H37 Nutriënten voor planten
p. 857 t/m 873
H37.1 De Bodem
De textuur van de bodem wordt voornamelijk bepaald door de grootte van de deeltjes ervan.
Deze deeltjes zijn afkomstig van de erosie van steen wat op verschillende manieren
veroorzaakt kan worden: Bevriezen van water, zwakke zuren, wortels kunnen steen breken
en zorgen voor erosie, daarnaast scheiden de wortels ook zwakke zuren uit.
De bodem bestaat uit verschillende lagen, ook wel bodemhorizonten, met als bovenste laag
de toplaag, welke het meest vruchtbaar is.
De toplaag
- Anorganische Componenten. De toplaag bestaat uit verschillende
componenten, waaronder: afgebroken steen, levende organismen en verterend
materiaal. Hierdoor is het ook de meest vruchtbare laag. De
meeste bodemdeeltjes zijn negatief geladen waardoor er weinig
anionen (negatief geladen ionen) kunnen binden. Deze anionen
gaan dus makkelijk verloren aan de doorstroom van water.
Positieve ionen (Kationen), zoals kalium, calcium en magnesium,
binden wel makkelijk aan bodemdeeltjes. Deze worden door
wortels opgenomen d.m.v. kationwisseling. Een wortel scheidt
zuren uit waardoor de negatieve lading van de bodemdeeltjes
geneutraliseerd wordt, waardoor de kationen aangetrokken
worden door de wortels, en zo opgenomen kunnen worden.
- Organische Componenten Het grootste deel van de toplaag bestaat uit
Humus, de overblijfselen van de vertering van bladeren, organismen, uitwerpselen en
andere restproducten van bacteriën en schimmels. Humus voorkomt dat de bodem
samenklontert waardoor water niet kan wegstromen. Naast humus zijn er nog andere
organische componenten zoals levende organismen. Aardwormen bijvoorbeeld
zorgen voor het mixen van de toplaag en zorgen dus voor betere beluchting en
waterafvoer. Ditzelfde geldt voor wortels, die de bodem ook deels omwoelen.
Daarnaast, zoals eerder verteld, secreteren wortels ook zuren en zorgen voor een
lagere ph
Behouden van een vruchtbare bodem
- Irrigatie is een manier om de bodem zo vruchtbaar mogelijk te houden. Water is
namelijk de meest beperkende factor voor planten. Vaak wordt voor irrigatie een
ondergrondse bron gebruikt. Gevolgen hiervan zijn dat er een holte ontstaat wat kan
zorgen voor land verzakkingen, Daarnaast is ondergronds bronwater rijk aan zout,
wat zorgt voor verzilten omdat het geïrrigeerde water verdampt waardoor het zout
overblijft. Gevolg hiervan is dat de waterpotentiaal van de bodem negatiever wordt
waardoor de plant moeilijker water op kan nemen.
, - Bemesting is nodig wanneer je lang op een stuk land een gewas verbouwt. De
bodem wordt steeds minder rijk aan nutriënten. Bemesting zorgt voor de nodige
mineralen zoals: Stikstof, fosfaat en kalium. Op verpakking van kunstmest vaak
uitgedrukt als de NPK-ratio, wat aangeeft hoeveel procent van elk mineraal het
bevat. Organische bemesting, zoals vismeel en compost, heeft als beperkende factor
dat het eerst nog omgezet moet worden naar anorganische mineralen. Verder kan
bemesting eutrofiering tot gevolg hebben. Wanneer de overgebleven mineralen
worden weggespoeld en terecht komen in een meer bijvoorbeeld, zullen de algen
daar een overvloed aan mineralen hebben.
- De pH is sterk van invloed op de vruchtbaarheid van de bodem. Hoe hoger de pH,
hoe lager de [H+], hoe moeilijker de wortels kationen op kunnen nemen. Daarnaast,
hoe lager de pH, hoe hoger de [H+], hoe makkelijker de wortels kationen op kunnen
nemen, maar hoe moeilijker ze anionen op kunnen nemen. Dus, per gewas moet de
pH van de bodem perfect afgestemd zijn, om alle benodigde mineralen op te kunnen
nemen.
Wanneer de pH lager dan 5 is, worden er aluminium ionen opgenomen door de
wortels, welke giftig zijn. Sommige planten kunnen dit tegengaan door anionen uit te
scheiden die aluminum onschadelijk maken. Echter zal een pH van 5 zeer slecht
blijven.
- Het voorkomen van Erosie is nodig om zoveel mogelijk nodige mineralen in de
bodem te houden. Dit wordt gedaan d.m.v. het beschermen van het land tegen wind
en overstromingen. Daarnaast is er ook landbouw zonder bewerking, een
ploegtechniek die zorgt dat het wortelnetwerk intact blijft zodat de bodem
vastgehouden kan blijven worden door de wortels. Dit heeft overigens ook minder
bemesting nodig.
- Fytosanering is een manier om schadelijke, toxische stoffen uit de bodem te halen.
Dit wordt gedaan door speciale planten die de toxische stoffen wél op kunnen nemen
en dus de bodem “schoonmaken”.
H37.2 Mineralen
De mineralen die een plant nodig heeft komen allemaal uit de grond. Deze mineralen
verschillen in de hoeveelheid ze nodig zijn en de functie die ze hebben. Er is sprake van
essentiële elementen wanneer deze nodig zijn voor het afronden van een volledige
levenscyclus, inclusief reproductie. Een manier om erachter te komen welke elementen
essentieel zijn is Hydroponische Cultuur. Dit is een manier van het groeien van planten
waarbij de wortels in een wateroplossing worden geplaatst, waardoor er elementen
toegevoegd of weggelaten kunnen worden om te kijken of ze essentieel zijn of niet. De
essentiële elementen worden opgedeeld in twee groepen: Macronutriënten en
Micronutriënten.
Macronutriënten zijn de elementen die in grote hoeveelheden nodig zijn. Micronutriënten zijn
de elementen die in kleine hoeveelheden nodig zijn. Toch zijn ze essentieel, dus ze zijn écht
nodig. Daarnaast werkt teveel, een overdoses, giftig.