Internationaal publiekrecht
Hoorcollege 1: Inleiding en ontwikkeling van het internationaal recht
Historische ontwikkeling
De onafhankelijke staten zijn bepalend voor de ontwikkeling van internationaal publiekrecht.
Hierbij speelde De Vrede van Westfalen 1648 een beslissende rol. De 30- en 80-jarige
oorlog is door dit verdrag geëindigd. Door het verdrag ontstonden soevereine en gelijke
staten die niet onderworpen waren aan hoger gezag. In de erkenning van soevereine staten
en het netwerk van onderlinge rechtsbetrekkingen ligt de oorsprong van het internationaal
publiekrecht.
- Tachtigjarige oorlog: NL tegen Spanje = Verdrag (Treaty) van Munster. Hier werd
onafhankelijkheid van NL erkend.
- Dertigjarige oorlog: katholieke landen tegen protestantse landen = Verdrag van Munster,
Verdrag van Osnabrück.
- Belangrijk onderdeel nieuw beginsel dat inhoudt dat buitenstaanders niets te zeggen
hebben over godsdienst van een bepaald gebied. Wiens gebied, diens religie.
17e, 18e en 19e eeuw: Feodalisme en stadstaten gingen over naar natiestaten (Nederlanders die in
NL wonen, er kwam een eenheid). Ook gingen EU-Staten in andere gebieden kolonies stichten (macht
veroveren bijv. VOC). Het Natuurrecht verdween (= regels die worden afgeleid uit wat god wou of uit
de menselijke natuur) en veranderde naar positief recht (=het recht wat door autoriteiten wordt
gesteld, mensen maken recht)
- Congres van Wenen (Vienna 1815) dit heeft een groot deel van de Europese orde
gecodificeerd/vastgelegd. Als er een conflict is binnen EU dan zouden de grote landen
bijeenkomen en komen tot een oplossing.
20e eeuw: In 1945 na de 2e wereldoorlog werd de Verenigde Naties opgericht als
bovennationale organisatie. De VN heeft het Handvest gemaakt. Internationaal recht is
gecodificeerd door o.a. Algemene vergadering van Verenigde Naties (VN). Soms is het niet
al gecodificeerd, in dat geval worden er aanvullende regels opgesteld om bijv. gaten in het
recht op te vullen dit heet progressieve ontwikkeling.
Waarden en doelen internationaal recht
Doel internationaal recht internationaalrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de
internationaal gemeenschap. Het kent bevoegdheden toe aan entiteiten die publiek gezag
uitoefenen (vooral staten en internationale organisaties) en biedt een juridisch kader
waarbinnen zij deze bevoegdheden uit te oefenen.
- Meneer is het hier deels niet mee eens. Het internationaal recht is weliswaar
beperkend, maar het IR kent geen bevoegdheden toe aan de staten. De staten zijn
namelijk soeverein, primair bepaald de staat zelf welke bevoegdheden zij hebben. IR
stelt wel beperkingen aan hoe de staat haar bevoegdheden mag uitoefenen.
Doelen:
- Regulering internationale betrekkingen het regelt de uitoefening van publiek gezag
in de internationale gemeenschap. Dit geldt niet alleen voor het gezag van staten
maar ook van internationale organisaties.
- Inhoudelijk doel internationaal recht Internationale orde, vrede, rechtvaardigheid,
mensenrechten, democratie, rechtstaat, vrijhandel, ontwikkeling, bescherming milieu.
De aard van het internationale recht
Het internationale element zijn internationale en nationale rechtsorde gescheiden?
(monisme/dualisme) Ja maar die is gekwalificeerd, want: IR heeft betrekking op rechtspositie van
natuurlijke personen (mensenrechten), IR heeft meer betrekking op onderwerpen die ook door
nationaal recht worden gereguleerd & Staten stellen steeds meer open voor IR. Dus verweven.
,Verschil staten in nationaal recht vs. Internationaal recht
Nationaal recht Staat kent centraal gezag. Er is een verticale gezag relatie. Het recht
wordt opgelegd. De gemeenschap (rechtssubjecten) is gebonden aan gezag en wetgeving.
o Geldt ook voor rechtspraak en handhaving recht/orde.
Internationaal recht zwak centraal gezag. Staten zijn soeverein. Er is geen hoger centraal
gezag door boven de staten staande organisaties, maar door de staten zelf. Omdat er in de
wereld heel veel staten zijn, is het gezag verspreid. Hier geldt dus een horizontale relatie
tussen de staten. (decentraal karakter)
- Identiteit van rechtssubjecten, de staten:
o Ze maken gezamenlijk het internationaal recht door bijv. sluiten verdragen
o Staten handhaven het internationaal recht
o Staten moeten instemmen met internationale rechtspraak
o Staten zijn onderworpen aan het internationaal recht, zij zijn immers
rechtssubjecten van IR.
Ze maken het recht en zijn er tegelijkertijd aan onderworpen.
Het internationaal recht beschermt de soevereiniteit van staten binnen hun grondgebied. Het
recht van co-existentie = het vreedzaam naast elkaar bestaan van onafhankelijke staten.
