ook demonstreren mag.
De regels voor politieke besluitvorming zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld artikel 81 data
wetten worden vastgesteld door de regering en de staten-generaal.
De overheid laat de media vrij en moet er ook voor zorgen dat de media over de
juiste informatie kunnen beschikken.
Een dictatuur is een voorbeeld van een regime waar de burgers weinig tot geen
inspraak hebben. Een kenmerk van elk autoritair regime is dat de trias politica niet
gescheiden zijn maar in handen zijn van een kleine groep mensen. Een autoritair
regime kan nooit een rechtstaat zijn, omdat de burgers geen rechten hebben.
Andere kenmerken van een autoritair regime zijn:
Er is geen onafhankelijke rechtspraak. De rechters worden uitgekozen of
gecontroleerd door de machthebbers, waardoor de burgers niet beschermd worden
tegen de overheid.
Grondrechten worden niet gerespecteerd. Rechten zoals vrijheid van
godsdienst of recht op privacy zijn er niet of is heel beperkt.
Oppositiepartijen zijn vaak verboden.
Er is vaak overheidsgeweld. De machthebbers verdaagden hun macht met
geweld.
Bij verkiezingen is er veelal sprake van verkiezingsfraude, manipulatie en
geweld. Om zeker te zijn dat ze hun macht houden.
Er is geen persvrijheid. De media en kunst staan onder censuur van de overheid.
Er zijn 3 soorten autoritaire regimes:
I. Noord Korea is een voorbeeld van een regime die gebaseerd is op een ideologie.
Er is indoctrinatie tegen de bevolking die krijgen de mening echt opgedrongen.
II. Een andere vorm is de religieuze of theocratie. Hierin is de godsdienst tot
staatsideologie gemaakt en de de geestelijke leiders hebben een grote invloed.
Iran is een voorbeeld.
III. Dan heb je nog militaire regimes. Daarin heeft het leger alle macht en is een
militair de baas.
Sommige landen hebben ook een combinatie van 2 soorten regimes.
Bijna alle politieke partijen ontstaan vanuit een ideologie, een samenhangend geheel
van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. Daarbij gaat
het vooral om 2 vragen:
I. Welke normen en waarden staan centraal? Bij een ideologie van gelijkheid moeten
rijkere meer belastingen betalen dan arme.
II. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied? Links wil de
ongelijkheid verminderen door voldoende sociale voorzieningen te bieden voor
mensen die dat nodig hebben, zoals uitkeringen. Rechts wil zo min mogelijke
bemoeienis van de overheid. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor een beter
leven. Zit er een ideologie tussen links en rechts in, dan spreken we over het
politieke midden.
Volgens het liberalisme moet ieder individu zich optimaal kunnen ontplooien want
wat goed is voor het individu is goed voor de maatschappij. Zij moeten elkaars
opvattingen respecteren. Persoonlijke en economische vrijheid, individuele
verantwoordelijkheid en tolerantie zijn sleutelbegrippen. Het liberalisme ontstond in de
negentiende eeuw, na de franse revolutie. De liberalen verzetten zich tegen de
oneindige macht van de koning en werden gesteund door de bourgeoisie. De liberalen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wandelaarsteenkolen_0l. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.