100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Visies op de stad €6,29
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Visies op de stad

 27 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is een samenvatting van het boek Visies op de stad. Van tuindorp tot smart city. Er zijn ook andere dingen in verwerkt die de docent als aanvulling op het boek heeft gegeven. Achter elk hoofdstuk staan een aantal begrippen en kerngedachten van het hoofdstuk opnieuw genoemd of uitgelegd. Let op...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 6, 7, 9.1-9.3, 10, 11.1-11.4
  • 16 november 2023
  • 18 november 2023
  • 36
  • 2023/2024
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (4)
avatar-seller
alinevanetten

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 40 Oefenvragen
€4,89 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Van wie is de volgende definitie van een stad? Voor sociologische doeleinden kan een stad worden gedefinieerd als een relatief grote, dichtbevolkte en permanente nederzetting van sociaal gezien heterogene individuen. A. Louis Wirth B. Michel Foucault C. Max Weber D. Henri Lefebvre (H1)

Antwoord: A. Louis Wirth

2.

Waarom is de moderne stad volgens Cedric Price (1998) te vergelijken met een roerei? A. Er is geen onderscheid meer tussen verschillende gebieden in een land; stad en dorp zijn hetzelfde B. De kern en periferie lopen volledig in elkaar over C. Pas in de moderne stad hebben ze roereieren uitgevonden D. Er is een kern en een afbakening daarvan zichtbaar (H1)

Antwoord: B. De kern en periferie lopen volledig in elkaar over

3.

Bij welke antwoordmogelijkheid hebben de genoemde begrippen een kloppende relatie met elkaar? A. Gemeinschaft (Tonniës) --- Marxisme (Marx, Engels) B. Gesellschaft (Tonniës) --- Mechanische solidariteit (Durkheim) C. Marxisme (Marx, Engels) --- Panopticum (Bentham) D. Organische solidariteit (Durkheim) --- Gesellschaft (Tonniës) (H2)

Antwoord: D. Organische solidariteit (Durkheim) --- Gesellschaft (Tonniës)

4.

In welke zone van het concentrisch zonemodel (Chicago school) zul je veel mensen uit de middenklasse vinden? A. Zone 1 B. Zone 2 C. Zone 3 D. Zone 4 (H2)

Antwoord: C. Zone 3

5.

Wat is een satellietstad? A. Een kleine stad B. Een technologische stad C. Een uitgebreide stad D. Een voorstad (H1)

Antwoord: D. Een voorstad

6.

Aan welke van onderstaande criteria moet een stad zeker voldoen? A. Minimaal 50.000 inwoners B. Stadsrechten C. Stadsmuren D. Geen hiervan is verplicht (H1)

Antwoord: D. Geen hiervan is verplicht

7.

Wat is het Marxisme? A. De voordelen van een gezamenlijke samenleving van de werkende en de bezittende klasse B. Een religie in de negentiende eeuw C. De klassenstrijd tussen de werkende en de bezittende klasse D. De weerslag van kapitalistische relaties op de ruimte (spatial fix) (H2)

Antwoord: C. De klassenstrijd tussen de werkende en de bezittende klasse

8.

Welke omschrijving past het beste bij het begrip suburbanisatie? A. Massale trek van dorpsbewoners naar de stad B. Vernieuwing van het stratenplan van een stad C. Vertrek uit de stad D. Geen van bovenstaande (H2)

Antwoord: C. Vertrek uit de stad

9.

Welke van de volgende begrippen wordt NIET genoemd in hoofdstuk 3? A. Kapitalistische stroming B. Kapitalistische dienstenstad C. Kapitalistische economie D. Kapitalistische toeristenstad (H3)

Antwoord: A. Kapitalistische stroming

10.

Stelling 1: Door de industriële revolutie trokken veel mensen naar de stad Stelling 2: Het kapitalisme zorgde voor een omslag van geld als ruilmiddel naar geld als bezit A. Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist B. Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist C. Stelling 1 en 2 zijn beide juist D. Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist (H3)

