College 1: Introductie, ethiek en informatiebronnen
DeMatteo, D. J. D., Filone, S., LaDuke, C. (2011). Methodological, ethical, and legal considerations in
drug court research. Behavioral Sciences and the Law, 29, 806-820
Drug courts zijn de meest voorkomende van de gespecialiseerde rechtbanken in Amerika. Er is aangetoond dat
deze courts bijdragen aan het verminderen van drugsgebruik en criminele recidive. Het onderzoek hiernaar moet
echter dealen met een aantal methodologische, ethische en legale moeilijkheden waar in dit artikel meer over
wordt verteld.
Er bestaat een samenhang tussen het gebruik van middelen en criminaliteit. De strengere wetgeving sinds de
jaren 70 over drugs heeft helaas niet geleid tot een afname van drugsgebruik en criminele recidive. Om deze
reden zijn er interventies ontwikkeld voor middelengebruik. Ook zijn er drugsrechtbanken opgericht om criminele
overtreders die middelen gebruiken te behandelen.
Er zijn eigenlijk altijd twee tegengestelde benaderingen geweest:
• De ‘public safety’ benadering →vindt drugsgebruik een criminele daad die bestraft moet worden
• De ‘public health’ benadering → vindt drugsgebruik een medisch probleem dat behandeling verdient.
Omdat beide benaderingen niet tot een afname in drugsgebruik leidden, werden drugsrechtbanken ontwikkeld.
De ontwikkeling van drugsrechtbanken
Drugsrechtbanken zijn opgericht eind jaren ’80. In plaats van deze mensen alleen maar vast te zetten bieden
drugsrechtbanken behandeling, case management en sociale diensten onder nabije juridische supervisie.
Het is dus een middenweg tussen de public safety en public health benadering. Het blijkt dat dit een
effectieve aanpak is voor het verminderen van drugsgebruik en criminele recidive.
Deelname aan een drugsrechtbank is vrijwillig en duurt tussen de 4 maanden en één jaar. Overtreders die
het programma voltooien worden niet vervolgd of krijgen een vermindering in straf. Delinquenten die drugs
dealen of een gewelddadige criminele geschiedenis hebben, zijn uitgesloten van de drugsrechtbank. Er zijn
verschillende soorten drugsrechtbanken die zich richten op overtreders met speciale behoeften. Er zijn twee
hoofdtypen: pre-plea en post-plea. De eerste drugsrechtbank werd opgericht in 1989.
Effectiviteit van drugsrechtbanken
Drugsrechtbank is de meest effectieve interventie die gebruikt kan worden bij drugs-gerelateerde
overtreders. Het brengt een vermindering teweeg in drugsgebruik en criminele recidive. In vergelijking met
traditionele interventies in het criminele circuit is het een stuk goedkoper.
Methodologische uitdagingen
De gouden standaard is de Randomized Controlled Trial (RCT) waarbij participanten random toegewezen
worden aan een conditie (behandeling of controlegroep). Vaak is random toewijzing geen realistische optie.
Rechters willen dit meestal niet en ook heeft het ethische en wettelijke bezwaren. Daarnaast kan het een
bedreiging zijn voor de veiligheid wanneer hoog-risico delinquenten bijvoorbeeld minder zorg krijgen.
Indien men wel een RCT wil uitvoeren, zijn er verschillende strategieën voor onderzoekers:
• Het is belangrijk dat je alle verschillende belanghebbenden overtuigt van het belang van je onderzoek,
waarbij je goed duidelijk maakt wat het onderzoek op gaat leveren, wat je gaat doen om de veiligheid te
waarborgen en
• Meer aanhang wanneer je de standaard drug court behandeling vergelijkt met een groep die een
interventie krijgt aangeboden die eigenlijk nog beter is, want dan heeft in ieder gevaliedereen de
standaard drug court behandeling.
• Een commissie opzetten om toezicht te houden, zorgen voor veiligheid en voortgang in de
behandeling.
Als een RCT nog steeds niet mogelijk is, moet men indien mogelijk gebruik maken van een quasi-experimenteel
design.
Ethische uitdagingen
Een van de belangrijkste problemen is gerelateerd aan kwetsbaarheid. De groep mensen die meedoet aan een
drugsrechtbank is een kwetsbare groep vanwege hun afhankelijkheid van drugs, armoede, lage educatie,
instabiliteit in huisvesting, werkeloosheden hoge prevalenties van andere mentale stoornissen. Hier moet
rekening mee worden gehouden in onderzoek door maatregelen te treffen die de participanten beschermen.
