Hoofdstuk 8
Hormonen spelen een rol bij voortplanting, groei en ontwikkeling, afweer en celstofwisseling
Wetenschappelijk studie van hormonen en hormoonorganen = endocrinologie
Hormonen = chemische stoffen die door hormoonproducerende organen worden
aangemaakt en uitgescheiden. Ze hebben invloed op de stofwisseling en activiteit van cellen
in het lichaam die gevoelig zijn voor hormonen. Worden getransporteerd door bloed. Ze
komen bij alle organen maar ze reageren er niet allemaal op -> alleen respectievelijke
doelorganen/doelcellen. Belangrijkste hormoonorganen: hypofyse, schildklier, bijschildklier,
bijnieren, alvleesklier, geslachtsklieren (eierstokken en teelballen). Hypothalamus ook.
Hormonen kunnen:
- Doorlaatbaarheid van plasmamembraan veranderen
- Enzymen activeren of deactiveren
- Celdeling stimuleren of remmen
- Afscheiding van een product (bv. eiwit of enzym) bevorderen of remmen
Hormoonklieren: organen die hormonen maken
Hormoonspiegel: concentratie van hormonen in het bloed. Word op 2 manieren geregeld:
1. Via een hormoon met tegengestelde werking (insuline en glucagon)
2. Door middel van negatieve feedback/terugkoppeling: het hormoon veroorzaakt een
reactie in het lichaam zoals de productie van een bepaalde stof. Als er genoeg van die
stof is remt die de aanmaak van het hormoon.
Meest voorkomende manieren waarop hormoonklieren worden aangezet tot productie:
Hormonaal: andere hormonen zetten een hormoonorgaan tot actie aan
Humoraal: via bloed. Laag gehalte aan calcium in haarvaten van bijschildklieren veroorzaakt
afgifte van PTH door bijschildklieren -> calciumgehalte neemt toe = PTH stopt. Andere
hormonen die vrijkomen bij humorale prikkels zijn calcitonine en insuline.
Neuraal: via zenuwstelsel. Zenuwvezels stimuleren de afgifte van hormonen.
Hypothalamus is een structuur aan de onderkant van de tussenhersenen. Maakt releasing
(vrijmakende) hormonen aan – stuurt onwillekeurig zenuwstelsel aan – is centrum voor veel
emoties. Hypofyse zit met steeltje aan onderkant van hypothalamus. Heeft voorkwab die
hormonen produceert en achterkwab die hormonen uit hypothalamus opslaat. Die
hormonen zijn: oxytocine en ADH. Via zenuwcellen komen ze in de achterkwab terecht.
Oxytocine alleen heel veel bij bevalling en geven van borstvoeding. Daarnaast werkt het
als neurotransmitter in de hersenen (ook bij mannen), en stimuleert sociale contacten,
vriendschappen, seksualiteit, romantische verbinden etc. (knuffelhormoon)
ADH antidiuretisch hormoon. Zet nieren aan tot weer opnemen en vasthouden van water
= hoeveelheid urine neemt af en is geconcentreerder. Bloedvolume neemt toe en bloeddruk
stijgt, doordat het zorgt voor vernauwing van de kleine slagaders.
Hypofysevoorkwab produceert 6 verschillende hormonen:
Groeihormoon (GH) -> zorgt voor het groeien
Prolactine (PRL) -> borstontwikkeling (functie bij mannen is onbekend)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nverduijn. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,57. Je zit daarna nergens aan vast.