Antwoord: C. Stelling 1 en 2 zijn beide juist

Hoofdstuk 1; De stad is vele steden



Tegenwoordig woont het merendeel van de wereldbevolking in steden. Wat is een stad eigenlijk?
Volgens Halbertsma & Van Ulzen (2008) was in de oudheid een stad een afgegrensde nederzetting
met mensen en markten. In die tijd waren steden relatief klein. Een plaats met 30.000 inwoners was
in die tijd een grote stad. Het is lastig om één definitie van de stad te geven, daarom gaan er ook
meerdere genoemd worden. Er zijn een aantal dingen die gebruikt worden om een stad te
definiëren. Zo waren steden vroeger duidelijk afgebakend met stadsmuren en hadden ze
stadsrechten. Inmiddels zijn deze beide punten zeker niet meer leidend. De ligging van de potentiële
stad is ook belangrijk. Waar we in Nederland Amsterdam al groot vinden, met zo’n 750.000
inwoners, is dat niets in vergelijking met steden als Shanghai (24 miljoen inwoners) of London (7,5
miljoen inwoners). Daarom zegt Claassen (2008) dat het aantal inwoners dat een plaats nodig heeft
om een stad te heten samenvalt met de bevolkingsdichtheid in een stad. Zo ligt de ondergrens in
Scandinavië bij 200 inwoners. Daar focust men meer op het voorzieningenniveau. In Japan
daarentegen moet een plaats minimaal 100.000 inwoners hebben voor het een stad mag heten. Deze
internationale verschillen maken het lastig om internationaal vergelijkend stedenonderzoek te doen.

Stadsgeografen vinden andere criteria voor een stad ook belangrijk, vooral de economische,
ruimtelijke en sociale criteria. Hierbij kijken ze naar zowel de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten.
Op economisch vlak is een duidelijk verschil te zien tussen steden en dorpen; in steden werkt het
grootste gedeelte in de (zakelijke) dienstverlening en bijna niet in de landbouw. In een dorp echter
werken vaak veel meer mensen in de landbouw. Op het ruimtelijke gebied is te zien dat er in de stad
veel meer verticale bebouwing, dus hoogbouw is. In een dorp is dit veel minder. In sociale zin is het
zo dat de sociale structuur erg verschilt. In steden is er meer diversiteit in culturen, leefstijlen en
huishoudvormen dan in dorpen. Ook de functie van stad en dorp verschilt. Een stad heeft vaak van
alles te bieden voor haar inwoners én mensen uit de omgeving: woon- en werkgelegenheid,
studiemogelijkheden en recreatie zoals winkelen. In een dorp is deze combinatie van functies zelden
terug te vinden.

Louis Wirth is was een Amerikaanse socioloog. Hij wilde in zijn essay Urbanism as a way of life (1938)
op zoek naar de sociologische definitie van de stad. Hij vindt het te willekeurig om slechts ruimtelijke,
economische of statistische criteria te gebruiken, omdat er altijd wel een stad te vinden is die hier
niet aan voldoet maar toch wel een stad is. Hij stelt daarom dat een goede definitie van een stad een
aantal dingen vaststelt, maar alsnog voldoende ruimte overlaat voor variatie tussen steden. Hij komt
dan ook met de volgende definitie: Voor sociologische doeleinden kan een stad worden gedefinieerd
als een relatief grote, dichtbevolkte en permanente nederzetting van sociaal gezien heterogene
individuen.

Er zijn in verschillende perioden verschillende soorten steden geweest. Eerst was er de
middeleeuwse handelsstad. In hoofdstuk 3 wordt deze stad de premoderne stad genoemd. Een
middeleeuwse handelsstad was in die tijd het centrum van de handel. Halverwege de achttiende
eeuw ontstonden de eerste industrie- en havensteden, in hoofdstuk 3 de moderne stad.
Industriesteden zijn steden die in korte tijd heel groot zijn geworden door de industriële revolutie.
Een havenstad is vaak ook snel gegroeid, maar dan doordat deze stad aan een belangrijke haven lag
en daarmee een belangrijke handelspositie vervulde. De laatste stad is de dienstenstad, in hoofdstuk
3 is dit de postmoderne stad. In een dergelijke stad is het grootste gedeelte van de bevolking actief in
de dienstensector. De dienstensector levert vooral diensten, zoals zorg of advies, in plaats van
producten.

,Een satellietstad, ook wel een voorstad genoemd, is een wat kleinere stad die dicht bij een grotere,
belangrijke stad ligt. Hoewel deze stad een eigen stadsbestuur heeft, wordt deze toch vaak bij de
grotere stad gerekend. Een metropool is een grote stad met meer dan een miljoen inwoners. Deze
stad bestaat uit een zeer grote stad en bijgelegen stedelijke gebieden. Er wordt onderscheid gemaakt
tussen een metropool met een hoge en lage dichtheid.

Vanwege de omvang van de stad is het onmogelijk alle inwoners te kennen. Je bent er relatief
anoniem. Lévi Weemoedt schreef hierover: In de stad zie je veel mensen weinig, in een dorp weinig
mensen veel.

Wirth schreef over de heterogeniteit, of diversiteit, van de stadsbewoners. Ondanks dat deze
diversiteit soms tot multiculturele problemen leidt, zorgt die er ook voor dat de in de stad vaak de
wereld in het klein vindt.

