Samenvatting: Cursus Sociaal psychiatrische
ondersteuning.
Boek: Koekkoek, B. (2011) Praktijkboek Sociaal- psychiatrische begeleiding. Houten:
Bohn Stafleu van Loghum.
Hoofdstuk 1 t/m 8 + Informatie per les + Kettinganalyse PDF-bestand
1
,Les 1: + Hoofdstuk 1 en 2
Sociaal- Psychiatrische Begeleiding:
- flexibele hulpvorm gericht op oplossen praktische problemen, voorkomen
achteruitgang, veranderen niet effectieve gedragingen (grijze gebied : praktische
begeleiding, stabiliserende zorg en veranderingsgerichte behandeling).
- bieden begeleiding aan mensen met langdurige en ernstige psychiatrische
problematiek.
- Mensen die oordeelsbekwam of niet-psychotische zijn.
- Doelstelling:
1. Patiënt een effectievere omgang met beperkingen ten gevolge van psychiatrische
problematiek en benutting van eigen mogelijkheden, resulterend in verbeterend
interpersoonlijke en sociaal functioneren.
2. Richt zich op het oplossen van praktische problemen, het voorkomen van
achteruitgang, als het veranderen van niet effectieve gedragingen.
3. Heeft herstel, integratie en participatie als doelen
- ambulant gesprekken en activiteiten die plaatsvinden dicht bij de sociale omgeving van
de cliënt.
- zelfstandig en individueel de gehele begeleiding plannen, uitvoeren en evalueren samen
werken met andere hulpverleners/organisaties.
- Leerproces met doel en eindpunt. Goed om leren gaan met mogelijkheden en
beperkingen (verandering – acceptatie).
- DSM-classificatie of psychiatrische diagnose is een voorwaarde voor SPB en daarna
functionele diagnostiek.
Indicatie
• Ernstige problemen in het dagelijks functioneren (slaap-waakpatroon, voedingspatroon,
financiële situatie, huisvesting, middelengebruik, gevoeligheid voor psychiatrische crisis)
• Problemen op verschillende levensgebieden (school, werk, sociale contacten,
vrijetijdsbesteding, maatschappelijke integratie)
• Ernstige psychiatrische problemen en/of persoonlijkheidsproblematiek.
• Randcrimineel en antisociaal gedrag, waarbij betrokkenheid van justitie (nog) niet aan
de orde is.
• Al langer bestaande problematiek waardoor eerder psychotherapie niet (voldoende)
geholpen heeft.
contra-indicatie:
de aanwezigheid van duidelijk omlijnde psychiatrische problematiek waarvoor een
effectieve (standaard) behandelmethodiek bestaat.
Kenmerken
• Helder behandelkader met een laagdrempelige, gestructureerde en flexibele manier van
werken
• Actieve (waar nodig) outreachende benadering
• Samenwerking tussen de patiënt, diens naasten en betrokken hulpverleners staan
centraal
• Continuïteit, flexibiliteit en beschikbaarheid
• Eigen verantwoordelijkheid patiënt
Specifieke doelen
• Verminderen risicovolle gedragingen & voorkomen van achteruitgang
• Oplossen van praktische problemen
• Veranderen niet effectieve gedragingen & Vergroten van probleemoplossende
vaardigheden • Leren omgaan met beperkingen & benutten van mogelijkheden
2
, • Verbeteren kwaliteit van leven
• Herstel, integratie en participatie
Fasen binnen ISPB: Contactfase, doelenfase en werkfase
Verschil tussen behandeling, begeleiding en zorg:
Begeleiding: leren omgaan met beperkingen en het gebruiken van mogelijkheden. tussen
veranderingsgericht en zorg op wat de patiënt niet meer kan.
Zorg: ondersteunen ( gezondheid en veiligheid)
Therapie: veranderen
Route naar Sociaal Psychiatrische behandeling
SPB komt in alle lijnen van de GGZ voor, al komt de begeleiding van mensen met
ernstige en langdurige problematiek meer voor in de tweede en derde lijn.
Veel psychiatrische problematiek wordt behandeld en begeleid in de eerste lijn door: de
huisarts, maatschappelijke werkenden en praktijkondersteuners ggz.
Instroom in ambulante begeleiding in de tweede lijn:
- Vanuit de eerste lijn: mensen die niet voldoende hebben aan de eerste lijn hulp of
langer zorg nodig hebben worden verwezen naar tweede lijn ggz.
- Vanuit tweede lijn: mensen die een tweedelijnbehandeling kregen , maar
onvoldoende verbeterden of langere zorg nodig hebben, komen in aanmerking
voor langdurende SPB. Of mensen die uitvallen uit een tweedelijnsbehandeling.
- Vanuit de derde lijn: mensen die derdelijnsbehandeling kregen ( bv in een
kliniek ), maar onvoldoende verbeterd zijn of langer begeleiding nodig hebben. Of
mensen die uitvallen uit der derde. ( bv door ontslag uit een behandelkliniek)
Uitstroom uit ambulante begeleiding in de tweede lijn:
- Uitstroom naar de eerste lijn: mensen die langdurend laagintensieve zorg nodig
hebben. ( ook de huisarts)
- Uitstroom naar de tweede lijn: mensen die toch in staat zijn om specifieke
tweedelijnsbehandeling te volgen. Bv als sociale problemen minder geworden zijn
of de mogelijkheden zijn toegenomen om geregeld naar afspraken te komen etc.
3