Daarnaast werken staten actief samen om bepaalde gemeenschappelijke belangen te
bereiken.
Is internationaal publiekrecht recht? Schending IP recht?
Om te spreken van recht zijn 2 criteria: (1) kenmerk van positivisme (bron) + (2)
sanctiesysteem. Het internationaal publiekrecht zou het tweede kenmerk missen, omdat het
geen centraal gezag heeft dat recht kan afdwingen. Dit is een zwakte. De rechtsorde
beschikt echter wel over procedures voor handhaving/afdwinging rechtsregel. Dit ligt voor
groot deel bij de staten zelf. Denk aan diplomatiek protest en sancties. Internationale
organisaties houden toezicht (VN, internationaal strafhof etc.) Ook zorgen veel landen ervoor
dat wetgeving in overeenstemming is met internationaal recht. Op deze manier is IP recht
ook echt recht.
Internationaal rechtspositivisme opvattingen:
Volgens het rechtspositivisme (rechtsfilosofie) is het IR recht een verzameling van regels die
door bevoegde instanties op rechtsgeldige wijze tot stand zijn gekomen. De inhoud maakt in
principe niet uit, het kan onrechtvaardig zijn, maar het is nog steeds recht.
- Austin Het IR kent geen centraal gezag. Het is niet juridisch recht, maar moreel. Het is
eigenlijk geen recht.
- Kelsen IR heeft sancties en kan wel gehandhaafd worden door economische sancties of
oorlogen. Dit is decentrale handhaving, omdat staat zelf beslist om dat wel/niet te doen.
- Hart maakt onderscheid tussen primaire en secundaire regels. Primaire regels zijn
gedragsregels voor de rechtssubjecten bijv. we moeten belasting betalen. Secundaire regels
zijn regels die gelden voor ambtenaren van IR (organisatie IR) Maar IR kent geen
internationale ambtenaren, dus het IR mist een kern om als rechtssysteem te functioneren.
De ontwikkeling van het internationaal recht
Internationale vrede en veiligheid
20e eeuw: twee wereldoorlogen.
De VN reguleert in het Handvest het gebruik van geweld. Er wordt een eind gemaakt aan
gebruik van militair geweld.
- Er geldt een geweldsverbod, maar uitzondering op zelfverdediging.
- Idee was om buiten geval van zelfverdediging een geweldsmonopolie toe te kennen
aan de Veiligheidsraad. Dit is niet helemaal uitgevoerd.
Dekolonisatie en zelfbeschikking van volkeren
- Begin 19e eeuw; Latijns Amerika
, - Begin 20e eeuw: Oostenrijks-Hongaarse, Ottomaanse rijk (Turkije over Noord afrika)
- Tweede helft 20e eeuw: Afrika en Azië
- Geografische uitbreiding: universaliteit internationaal recht
Dekolonisatie heeft belangrijke invloed gehad op zelfbeschikkingsrecht van volkeren
Mensenrechten 1948
Staten konden eerst doen wat ze wouden met hun onderdanen. 2e wereldoorlog heeft geleid
tot universele verklaring tot de rechten van de mens. Die is aangenomen door algemene
vergadering van VN. Deze verklaring is echter niet bindend, daarom zijn er verdragen
gekomen: EVRM 1950, vervolgens het Vluchtelingenverdrag 1951, vervolgens internationaal
verdrag voor burger en politieke rechten en IVESCR 1966.
Mensen zijn dus rechtssubjecten en hebben dus ook rechten door het internationaal recht.
Alleen wordt het inroepen van die rechten problematisch, als die rechten niet zijn erkend.
Internationaal strafrecht
Individuen hebben niet alleen rechten hebben, maar ook plichten onder IR recht. Deze
plichten dienen voor te gaan op nationaal recht. Duitsers zeiden bijv. dat een bevel een bevel
is. Voor het eerst in Neurenberg en Tokio tribunalen. Hierdoor kwam het idee om een
permanent strafhof op te richten voor alle landen het internationaal Strafhof 1998.
Internationaal milieurecht
Club van Rome waarschuwde dat industrie schade toebrengt aan het milieu. Staten gingen
zich hiermee bemoeien.
HC1B Staten, staatskarakter, erkenning, zelfbeschikking van volkeren
Staten als rechtssubjecten van internationaal recht
Rechtssubjecten zijn de personen/entiteiten die de bekwaamheid bezitten om deel te nemen
aan het rechtsverkeer in de internationale rechtsorde. ‘Rechtssubjectiviteit’ is dus de status
die het mogelijk maakt dat personen deelnemen aan het rechtsverkeer. Een persoon die
naar IR rechtssubjectiviteit bezit kan bijv. internationale rechtshandelingen verrichten,
rechten bezitten, afdwingen etc. Het betekent niet dat indien je de status hebt, het je ALLE
rechten en verplichtingen geeft (volledig (Staat) vs. Beperkt). Rechtssubjecten kunnen
verschillende rechten en plichten hebben.