Iets anders dat kenmerkend is voor een stad is de vergaande specialisatie die er te vinden is.
Hierdoor ontstaat er ook wederzijdse afhankelijkheid. In een dorp is nog wel eens te zien dat er
enkele personen zijn die verantwoordelijk zijn voor een groot aanbod van producten of diensten. In
de stad is dit veel minder. Bewoners zijn gespecialiseerd in iets, maar hebben weinig tot geen
verstand van een ander vakgebied. Daarvoor hebben ze medestadsbewoners nodig.

In een nieuw stuk van Wirth, Rural-Urban Differences, heeft hij het over het verschil tussen stad en
platteland. Anderen zouden dit volgens hem te sterk aanzetten. Door de steeds verder opkomende
technologie kregen dorpsbewoners steeds meer mee van het stadsleven. Aan de andere kant waren
er achterstandswijken van steden die, vergeleken met andere delen van de stad, zo weinig
voorzieningen hadden dat ze wel een dorp leken. Wirth stelt daarom voor om voortaan te spreken
van stedelijke en landelijke gemeenschappen.

Net als Wirth stelt Groenman (1956) dat de grenzen tussen stad en platteland steeds meer vervagen.
Door de opkomst van de auto en moderne communicatietechnieken kan je vanuit een dorp steeds
verder komen. Nu de dorpsbewoner kan zien hoe de stedeling leeft wil hij dat zelf ook. Hierdoor zou
volgens Groenman het traditionele plattelandsleven onder druk komen te staan. Inmiddels heeft,
gemiddeld gezien, elk huishouden een auto, waar we, ten opzichte van 1960, steeds verder en vaker
mee rijden. Waar we eerst niet verder kwamen dan onze woonplaats, maken we nu gebruik van een
‘palet van plekken’ om te wonen, werken en recreëren. De Engelse architect Cedric Price (1998)
vergeleek de stad door de jaren heen met verschillende varianten van een ei. Waar de stad in de
oudheid te vergelijken was met een gekookt ei, een duidelijke kern en de afbakening daarvan, leek
deze in de zeventiende tot negentiende eeuw meer op een gebakken ei, de kern is er nog maar er is
meer overlap met het platteland, is de moderne stad te vergelijken met een roerei, waar stad en
platteland volledig door elkaar lopen.

Stedenbouwkundigen hebben het al langer over de opkomst van de metapolis, Zwischenstadt, poly-
nuclear city en post-urban city. Hierbij is de kerngedachte dat stad en land aaneengroeien in een
soort tussenstad, waarin centrum en periferie, buitengebied van de stad, hun betekenis verliezen.
Hier houden krimp en groei elkaar in stand.

Tegenwoordig is te zien dat activiteiten die eerst alleen in het platteland werden gevonden ook
steeds meer in steden tevoorschijn komen. Voorbeelden hiervan zijn natuur, duurzaamheid en
sportieve activiteiten. Andersom blijkt dat plattelandsbewoners juist minder vaak de fiets pakken dan
in de stad. Door deze ontwikkelingen is de grens tussen stad en land steeds minder duidelijk te
trekken. De stad is dan wel in opmars, maar ook het platteland is sterk aan het verstedelijken.

,De stad is niet door één sociale wetenschap te beschrijven. Ze wordt vanuit elk oogpunt anders
bekeken en ervaren. Eigenlijk is elke algemene visie op de stad te wantrouwen; voor een goed begrip
is het noodzakelijk om de bijzonderheden van plaats en tijd te beschouwen.

, Definitie stad:

Afgegrensde nederzetting met mensen en markten (Halbertsma & Van Ulzen 2008)

Voor sociologische doeleinden kan een stad worden gedefinieerd als een relatief grote, dichtbevolkte
en permanente nederzetting van sociaal gezien heterogene individuen (Louis Wirth, 1938)



De stad is te vergelijken met een ei; in de oudheid een gekookt ei met een duidelijke kern In de
zeventiende tot negentiende eeuw was de stad te vergelijken met een gebakken ei, er is een kern
maar ook overlap met het platteland De moderne stad lijkt op een roerei; stad en platteland lopen in
elkaar over (Cedric Price, 1998)

Kenmerkend voor een stad:

Bevolking: relatief grote omvang, heterogeen, wederzijdse afhankelijkheid, hoge dichtheid

Veelzijdigheid aan voorzieningen

Anoniemere en vluchtigere contacten



Soorten steden:

Middeleeuwse handelsstad

Industrie-havenstad

Dienstenstad

Satellietstad

Metropool (hoge dichtheid vs. lage dichtheid)



1200-1850: middeleeuwse handelsstad (premoderne stad)

1850-1950: industrie- en havenstad (moderne stad)

1950-heden: dienstenstad (postmoderne stad)



Begrippen:

Periferie: buitengebied, randgebied

Urbanisatie: trek naar steden, verstedelijking

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper alinevanetten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,29. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,29
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd