Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: BIJZONDERE OPDRACHTEN..............................................................2
HOOFDSTUK 2: CONTROLE BEGINBALANS – STANDAARD 510....................................7
HOOFDSTUK 3: BIJZONDERE OVERWEGINGEN BIJ CONTROLES VAN FINANCIËLE
OVERZICHTEN – STANDAARD 8XX..........................................................................10
HOOFDSTUK 4: ASSURANCEOPDRACHTEN ANDERS DAN OPDRACHTEN TOT CONTROLE
OF BEOORDELING VAN HISTORISCHE FINANCIËLE INFORMATIE - STANDAARD 3000A
EN STANDAARD 3000D.........................................................................................14
HOOFDSTUK 5: ONDERZOEK VAN TOEKOMSTGERICHTE FINANCIËLE INFORMATIE –
STANDAARD 3400................................................................................................18
HOOFDSTUK 6: ASSURANCERAPPORTEN INZAKE DE BEHEERSINGSMAATREGELEN BIJ
EEN SERVICEORGANISATIE – STANDAARD 3402......................................................21
HOOFSTUK 7: ASSURANCEOPDRACHTEN INZAKE EMISSIEVERSLAGEN – STANDAARD
3410................................................................................................................... 24
HOOFDSTUK 8: ASSURANCEOPDRACHTEN INZAKE MAATSCHAPPELIJKE VERSLAGEN –
STANDAARD 3810N.............................................................................................. 27
HOOFDSTUK 9: ASSURANCE- EN OVERIGE OPDRACHTEN MET BETREKKING TOT
PROSPECTUSSEN – STANDAARD 3850N..................................................................31
HOOFDSTUK 10: OPDRACHTEN TOT HET VERRICHTEN VAN OVEREENGEKOMEN
SPECIFIEKE WERKZAAMHEDEN – STANDAARD 4400N.............................................34
HOOFDSTUK 11: TRANSACTIEGERELATEERDE ADVIESDIENSTEN – STANDAARD 5500N
........................................................................................................................... 36
HOOFDSTUK 12: SCHADEONDERZOEKEN...............................................................40
HOOFDSTUK 13: FRAUDEONDERZOEKEN...............................................................43
1 |
,Hoofdstuk 1: Bijzondere opdrachten
De opdrachten die een accountant kan uitvoeren zijn opgenomen in onderstaand figuur.
Soort Type opdracht Onderzoeksobject Soort Standaard Voorbeelden Hoofdstuk
opdracht werkzaamheden
Regulier Historische Controle 200-270 Controle van 1
financiële jaarrekening
informatie
Beoordeling 2400/2410 Beoordelen van
jaarrekening
Bijzonder Historische Controle 510 Zelfstandig balans- 2
financiële onderzoek
informatie 800/805/ Subsidie-controle, 3
810 controle van een
Assurance opdrachten
samengevatte
jaarrekening
Beoordeling 2400/2410 Beoordeling
halfjaarcijfers
Bijzonder Anders dan Controle en/of 3000, 3400, Assurance-opdracht 4-9
historische beoordeling 3402, 3410, inzake prognoses,
financiële 3420, 3810N, maatschappelijk
informatie 3850N verslag,
emissieverslag,
prospectus,
beheersings-
maatregelen van
een service-
organisatie
Bij- Aan Financiële Verrichten van 4400N Onderzoek 10
zonder assuranc informatie overeengekomen onkostendeclaraties
e specifieke
verwant werkzaamheden
Samenstellen 4410 Samenstellen van
Non-assuranceopdrachten
jaarrekening
Bijzonder Financiële en niet- Advies 5500N Adviesopdracht 11
financiële inzake
informatie over kredietaanvraag,
transacties due-
dilligenceonderzoe
k
Bijzonder Andere specifieke Diverse soorten Afhankelijk Fraudeonderzoek, 12-13
informatie werkzaamheden van soort schadeonderzoek,
werkzaamheid surseance van
betaling,
faillissement
Of de bijzonder opdracht een assuranceopdracht dan wel een niet-assuranceopdracht is, heeft invloed op
de opdrachtacceptatie, de te verrichten werkzaamheden, de rapportage en de verspreidingskring.
Assuranceopdracht = een professionele dienst waarbij een accountant voldoende en geschikte assurance-
informatie wil verkrijgen om een conclusie tot uitdrukking te brengen om de mate van vertrouwen van de
beoogde gebruikers, niet zijnde de verantwoordelijke partij, in de uitkomst van de meting of evaluatie
van het onderzoeksobject ten opzichte van criteria, te versterken.
2 |
,3 |
, Opdrachtacceptatie
Bij de acceptatie van bijzondere opdrachten is de accountant altijd gebonden aan de Verordening gedrags-
en beroepsregels accountants (VGBA) en de daarin opgenomen fundamentele beginselen. Daarnaast houdt
de accountant bij de uitvoering van assuranceopdrachten en/of de samenloop met assuranceopdrachten
rekening met de onafhankelijkheidsvoorschriften zoals opgenomen in de Verordening inzake de
onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO). De ViO verbiedt een accountant die een
organisatie van openbaar belang (OOB) controleert ook advieswerkzaamheden te verrichten. Bij niet OOB-
organisaties is het verboden om naast de jaarrekeningcontrole ook bijzondere opdrachten uit te voeren
die een materiële impact hebben op een jaarrekeningpost en waarbij sprake is van subjectieve
oordeelsvorming (> zie ook hoofdstuk 4 en 5 van Grondslagen van Auditing & Assurance).
De accountant beoordeelt bij de aanvaarding van een nieuwe bijzondere opdracht de soort opdracht, de
achtergrond van de cliënt en een eventueel reeds bestaande cliëntrelatie. Eventuele maatregelen (bij
bedreiging in het kader van de VGBA/ViO:
- Het laten uitvoeren van de bijzondere opdracht door een ander team, desnoods van een andere
vestiging;
- Het laten beoordelen van de controlewerkzaamheden door een andere niet bij de
controleopdracht betrokken partner;
- Wanneer noodzakelijk de opdracht laten uitvoeren door een andere accountant.
De accountant houdt daarnaast bij de opdrachtacceptatie van bijzondere opdrachten rekening met de
perceptie van het maatschappelijk verkeer over de rol die hij heeft.
Belangen, tendenties en onderzoeksrichtingen
De belangen van de opdrachtgever bij de uit te voeren bijzondere opdracht zijn bepalend voor de te
verrichten werkzaamheden, omdat deze de tendenties van het onderzoek en daarmee samenhangend de
onderzoeksrichtingen bepalen.
Materialiteit bij bijzondere opdrachten
De materialiteit is bij bijzondere opdrachten vaak afhankelijk van de eisen van derden. Daarnaast hangt
de materialiteit samen met het onderzoeksobject.
- Onderzoek van financiële informatie die slechts een andere detaillering is van een enkele
jaarrekeningpost > relatief lage materialiteit;
- Toekomstgerichte financiële informatie > relatief hoge materialiteit (allemaal schattingen).
Rol van interne beheersing
De accountant voert bij bijzondere opdrachten vooral gegevensgerichte werkzaamheden uit, omdat het
onderzoeksobject meestal alleen voor dat doel is opgesteld en daarvoor geen ‘gebruikelijke’ interne
beheersingsmaatregelen zijn geïmplementeerd (vaak eenmalige opdracht > interne beheersing niet
kunnen toetsen). Wel enig inzicht in de interne beheersing > bijvoorbeeld totstandkoming prognose.
Inzet van interne en externe deskundigen
Vaak is voor de uitvoering van bijzondere opdrachten specifieke deskundigheid vereist > inschakelen
interne of externe deskundige. De accountant stelt vast:
- Competentie (niveau van deskundigheid), capaciteiten en objectiviteit;
- Bij de evaluatie van de werkzaamheden van de deskundige betrekt de accountant de bevindingen
en conclusies van de deskundige, de beoordeling van de redelijkheid van de gebruikte
veronderstellingen en methoden alsook de relevantie, de volledigheid en het accuraat zijn van de
brongegevens (ongedeelde verantwoordelijk accountant/ interne deskundige medeondertekenen).
-
4 |