Vroeger werd aangenomen dat alleen staten internationale rechtssubjecten zouden zijn en
dat de internationale rechtsorde dus alleen rechtsbetrekkingen tussen staten zou regelen. Dit
is achterhaalt. Andere rechtssubjecten van IR:
- Internationale (intergouvernementele) organisaties opgericht door staten of door
organisatie zelf opgericht bijv. VN, de EU en de Raad van Europa.
o Non-gouvernementele organisatie niet. Bijv. Greenpeace, Amnesty.
- Individuen: kunnen mensenrechten en plichten naar IR hebben.
- Volkeren: recht op zelfbeschikking
- Gewapende niet-statelijk actoren: opstandelingen, rebellen die zich verzetten tegen
de regering van het land. Internationaal humanitair recht
- Multinationals: ondernemingen die in meer dan 1 staat economisch actief zijn bijv.
Phillips. In beginsel alleen van nationale rechtsorde, maar aanvulling in IR.
Ondernemingen kunnen onder bepaalde verdragen mensenrechten hebben. Positie
is beetje onbekend.
- De heilige stoel: de paus van het Vaticaan. Diplomatieke betrekkingen met staten. Is
vaak aanwezig bij sluiten van verdragen.
Staten: Soevereiniteit
, Soevereiniteit betekent dat een staat formeel onafhankelijk is van andere staten. Elke staat
heeft het exclusieve recht om binnen zijn grondgebied publiek gezag uit te oefenen t.a.v. de
daar levende bevolking.
Staat wordt gekoppeld aan Franse auteur Jean Bodin. De staat kenmerkt zich door
soevereiniteit.
- Intern Hij had het over de absolute macht binnen een staat. Een persoon of groep
personen als soeverein over alle inwoners binnen de staat = interne claim van
autoriteit.
- Extern de ontkenning van hogere autoriteit en de staat is daarmee niet
onderworpen aan een externe autoriteit/hoger gezag
= onafhankelijkheid
Een absolute soevereiniteit zou meebrengen dat internationaal recht geen werking zou
hebben. Maar Staten erkennen het bindende karakter van het internationaal recht. Zelfs
‘schurksenstaten’ ontkennen niet dat ze gebonden zijn aan IR recht bijv. zelfs de Taliban.
Maar als schendingen van IR plaatsvinden, vinden ze altijd wel excuses te vinden bijv. die
regel die bestaat niet of ze interpreteren de regels anders.
Als alle staten soeverein zijn, dan moeten ze ook allemaal gelijk zijn. Beginsel van
soevereine gelijkheid van staten staat in art. 2 lid 1 Handvest. Dit staat voorop. Een gelijke
heeft geen gezag over een andere gelijke (wederzijds erkenning). Soevereiniteit uit zich in /
gevolgen:
- Als alle staten gelijk zijn aan elkaar, dan mogen staten geen rechtsmacht uitoefenen
over andere staten. Een staat kan bindende besluiten nemen t.a.v. (rechts)personen,
maar niet t.a.v. andere staten, tenzij deze daarmee heeft ingestemd bijv. verdrag.
- Bij onderhandeling van verdragen hebben alle staten 1 stem. Dan kan de 1 geen
macht hebben over een ander staat. Echter betekent juridische gelijkheid niet
politieke gelijkheid. Bijv. liechtenstein en china hebben 1 stem, maar niet gelijk
vanwege kernwapens.
- Het betekent in beginsel ook dat onder internationaal gewoonterecht alle staten
dezelfde rechten en plichten hebben. Dit is niet altijd zo.
o Sommige partijen accepteren bij verdragen een ongelijke positie. In art. 23 en 27
Handvest staat dat er permanente leden in de veiligheidsraad zitten van landen
VS en China. Ze hebben ook nog een veto-recht. Dus geen soevereine
gelijkheid van staten. Of non-proliferatie Verdrag: kernwapen staten vs niet-
kernwapen staten.
Dus soevereine gelijkheid in theorie, maar staten kunnen een ongelijke status aanvaarden
vooral bij verdrag. En dat is ook een teken van soevereiniteit, want je doet het uit eigen
beweging.
Kenmerken van de staat
Wanneer is sprake van een staat? En dus sprake van rechtssubjectiviteit? Dit staat in art. 1
Montevideo. Wat is de status van deze verdragsbepaling? Want een verdrag bindt alleen de
partijen. Dit verdrag heeft maar 17 partijen (is eigenlijk alleen voor Amerika).
De criteria gelden alleen voor de vorming van een staat, niet voor het voortbestaan van de
Staat (=presumptie van continuïteit). Er zijn ‘mislukte staten’ die zonder een centrale regering
‘functioneren’. Bijv. Somalië of Afghanistan. Deze blijven een staat zelfs als het centraal
gezag verloren gaat gedurende een bepaalde periode. Er zijn een aantal eilandstaten die
laag liggen en wat als zeespiegel stijgt? Als er geen grondgebied meer is zijn ze dan nog wel
staten? Er komt advies van intern. Gerechtshof.
Art. 1 Montevideo Convention 1933 criteria:
1. Een permanente bevolking