Samenvatting Coachen met Collega’s.
Deel 1+2, bladzijde 3 t/m 108.
Deel 1, Hoofdstuk 1: Gesprekken met een ruim bereik
Coachen is een manier van werk gerelateerd leren, vooral in tweegesprekken.
- coach zorgt er vooral voor dat de coachée voor zichzelf zorgt.
- Coachend leidinggeven: het toepassen van coaching technieken bij het
leidinggeven.
- Doel van coach bij coachée: reflecteren, kwaliteiten vrij maken, obstakels te
overwinnen en weg te nemen.
Coachingproces bestaat uit 4 stappen:
- intake en leercontract.
- Vaststellen van tijdstip, agenda.
- Aantal coachinggesprekken(tussen 5 en 20).
- Evaluatie
Praktijkvragen van de desbetreffende professional zijn altijd het uitgangspunt.
- Richt zich op persoonlijk functioneren maar in context van werkpraktijk.
Coachingsvragen zijn in drie bereiken in te vullen:
A: inhoud staat centraal
B: handelen van vraagsteller en wijze waarop zij vraag hanteert staat centraal
C: vraagsteller staat centraal(toepassing wat-vragen)
Vormen van individuele begeleiding zijn onder andere: coachend leidinggeven,
individuele training, mentoring, individuele advisering, individuele consultatie,
supervisie, counseling.
Er zit verschillende diepgang in coachinggesprekken, er wordt onderscheid gemaakt in
drie verschillende mogelijkheden:
- Problemen die objectief of technisch van aard zijn(Behoefte aan kennis,
expertadvies).
- Leveren van kennis of aanleren van gedrag is onvoldoende(Werkcontext dat het
incident veroorzaakt aan de orde. Coaching is goede uitkomst).
- Te persoonlijke vragen en problemen(Therapie kan uitkomst bieden).
Rol en competentie van de coach:
- Luistervaardigheid: aansluiten bij vraagstelling
- Interventiekunde: coachée prikkelen tot nieuwe perspectieven en oplossingen
- Organisatiekunde: relaties tussen vraagstelling en organisatiecontext blootleggen
- Psychologie inzicht: De interactie van de coachée in het gesprek onderzoeken en
inbrengen.
Deel 1, Hoofdstuk 2: Gespreksvoering op de vierkante millimeter
Coachinggesprekken zijn vaak rijke en volle gesprekken, vaak met een brede
achtergrond. De coach beïnvloedt gewild en ongewild het gesprek, er zijn vele factoren
die invloed uitoefenen. Een goede coach stelt zich open voor de hoge mate van
informatiedichtheid.
, Voor coaching is een Johari venster in te stellen:
a. Gespreksruimte(verbaal en expliciet)
b. Blinde vlek(Voorbewust voor coachée, of onbewust aan coachée)
c. Privépersoon(Non-verbaal, impliciet, niet opgepikt, niet gecommuniceerd)
d. Onbekend terrein(Morele instantie of Verdrongene)
Coach en coachée kunnen samen op de kaart kijken en kijken wat er bij de coachée
gaande is. Geen klassiek model! Het Johari venster wordt bij coaching in een landkaart
ingedeeld:
a. De gespreksruimte of vrije ruimte
Meest gedetailleerd uitgewerkt, gaat om het expliciete en zichtbare deel wat
coachée brengt. Verhaal heeft altijd een expressief en appellerend aspect
- Expressief: Deel dat iets laat zien van coachée en haar vragen, bijv. wekelijkse
verhalen, maar ook meningen.
- Appellerend: is het deel waarin de coachée een beroep doet op de coach.
De expliciete communicatie is in vier verschillende niveaus met elkaar te kwalificeren:
Bijdragen over de inhoud van het gesprek(expressief)
Bijdragen over de procedure van het gesprek(opbouw en fasen)
Bijdragen over de interactie in het gesprek(reageren van gesprekspartners)
Bijdragen over de emotie in het gesprek(gevoelens op het moment)
Een grens tussen deze niveaus is die tussen de eerste en andere drie, tussen de
uitspraken over de casus en uitspraken over het gesprek, over het moment.
b. De privépersoon
Coachée is hier beter thuis dan de coach, er is onderscheid te maken in niveaus
binnen kwadrant, in volgorde van afnemende toegankelijkheid voor coach:
1. Non-verbale uitingen van de coachée
2. Impliciete uitingen(informatie tussen de regels door)
3. Niet op gepikte uitingen
4. Wel gedacht maar niet gecommuniceerd
5. Wat nu niet aan de orde is.
c. De blinde vlek
Iets dat opvalt voor de coach maar niet wordt gezien door de coachée zelf. Coach
is beter thuis dan de coachée, het gebied is in twee onderdelen te verdelen
- Voor de coachée voorbewust(coach noemt het kort en coachée neemt het op)
- Voor de coachée onbewust(elementen uit het veld in het gesprek brengen)
d. Onbekend terrein
Coachée is weer voorbewust, het is informatie die bij toeval onder de aandacht
van de coachée komt. Op het onbekend terrein bevinden is eigenlijk niet zeker
weten of zich daar wel iets bevindt.
Freud heeft voor het bestaan van het onbewuste kunnen indelingen gemaakt,
belangrijkste onderscheid:
De morele instantie: Oefent invloed uit op onbekend terrein. Instantie bestaat uit
het onbewuste geweten en het ego-ideaal.