Er moet extra bescherming zijn voor kwetsbare onderzoekparticipanten, dit geldt vaak voor drie groepen:
zwangere vrouwen, foetussen en vroeggeboren kinderen, gevangenen en kinderen. Individuen in de
drugsrechtbank worden echter niet gezien als gevangenen, aangezien ze niet gevangen zitten.
1
,Basis ethische principes
Het Belmont Report kent drie basisprincipes:
1. Respect voor personen: individuen moeten behandeld worden als autonome personen.
2. Liefdadigheid: is van belang bij het balanceren van de voor- en nadelen in de drugsrechtbank.
3. Rechtvaardigheid: gelijke behandeling.
Informed consent
Het verkrijgen van informed consent (toestemming) is essentieel in onderzoek om te waarborgen dat participatie
vrijwillig is. Er zijn echter verschillende eigenschappen van de drugsrechtbank die het geven van informed
consent kunnen verhinderen. Zo hebben mensen in drugsrechtbank heel vaak ook nog andere mentale
stoornissen en een lage educatie. Dit zorgt ervoor dat ze minder goed in staat zijn om een goede beslissing te
maken en de voor- en nadelen van het onderzoek tegen elkaar af te wegen.
• Hier kan rekening mee gehouden worden door bijvoorbeeld de consentformulieren in duidelijke taal te
beschrijven, ze voor te lezen de participant te vragen te herhalen wat er in het formulier stond om te
checken of ze het hebben begrepen.
Vrijwilligheid
Ook de vrijwilligheid van deelname aan onderzoek kan verhinderd worden in de drugsrechtbank. Participanten
kunnen bijvoorbeeld denken dat deelname aan het onderzoek een verplicht onderdeel uitmaakt van het
programma. Of ze doen mee aan het onderzoek om hun naasten of de rechter te pleasen.
• Het is belangrijk dat onderzoekers benadrukken dat het niet verplicht is om mee te doen en dat
deelname geen invloed heeft op het strafproces van de persoon.
• Om deze reden is de Coercion Assessment Scale (CAS) ontwikkeld waarmee gekeken kan worden
naar de mate van dwang die iemand ervaart.
Motieven
De zorg om motieven hangen samen met de zorgen om vrijwilligheid. Bijvoorbeeld een vermindering straf kan
een sterk motief zijn om deel te nemen aan onderzoek in de drugsrechtbank. Een ander motief kan bijvoorbeeld
financieel zijn, wanneer iemand betaald wordt voor deelname. Dwangmatige motieven moeten te allen tijde
vermeden worden in onderzoek, maar wel blijkt dat participanten van drugsrechtbanken niet negatief beïnvloed
worden door financiële compensatie (het leidt juist tot gewenste effecten).
Wettelijke uitdagingen
Criminelen hebben bepaalde wettelijke rechten. Het random toewijzen van cliënten aan verschillende
behandelcondities kan conflicteren met deze rechten:
• Eerlijk proces: verdachten hebben recht op een adequaat proces waar zij o.a. gehoord worden.
• Gelijke bescherming: men heeft het recht gelijk behandeld en beschermd te worden.
Conclusie
Onderzoekers die werken met cliënten uit drugsrechtbanken worden geconfronteerd met verschillende
uitdagingen die kunnen zorgen voor problemen in het doen van onderzoek naar de effectiviteit van
drugsrechtbanken. Desondanks kan er toch betekenisvol onderzoek gedaan worden door gebruik te maken van
een onderzoeksdesign dat niet conflicteert met de rechten van verdachten.
Het is belangrijk te bedenken dat niet de onderzoekers, maar de drugsrechtbank zelf verantwoordelijk is voor de
rechten van de mensen die aan een drugs court programma meedoen. Er zijn echter wel een paar dingen die
onderzoekers kunnen doen om de rechten van participanten te beschermen:
• Veel aandacht besteden aan informed consent, inclusief duidelijke voor- en nadelen van deelname
aan de studie
• Zorgen voor een comité wat toezicht houdt op het onderzoek en of participanten geen nadelige
effecten van het onderzoek ondervinden
Edens, J. F., Epstein, M., Stiles, P. G., Poythress, N. G. (2011). Voluntary consent in correctional
settings: Do offenders feel coerced to participate in research? Behavioral Sciences and the Law, 29,
771-795
Inleiding
Een belangrijk ethisch probleem bij onderzoek onder gedetineerden is de aanwezigheid van dwangmatige
invloeden die invloed kunnen hebben op hun capaciteit vrijwillig toestemming te geven om mee te doen aan
onderzoek. Hier is tot nu toe weinig onderzoek naar gedaan. In dit onderzoek wordt daarom gekeken in welke
mate delinquenten uit verschillende groepen dwang ervaarden die beslissend is voor hun deelname in een
onderzoek.
Toestemming om te participeren in onderzoek
In 1970 werd het Belmont Report opgesteld met drie ethische basisprincipes: respect voor personen,
liefdadigheid en rechtvaardigheid. Ook werden vrijwilligheid en informed consent belangrijke begrippen.
2
, Twee belangrijke componenten van valide consent zijn dat individuen geïnformeerd worden en dat het
vrijwillig is.
• Bij geïnformeerd worden gaat het over het bieden van relevante informatie die ook daadwerkelijk
begrepen kan worden, zodat een persoon een zelfstandige beslissing kan maken over het dan wel
niet deelnemen aan het onderzoek.
• Bij vrijwilligheid gaat het over de autonomie van een persoon: de capaciteit tussen opties te kunnen
kiezen zonder dwang of verleiding.
Onderzoek naar de capaciteit van beslissingen maken en consent
Er zijn vier potentiële indicatoren van de capaciteit om consent te geven voor een behandeling:
1. Vermogen om een keuze uit te drukken.
2. Vermogen om informatie te begrijpen (cognitief).
3. Vermogen om de toepassing en relevantie van informatie te waarderen in het kader van iemand zijn
eigen omstandigheden en situatie.
4. Vermogen om relevante informatie te kunnen manipuleren (bv. voor- en nadelen afwegen).
Onderzoek naar vrijwilligheid en consent
Er is weinig onderzoek gedaan naar de factoren die invloed kunnen hebben op de vrijwilligheid om deel te
nemen aan onderzoek.
Methode
Deze studie kijkt naar de visie en percepties van gedetineerden uit verschillende settings op deelname aan
onderzoek. De steekproef bestond uit meer dan 600 mannen en vrouwen uit gevangenissen in Amerika.
Discussie
• Uit het onderzoek blijkt dat over het algemeen de participanten een autonome keuze maakten voor
het meedoen aan de studie en dat zij zich in deze beslissing niet gedwongen voelden. Dit was
onafhankelijk van de residentiële status van de participant.
• Het grootste deel van de participanten gaf aan controle te hebben over het proces van
beslissingen maken m.b.t. onderzoeksparticipatie.
• Vrouwen rapporteerden vaker onwettige dwang te ervaren dan mannen in de gevangenis, maar dit
was omgekeerd voor mannen en vrouwen in settings in de gemeenschap.
• Vrouwen gaven tevens aan vaker beïnvloed te worden door aanbiedingen van voordeel dan
mannen.
• Er was een grotere druk niet deel te nemen aan medische studies dan aan sociale-
gedragsstudies.
Beperkingen van huidig onderzoek:
• De resultaten van deze studie vertellen ons iets over de waargenomen dwang, maar niet over de
daadwerkelijke dwang.
• Data is alleen verkregen in twee zuidelijke staten van Amerika dus is misschien niet
generaliseerbaar
Poythress, N., Epstein, M., Stiles, P., & Edens, J. F. (2011). Awareness of the Tuskegee Syphilis Study:
Impact on offenders’ decisions to decline research participation. Behavioral Sciences and the Law,
29, 821-828
Etnische minderheidsgroepen zijn vaak ondervertegenwoordigd in onderzoek, vooral in biomedische
studies en klinische trials. Dit leidt tot gevaren voor de generaliseerbaarheid van onderzoekbevindingen en kan
leiden tot slechtere kwaliteit gezondheidszorg voor minderheidsgroepen. Minderheidsgroepen hebben
minder vertrouwen in onderzoek en onderzoekers. Hierbij speelt het Tuskegee Syphilis Study (TSS)
waarschijnlijk een rol.
• Dit was een 40-jaar durend onderzoek onder 399 donkere mannen die gediagnosticeerd waren met
syfilis. Beschikbare behandeling werd deze mensen onthouden zodat er onderzoek gedaan kon worden
naar syfilis.
Het Tuskegee syfilis experiment wordt gezien als het symbool van wantrouwen jegens de medische wereld
3