Samenvatting Basis Kennis Psychologie
Tentamen Leerjaar 2, Periode 1
Ψ Aandacht en executieve functies
Van Zomeren en Brouwer onderscheiden twee aspecten van aandacht: selectiviteit en intensiteit.
1. Selectiviteit van aandacht: Noodzakelijk omdat het informatieverwerkingssysteem te beperkt is om
alle informatie binnen een bepaalde tijd te verwerken. Aandachtcapaciteit verwijst naar de hoeveelheid
informatie of mentale processen waaraan iemand aandacht kan besteden binnen een bepaalde tijd.
Bottum-up controle: de aandacht wordt automatisch en onwillekeurig getrokken door een stimulus (bv. plots
geluid in een stille omgeving).
Top-down controle: de aandacht wordt selectief en vrijwillig gericht. Het verwerken van geselecteerde
informatie kan dus voorrang krijgen door andere informatie te onderdrukken.
Selectiviteit van aandacht kent twee aspecten:
Gerichte aandacht: Wanneer de aandacht volledig gericht moet worden op een bron van stimulatie, een
nauw omschreven categorie van stimuli (bv. letter ‘e’ in een stuk tekst), of een bepaald aspect van een
voorwerp (bv. de kleur blauw), waarbij andere informatie wordt uitgesloten. Meetbaar: Stroop-test.
Verdeelde aandacht: het dagelijks leven vereist vaak dat we meerdere soorten input tegelijkertijd
selecteren of meerdere taken tegelijk uitvoeren waardoor verdeelde aandacht nodig is. Meetbaar door
dubbeltaken.
Shiffrin en Schneider maken een onderscheid tussen twee informatieverwerkingsprocessen:
Gecontroleerde informatieverwerkingsproces: verloopt langzaam, vergt bewuste aandacht en
inspanning en is beperkt in capaciteit. Er kan slechts een taak tegelijk worden uitgevoerd.
Automatische informatieverwerkingsproces: verloopt snel, worden niet gehinderd door
capaciteitsbeperkingen en vragen geen bewuste aandacht. Hierdoor kunnen er meerdere taken parallel
worden uitgevoerd zonder dat er interferentie optreedt.
2. Intensiteit van aandacht: het vermogen om interactie te hebben met de omgeving.
Alertheid: de ontvankelijkheid van het centrale zenuwstelsel voor stimulatie en naar fluctuaties hierin.
Fasische fluctuaties: kortermijnveranderingen die grotendeels door de situatie of door de taakeisen
bepaald worden (bv. schrikreactie door een alarm).
Tonische fluctuaties: vinden plaats over langere periodes en zijn meer vanuit het organisme bepaald in
plaats van door de situatie, kunnen bv. te maken hebben met het circadiaanse ritme (bv. verslapte
aandacht tijdens het studeren).
Volgehouden aandacht: het vermogen om langdurig de aandacht vast te houden voor een taakverrichting, zowel
langdurig als het verdelen van de aandacht. Wordt meestal gemeten door:
‘Time on task’ – effect: onderzocht in hoeverre de presentatie op een aandacht vragende taak over de tijd
verslechterd.
Vigilantietaken; onderzoek naar de alertheid tijdens langdurige, zeer monotone taken, met een
laagfrequent optreden van relevante prikkels (low event rate).
, Posner en Petersen onderscheiden drie functionele aandachtsnetwerken:
1. Vigilantienetwerk (alertheid): verantwoordelijk voor het alert reageren in situaties die om
waakzaamheid vragen en voor het in stand houden van deze alerte toestand zolang nodig. Omvat de
hersenstam, de locus ceruleus, de intra-laminaire thalamuskernen en de rechterhemisfeer, met name de
recht laterale fortaalkwab.
De reticulaire formatie is verantwoordelijk voor de tonische fluctuaties. Hier vanuit waaiert een projectiesysteem
van stijgende vezelbanen naar de intra-laminaire kernen van de thalamus, die zorgen voor de regulering van de
fasische fluctuaties.
2. Posterieure aandachtsnetwerk (richten van aandacht): is vooral betrokken bij de visueel-ruimtelijke
aandacht, met als belangrijkste hersengebieden de posterieure pariëtale cortex, het pulvinar en de
colliculus superior. Deze hersengebieden werken samen om de visuele aandacht te sturen en zo te
oriënteren op een bepaalde locatie in de ruimte. De pariëtale cortex zou de aandacht ‘losmaken’ van een
bepaalde huidige locatie (disengage), de colliculus superior verplaats de aandacht richting de nieuwe
target (shift) en de pulvinaire nucleus van de thalamus is betrokken bij het ‘hechten’ van de aandacht
aan een nieuwe doelpositie in de visuele ruimte (engage). De aandachtfocus hoeft niet samen te vallen
met de visuele focus, verschuiving in focus kan voorkomen wanneer iemands naam wordt geroepen.
3. Anterieure aandachtnetwerk (actief en selectief detecteren van informatie): omvat het voorste deel
van het cingulum en de supplementaire motorcortex. Dit netwerk wordt verondersteld executieve
sturing te geven aan vrijwillig gedrag en denkprocessen en is daarom in feite een beschrijving van de
executieve functies.
Executieve functies: situatie met weinig/geen structuur, waardoor het individu zelf structuur moet aanbrengen
door zelfgestuurd gedrag dat voorkomt uit eigen intenties en motivatie. De prefrontale hersengebieden spelen
een centrale rol bij executieve functies (komt overeen met aandachtsnetwerk).
Executieve controle: vooral nodig in taken die nieuw en complex zijn, vragen om planning, foutendetectie,
conflictoplossing en aanpassing en daardoor minder/niet op routine uitgevoerd kunnen worden.
Overige hersengebieden:
De prefrontale cortex is verbonden met de basale ganglia en het cerebellum via de thalamus
(verantwoordelijk voor executief functioneren).
De pariëtale cortex blijkt ook een cruciale rol te spelen in executieve processen en is belangrijk voor
zowel het selecteren van planningsrelevante informatie als voor het generen van representaties van
taakdoelen die bereikt moeten worden middels planning.
Executieve stoornissen (bv. bij Huntington of de ziekte van Parkinson): kunnen ten gevolgen zijn van schade in
de subcorticale gebieden, cerebellum en de thalamus (problemen met planning en inhibitie).
Ψ Emotie en sociale cognitie
Sociale situaties: zijn vaak complex (veel informatie om te verwerken), dynamisch (door de interactieve aard) en
onder tijdsdruk (weinig tijd om informatie te interpreteren en om erop te reageren). Inhibitie, aandacht en
werkgeheugen spelen hierbij ook een belangrijke rol
Sociale cognitie: alle mentale processen die onderliggend zijn aan sociale interacties. Opgedeeld in drie stadia:
1. Perceptie: de aandacht richting op en het waarnemen van relevante informatie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JRodriquez. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.